Bouwen en de wet

Bomen: een bron van leven, maar ook van burenruzies

Een onoordeelkundig geplaatste boom, struik of haag tegen de perceelgrens is vaak een bron van ergernis tussen buren die kan uitmonden in een procedure voor de rechtbank. Het is dan ook niet verwonderlijk dat we regelmatig vragen krijgen over overhangende takken, bladeren die de dakgoot verstoppen of zelfs doorschietende wortels die de klinkers van de oprit omhoogduwen. Nu de laatste bladeren van de bomen gevallen zijn, is misschien de tijd rijp om je buurman aan te spreken over die overhangende takken of de uit de kluiten gewassen haag. Michiel Ryckalts van Ryvalex Advocaten legt uit welke je rechten zijn.

In eerste instantie moeten we opmerken dat verschillende steden en gemeenten hun eigen regels en voorschriften hebben betreffende de ‘wettelijke afstand’ die in acht dient te worden genomen. Het is dan ook aangewezen om, alvorens over te gaan tot het planten van een boom of haag in de buurt van de perceelgrens, even langs te gaan bij de bevoegde ambtenaar of dienst om je te informeren over de lokale voorschriften en gebruiken. De hierna uiteengezette ‘algemene regelgeving’ zoals voorzien in het Veldwetboek, is bijgevolg enkel van toepassing wanneer er geen lokale regelgeving of een algemeen erkend andersluidend gebruik is.

Minimale afstand

Volgens de algemene regelgeving moeten hoogstammige bomen op hun minst twee meter van de perceelsgrens staan, en laagstammige bomen, hagen en struiken op minimaal 50 cm.  

Wat zijn hoog en laagstammige bomen?

De wetgever heeft niet bepaald wat als een hoogstammige boom dient te worden beschouwd. Dit heeft tot gevolg dat deze beoordeling wordt overgelaten aan de vrije appreciatie van de Vrederechter die zich bij de feitelijke beoordeling naast de hoogte doorgaans ook zal laten leiden door o.a. de kroon- en wortelvorming van de boom, haag of struik in kwestie.
Daarnaast dient ook rekening te worden gehouden met de specifieke geaardheid van elke streek. Een regel die geldt in Antwerpen Stad kan niet zomaar worden geëxporteerd naar een landelijke gemeente in het noorden van Limburg.
De minimale hoogte die doorgaans door de meerderheid van de rechtbanken vereist wordt om te kunnen spreken van een hoogstammige boom is 3 meter.
 

Wat zijn je rechten indien een boom of plant dichter op de perceelsgrens staat?


Indien bovenvermelde afstanden niet zijn gerespecteerd kun je in beginsel eisen dat je buurman de boom of haag in kwestie rooit of verplaatst zonder dat je hiervoor enige hinder of schade dient te bewijzen.
Dit recht is evenwel niet absoluut zoals hierna zal blijken.

 

Erfdienstbaarheid van plantrecht

In bepaalde omstandigheden zal je buurman of -vrouw zich kunnen beroepen op de erfdienstbaarheid van plantrecht.Deze erfdienstbaarheid, om de boom of plant op een kortere dan de wettelijke afstand te mogen laten staan, kan worden gevestigd door:

 

 

  • Een titel (bijvoorbeeld een onderhandse of notariële akte waarin de vorige of huidige eigenaars van de percelen dit contractueel zijn overeengekomen);
  • Of door dertigjarige verkrijgende verjaring;
  • Of door bestemming van de goede huisvader (hierbij kan o.a. gedacht worden aan de situatie waarbij de boom of struik werd geplant door een persoon die vroeger eigenaar was van beide percelen en er niet stil bij heeft gestaan dat de boom of plant die hij heeft aangeplant of heeft laten groeien ooit voor hinder zou zorgen bij een herverkaveling van het perceel);

In de praktijk zal de erfdienstbaarheid van plantrecht voornamelijk gevestigd worden ingevolge de dertigjarige verkrijgende verjaring.  Indien je geconfronteerd wordt met een boom of plant dicht bij de perceelsgrens die het potentieel heeft om uit te groeien tot een hoogstammige boom of struik die veel hinder kan veroorzaken is het bijgevolg van belang dat je hier snel tegen reageert, in elk geval binnen een termijn van dertig jaar.

 

 

Rechtsmisbruik

Indien je buurman weigert om vrijwillig over te gaan tot het rooien of verplaatsen van de boom heb je geen andere optie dan dit af te dwingen via de rechtbank. Hoewel het recht tot rooiing gesteund is op de wet zelf, die bovendien niet eens vereist dat diegene die zich hierop beroept schade en/of hinder aantoont, kan ook de vordering tot rooiing rechtsmisbruik uitmaken met name wanneer het recht wordt uitgeoefend zonder redelijk belang.
Zo kan de rechtbank de vordering afwijzen en beslissen dat de boom mag blijven staan indien de veroorzaakte schade voor de eigenaar van de boom ten gevolge van de rooiing buiten verhouding zou staan met het nagestreefd voordeel voor diegene die de vordering heeft ingesteld. In de praktijk zal je als gevolg hiervan in veel gevallen genoegen moeten nemen met een inkorting van de boom ook al staat deze op minder dan twee meter van de perceelsgrens.

 

Hinder door overhangende takken

Het is evident dat bomen en planten, ook al staan ze ver genoeg verwijderd van de perceelsgrens, ook hinder en/of schade kunnen veroorzaken door overhangende takken. In dat geval heb je volgens art. 37 van het Veldwetboek het recht je buurman te vragen deze overhangende takken te verwijderen. Hoewel veel mensen denken dat ze zelf het recht hebben om deze af te zagen of te snoeien voorziet het Veldwetboek niet in deze mogelijkheid en komt het recht om te snoeien in principe enkel toe aan de eigenaar van de boom of plant in kwestie. Uiteraard stelt er zich geen probleem indien je buurman je de toestemming geeft om de overhangende takken zelf te verwijderen.

Redelijke termijn?

Bij de uitoefening van dit recht, dien je rekening te houden met het gegeven dat de rechtspraak en rechtsleer ervan uitgaan dat je je buurman een passende termijn moet geven om dit karwei uit te voeren.
Onder passende termijn verstaat de rechtspraak de tijd waarin normaal gezien gesnoeid wordt.

Wat in geval van weigering?

Indien je buurman weigert of in gebreke blijft om gevolg te geven aan je verzoek, wend je je (nadat je hem best voorafgaandelijk schriftelijk in gebreke hebt gesteld) best tot de Vrederechter om een titel te bekomen waarbij je buurman, vaak onder verbeurte van de betaling van een dwangsom, wordt veroordeeld tot het verwijderen van de takken of een machtiging wordt verleend waarbij je op kosten van de buurman deze snoeiwerken kunt laten uitvoeren door een derde.
Als je zonder een dergelijke machtiging toch zou overgaan tot het verwijderen van de takken, loop je immers het risico achteraf een schadevergoeding te moeten betalen als de boom of plant in kwestie per toeval het leven heeft gelaten ten gevolge van een iets te ingrijpende snoeibeurt.

Hinder door doorschietende wortels

Naast overhangende takken kunnen ook de wortels van bomen en struiken aanzienlijke hinder of zelfs schade veroorzaken (verstopte afvoerleidingen, omhooggeduwde oprit of terras). In tegenstelling tot overhangende takken voorziet de wetgeving voor doorschietende wortels wel uitdrukkelijk in het recht dat je deze zonder toestemming van je buurman mag doorkappen of zagen zelfs al staat de boom haag of struik op voldoende afstand van de perceelsgrens.
Bovendien is dit recht niet vatbaar voor verjaring waardoor je ook de wortels van bomen, die al meer dan dertig jaar langs de perceelsgrens staan, mag doorkappen of zagen.

Vordering op grond van burenhinder (art. 544 BW)

Tot slot zijn ook de situaties denkbaar waarbij je schade of hinder ondervindt van bomen of planten die weliswaar op voldoende afstand staan van de perceelsgrens en waarvan de takken niet overhangen, maar toch hinder veroorzaken doordat deze bijvoorbeeld al je zonlicht ontnemen.
Tevens kan zich de situatie voordoen dat je hinder ondervindt van een boom die je dient te gedogen op grond van de erfdienstbaarheid van plantrecht.
In deze gevallen kan een vordering op grond van burenhinder (art. 544 NW) soelaas brengen.

Indien de Vrederechter vaststelt dat er sprake is van een verstoring van het rustig genot ten gevolge van een boom of plant, kan de Vrederechter een snoeiverplichting of andere compensatie opleggen die verder kan gaan dan de regeling voorzien in het Veldwetboek.

Auteur: Michiel Ryckalts – december 2016

 

Michiel Ryckalts en Ine Vanbuel van Ryvalex plaatsen open communicatie en een persoonlijke relatie met de cliënt centraal in hun dienstverlening. Het tweetal heeft ruime ervaring in het voeren van onderhandelingen, het sluiten van overeenkomsten en het oplossen van conflicten.


 

 

 


Contactgegevens
Ryvalex
Berenbroekstraat 49
3500 Hasselt
T.: 011 74 07 75
M.: [email protected]
W: www.ryvalex.be

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in