Bouwen en de wet

Kangoeroeverbouwen en het KI blijft gelijk

Voor alle duidelijkheid: het is een voorstel. CD&V volksertegenwoordiger Jef Van den Bergh wil kangoeroewonen al een tijd aantrekkelijker maken en nu heeft hij een wetsvoorstel klaar. Als het aan hem ligt mag het kadastraal inkomen (KI) van de twee nieuwe woongelegenheden de eerste 10 jaar niet hoger zijn dan het KI van de oorspronkelijke woning.

Het kadastraal inkomen stemt overeen met wat het pand kan opbrengen als je het een jaar verhuurt. Omdat het te moeilijk is om van elk pand een werkelijk inkomen te bepalen, gebeurt dit volgens een vaste formule. Onder KI verstaat de wet het netto-inkomen van één jaar. Dat betekent dat een zeker percentage voor onderhouds- en herstellingswerken in mindering gebracht worden. Als algemene regel geldt dat het niet-geïndexeerde KI gelijk is aan de huurwaarde op het referentietijdstip min 40%. Het KI dient hoofdzakelijk als basis voor de onroerende voorheffing.

Er zijn een heleboel factoren die een rol spelen bij de vaststelling van het KI: specifieke kenmerken van het goed, huurprijzen van vergelijkbare percelen, omgeving, grootte... En bovendien is het ook logisch dat een meergezinswoning de eigenaar meer opbrengt dan een ééngezinswoning. Jef Van den Bergh zit er al even mee. Naar aanleiding van ons onderzoek voor het boek “kangoeroewonen” legden we in het voorjaar van 2005 zijn bedenking voor aan de heer H. Daem van het ministerie van Financiën. Een duidelijk antwoord kregen we helaas niet.

Wat denkt u van voorstellen in de lijn van die van Jef Van den Bergh (CD&V): “Ik ben van mening dat de federale overheid kangoeroewonen (KGW) fiscaal moet stimuleren. Wie vandaag zijn woning verbouwt tot een kangoeroewoning ziet immers ook zijn of haar kadastraal inkomen (KI) stijgen. Daarom stel ik voor om een ongewijzigd KI te hanteren bij de omvorming van een huis tot een kangoeroewoning. Een gelijkaardige maatregel wordt vandaag al toegepast om leegstand tegen te gaan bij de omvorming van een eengezinswoning tot een meergezinswoning, maar dit enkel in stedelijk gebied.”
Bedoelt u: stijgt het KI naar aanleiding van aanpassingswerken aan de woning met betrekking tot het kangoeroewonen? Naar alle waarschijnlijkheid wel, hangt ervan af wat die aanpassingswerken inhouden.
Wat betreft de verwijzing die wordt gemaakt naar de maatregelen die werden genomen in het kader van het grootstedenbeleid kan ik aanstippen dat deze geen impact hebben op de onroerende voorheffing. Globaal genomen hebben deze een (in de tijd beperkt) effect daar waar het kadastraal inkomen in aanmerking wordt genomen voor de bepaling van de onroerende inkomsten die aan te geven zijn in de personenbelasting.

Sinds september van dit jaar is de bedenking van Jef Van den Bergh een wetsvoorstel geworden. Hij stelt vast dat er in Vlaanderen zo’n 200.000 80-plussers wonen en dat tegen 2050 25% van de bevolking ouder zal zijn dan 65. Terecht wijst hij erop dat dit het moment is om aan een sterk en duurzaam woonbeleid te sleutelen dat zich voorbereid op de toekomstige noden. Concreet wil hij voor kangoeroewonen dat het KI van de twee nieuwe woongelegenheden de eerste tien jaar niet hoger zijn dan het KI van de oorspronkelijke woning. Dit geldt zowel voor panden die nu een meergezinswoning worden als voor panden die een flinke uitbreiding kennen. Jef Van den Bergh: “De tijd is daar om nieuwe woonvormen zoals kangoeroewonen vanuit de federale overheid te ondersteunen en dit onder andere door de fiscale maatregelen inzake woonbeleid te herbekijken. In ons wetsvoorstel willen we personen die het kangoeroewonen overwegen een fiscaal steuntje in de rug geven.” Als het voorstel wordt goedgekeurd, zal de wet van toepassing zijn vanaf aanslagjaar 2008. En dan geen administratieambtenaren meer die doen alsof ze de vraag niet begrijpen.

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in