Terug naar de jaren 30
Wie deze hedendaagse woning van architect Bernard Stuyck bekijkt, zal de twee uitgangspunten voor het ontwerp maar moeilijk kunnen vatten. Ten eerste moest het hele project gerealiseerd worden voor 155 000 euro. En ten tweede baseerde de architect zich daarvoor op de typische architectuur uit de jaren 30 in Brasschaat. En dat is niet de enige verrassing in het concept.
Compact ontwerp
Het scherpe budget was voor de architect de grootste uitdaging. “Om hieraan te voldoen, hebben we gestreefd naar een compacte woning met een relatief eenvoudig grondplan, met zo min mogelijk circulatieruimte of gangen”, legt Bernard Stuyck uit. “Een trappenhal hebben we achterwege gelaten en ook hoekjes en kantjes hebben we proberen te vermijden.”
Het budget was immers de voornaamste vereiste, maar de bouwheer – een gezin met twee kinderen - verlangde toch wel meer dan alleen maar een goedkoop ontwerp. Het concept moest hedendaags ogen, liefst met een verlijmde gevelsteen en een open plan, en het gezin droomde ook van de toepassing van zonne-energie.
Open plan
Om het grondplan eenvoudig te houden werd het hele woonprogramma ondergebracht in één volume van 7 op 12 meter. Op de verdieping maakt de voorgevel een kleine uitsprong, deze fungeert als luifel boven de inkomdeur. De ontwerper slaagde er ook in om een heel open plan uit te tekenen: een grote leefruimte loopt naadloos over in de keuken. Enkel het toilet en de berging liggen in een aparte ruimte vervat. Dankzij de vide loopt het bureau ook over in deze open leefruimte. De slaapkamers en badkamer zijn weer als aparte entiteiten opgevat.
Semi-industrieel
Om verder te besparen, kreeg het interieur een semi-industriële uitstraling mee, waarbij sommige materialen zichtbaar werden gelaten. Zo blijven de welfsels in het zicht en is her en der ook zichtmetselwerk gebruikt, dat dan wel werd geschilderd. “Ook de constructie is heel logisch opgevat. De draagmuren staan op elkaar over de twee verdiepingen en er zijn geen moeilijke overkragingen gebruikt. Daarmee bespaar je al een heel deel op de ruwbouw. Verder zijn de natte cellen boven elkaar geplaatst; de badkamer ligt boven de wasruimte. Dat houdt het aantal lopende meter leidingen en afvoerbuizen beperkt.”
Dakkoepel
Een blikvanger in de woning is de dakkoepel boven de traphal. Deze garandeert een mooie lichtinval in de vide en het bureau.
De oriëntatie van het perceel was minder gunstig aangezien het zuiden op de rechterzijgevel ligt. “De bouwheer wilde deze gevel echter zo gesloten mogelijk houden omdat hij vreest dat op het aanpalende perceel ooit appartementen gebouwd zullen worden. We hebben dan ook geopteerd voor een zicht op de tuin. De vide accentueert dat uitzicht.”
Technieken
Op technisch vlak werd de woning zo eenvoudig mogelijk gehouden. De elektricien factureerde amper 5 200 euro omdat het elektrisch plan summier was: per kamer 3 stopcontacten en één centraal lichtpunt.
Voor de vloerwerken stak de bouwheer zelf de handen uit de mouwen: het lamelparket en de tegelvloer in de keuken plaatste hij bijvoorbeeld zelf. Hierdoor konden de kosten beperkt worden tot 8 700 euro.
De bouwheer koos er wel bewust voor om geld uit te geven aan duurzame oplossingen voor de belangrijke posten. Zo verkoos hij bijvoorbeeld EPDM boven roofing voor het dak.
Zonne-/gascombiketel
De woning wordt verwarmd met een zonne-/gascombiketel. De panelen op het dak verwarmen in eerste instantie het sanitair warm water en het warm water voor de verwarming. Vandaar ook dat op de gelijkvloerse verdieping voor vloerverwarming werd gekozen. Wanneer de zon niet voldoende energie levert om de warmwaterbehoefte op te vullen, springt de gasketel bij. Op die manier wordt optimaal energie bespaard.
De bouwheer investeerde verder ook in een regenwatersysteem. Dat recupereert het regenwater voor de toiletten, de wasmachine en een buitenkraan.
De wasmachine is overigens bijkomend uitgerust met een zogenaamde Alfamix. Dit toestel neemt het warm water voor de wasmachine rechtstreeks van de boiler. Zo moet minder elektriciteit worden verbruikt om het water op te warmen.
Bron: Belgisch Budget Bouwboek
