Bouwen en de wet

Kangoeroewonen in woord & beeld

Om bouwers en verbouwers nog meer vertrouwd te maken met kangoeroewonen, publiceert Wolfgang Verraes, zaakvoerder van Young Budget Homes, het boek ‘Kangoeroewonen, een mens- en budgetvriendelijk woonidee’. In dit handig naslagwerk ontwart hij, samen met freelance journaliste Femke Coopmans, vastgeroeste denkpatronen en geven ze een realistisch beeld van nieuwe bouwvormen in al hun facetten.

Wat is kangoeroewonen?

Het principe van kangoeroewonen is simpel: oud en jong onder één dak. Dit bouwconcept houdt in dat een jonger echtpaar bij een ouder echtpaar intrekt, waarbij de oorspronkelijke woning verbouwd wordt tot twee onafhankelijke woningen. Op die manier kunnen veel jonge gezinnen, die geremd worden door de hoge grond- en bouwprijzen, toch bouwen en kunnen oudere mensen, voor wie de woning vaak te groot wordt als de kinderen uit huis zijn, tegelijk thuis blijven wonen.

In Nederland en in de Scandinavische landen is de formule al goed ingeburgerd. Bij ons kent het bouwconcept langzaam opgang, maar zitten geïnteresseerden vaak met heel wat vragen. En dan is er nog de ingewikkelde kluwen van wetten en decreten... Precies om een duidelijk zicht te geven over wat haalbaar is en wat niet, publiceert Young Budget Homes nu ‘Kangoeroewonen: een mens- en budgetvriendelijk woonidee’. Het boek richt zich in eerste instantie tot jonge en oudere bouwers, maar ook tot de overheden op verschillende niveaus. 

Het boek begint met het verhaal van drie families. Bruno en Pascale wilden graag bouwen in de buurt van de ouders van Bruno in Emblem (Ranst). Tom en Nynke waren hard op zoek naar een eigen plekje in Sinaai (Sint-Niklaas), het dorpje waar ze allebei opgegroeid zijn. Diane Van Parys woonde naast haar dochter in een huis met heel veel trappen, ze wilde liever alles gelijkvloers. Bruno en Pascale, het gezin Degroof, woont nu al enkele jaren in een kangoeroewoning. Tom en Nynke zijn aan het bouwen op het dak van Nynke’s ouders. Mevrouw Van Parys bouwde een volledig nieuw huis voor twee gezinnen. ‘Kangoeroewonen: een mens- en budgetvriendelijk woonidee’ start met hun verhaal: het wikken en wegen, struikelblokken en meevallers.
 

Een nieuwe visie op architectuur

De kangoeroewoning vertrekt vanuit een heel andere visie op architectuur. Hubert Froyen (Hogeschool Limburg) heeft het over “Universal Design”. Dat er exclusieve vormen voor exclusieve doelgroepen ontworpen worden, vindt hij een ongezonde benadering. Een elegantere oplossing zijn ontwerpen voor een zo breed mogelijke doelgroep. Concreet geeft het PWO (Platform Wonen van Ouderen) enkele duidelijke tips voor levenslang of aanpasbaar wonen. Zij vertrekken vanuit het idee van de basiswoning voor ouderen: alle belangrijke ruimtes moeten op het gelijkvloers. Daarnaast geeft het ook tips die het leven voor iedereen aangenamer maken. Een eenvoudig voorbeeld is hier dat alle stopcontacten niet te laag bij de grond mogen zitten. Zo moet je niet telkens bukken als je pakweg een strijkijzer insteekt.


Meergeneratiewoning

De grote hamvraag bij stedenbouw lijkt of een kangoeroewoning een ééngezins- of meergezinswoning is. Het onderscheid heeft belangrijke consequenties. Een meergezinswoning mag bijvoorbeeld niet overal en een bestemming is soms moeilijk te wijzigen.
Daarnaast hebben de gemeentes een heel groot beslissingsrecht over wat kan en wat niet. En dit is nadelig, want vaak geraken steden niet snel genoeg vertrouwd met nieuwe, toekomstgerichte woontypes. Maar gestaag komt daar verandering in. Hier en daar is de  term “meergeneratiewoning” zelfs al opgenomen in de bouwvoorschriften.


Regel van de verbouwing

Kangoeroewonen is budgetvriendelijk dankzij de kostendeling. Maar is die kostendeling wel ideaal? Want hoe reageert de bank daarop? Als de woonst bijvoorbeeld in het kadaster ingeschreven staat als één woning, een ééngezinswoning, zullen alle eigenaars borg moeten staan.
Een oplossing zou kunnen zijn dat er een speciale regel komt voor kangoeroewoningen waarbij de grond opgedeeld wordt in een lot A en een lot B, elk op naam van één van de gezinnen. Op dit moment zijn er geen fiscale bijzonderheden. Het ministerie van Financiën reageert zelfs ontwijkend als je de problematiek voorlegt. Een opsplitsing zou in elk geval de bepaling van het kadastraal inkomen (KI) vergemakkelijken. Wie nu maar de helft van de onroerende voorheffing betaalt, kan ook maar de helft van zijn lening fiscaal aftrekken.
Een meevaller zijn dan weer de volledige bouwkosten. Als de ontwerper rekening houdt met de voorwaarden, kunnen veel bouwers immers genieten van de “regel van de verbouwing”. Als het bijgebouwde stuk in oppervlakte niet groter is dan het bestaande deel – en het gebouw geen andere bestemming krijgt – wordt er geen 21 maar slechts 6% BTW gerekend.

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in