Aanbevolen partners

Logo KNX BE
All vac
Elektrotechnieken

Hebben zonnepanelen nog toekomst?

Zonnepanelen worden niet langer ‘overgesubsidieerd’. Ze krijgen geen belastingsvoordeel meer, geen speciale tarieven op groene leningen en gemeentelijke installatiepremies, en de groenestroomcertificaten worden afgebouwd. ‘Toch moeten we beseffen dat de ingeslagen weg van hernieuwbare energie een ‘way of no return’ is’, zegt Lennart van Walsum, ceo van Krannich Solar bvba, groothandel in de projectontwikkeling en distributie van zonnepanelen en materialen voor pv-installaties.

Binnen het verhaal van de hernieuwbare energie is zonneenergie ongetwijfeld het interessantste hoofdstuk. Per seconde straalt de zon gemiddeld 50 miljard kilowattuur solarenergie naar de aarde, of de kracht van 150 miljoen nucleaire centrales. Wereldwijd hebben we genoeg aan slechts 0,05% van deze energie.

‘Technisch gezien blijken zonnepanelen veruit over de beste kaarten te beschikken’, stelt Lennart van Walsum. ‘Naar implementatie binnen stedenbouw toe bijvoorbeeld, dankzij de eenvoudige integratie zonder akoestische, visuele of onoverkomelijke structurele impact. Bovendien blijven zonnepanelen jaren actief, zonder veel onderhoud. Vuil wordt verwijderd door de regen. Nog belangrijker is echter de lage ‘carbon footprint’. Dit is de totale CO2-uitstoot over de levensloop van een product, vanaf de ontginning van de grondstoffen, over de verwerking, de fabricatie en het transport van het product, tot het gebruik en de uiteindelijke recyclage.

Zonnepanelen dragen tijdens de productie nog wel een redelijke CO2-verantwoordelijkheid, maar die wordt na de ingebruikname al snel ingehaald. Na minder dan 3 jaar zijn ze CO2-neutraal, en ze blijven nog tientallen jaren actief terwijl ze geen enkele CO2 meer uitstoten. Sterker zelfs: ze blijven energie genereren. Geen enkel ander product kan deze vergelijking aan. Nog een troef is de samenstelling van de zonnepanelen. De cellen zijn gemaakt uit silicium, een van de meest voorkomende elementen in de aardkorst. De grootste oppervlakte van een paneel bestaat uit glas, een derivaat van zand, een andere grondstof waaraan we geen gebrek hebben. Op het einde zijn de meeste panelen ook nog eens voor 85 tot 98% recycleerbaar.’

Hoe werkt een fotovoltaïsche installatie?

Een fotovoltaïsche installatie, ook pv-installatie genoemd (van ‘photovoltaic’) bestaat uit drie basisonderdelen: zonnepanelen, een omvormer en een montagestructuur. De zonnecellen zetten de straling van de zon direct om naar elektriciteit. De meest voorkomende cellen zijn monokristallijn (zwart), polykristallijn (blauw) en amorf silicium. Een omvormer (ook transformator genoemd) zorgt ervoor dat de gelijkstroom van panelen wordt omgezet naar bruikbare wisselstroom voor onze woning. De elektriciteit kan aangesloten worden op het elektriciteitsnetwerk (‘grid-connected’), of gekoppeld aan een eigen gesloten systeem (‘stand-alone’). Stand-alonesystemen hebben bijkomende elementen nodig zoals batterijen. Dat maakt deze systemen een stuk duurder.

In België en de rest van Europa zijn zo goed als alle pv-installaties aangesloten op het publieke netwerk.

Hoeveel brengen fotovoltaïsche panelen op?

‘Hiervoor moet je een verschil maken tussen de ‘elektrische opbrengst’ en de ‘economische opbrengst’’, aldus Lennart van Walsum. ‘De elektrische opbrengst wordt waargenomen door een meter en uitgedrukt in kiloWatt-uur (kWh), net zoals de huidige verbruiksmeters in elk huishouden. In dit geval is het de ‘groenestroomteller’ die registreert of ‘telt’ hoeveel stroom er jaarlijks geproduceerd wordt. Hoeveel een installatie per jaar opbrengt hangt af van het geïnstalleerd vermogen, met andere woorden: het aantal en het vermogen van de geïnstalleerde panelen op het dak van de woning. Voor een doorsnee eengezinswoning worden meestal installaties van 2.000 W tot 10 KW geïnstalleerd.’

De consumentenprijs van een installatie voor een eengezinswoning is de laatste maanden flink gezakt. Vandaag betalen we voor een installatie een gemiddelde van 2,5 euro per Wattpiek, nog niet zo lang geleden was dit meer dan het dubbele. Voor een installatie van 5 kW komt dit dus gemiddeld rond de 12.500 euro. Let wel: de uiteindelijke prijzen hangen sterk af van de gebruikte materialen, merken en
installatievoorwaarden.

Lennart van Walsum: ‘Rond het economische plaatje werd er de laatste maanden veel gediscussieerd, vooral door de gesubsidieerde regelgeving. Toch moeten we beseffen dat de ingeslagen weg van hernieuwbare energie een ‘way of no return’ is. Met de akkoorden die werden gesloten binnen het Kyoto-protocol hebben landen zich verplicht om bepaalde doeleinden te bereiken. Voor België werd het ‘Belgium National renewable energy action plan’ opgesteld. Daarbinnen geldt voor Vlaanderen dat tegen 2020 12,5% van de geproduceerde elektriciteit afkomstig moet zijn van hernieuwbare bronnen.

Om die doelstellingen te halen, werden er verschillende systemen ontwikkeld om de investering in hernieuwbare energie te bevorderen, waaronder de ‘groenestroomcertificaten’. Die worden niet alleen uitgegeven voor zonne-energie, maar ook voor windenergie, biomassacentrales en andere vormen van renewables. Het is spijtig dat er binnen het systeem van certificaten vaak een negatieve sfeer wordt gecreëerd rond zonnepanelen, temeer omdat er in 2011 slechts 27% van alle uitgereikte groenestroomcertificaten naar zonne-energie is gegaan, in 2010 was dat maar 16%.’

Grid parity al in 2013?

Dat de subsidieregeling wordt afgebouwd, vindt Lennart van Walsum vrij logisch. ‘Puur financieel waren alle premies en voordelen misschien iets te veel van het goede. Maar je mag niet vergeten dat er incentives nodig waren om een opstart van deze nieuwe technologieën mogelijk te maken. De gepaard gaande investeringen waren in de begindagen grote avonturen, terwijl door het lagere productievolume de prijzen tot liefst drie maal duurder waren vergeleken met vandaag.’

Tengevolge van de almaar stijgende prijzen van energie versus de dalende prijzen van zonnepanelen evolueren we volgens Lennart van Walsum in een snel tempo naar de volgende stap: ‘grid parity’. ‘Dit is het punt waarop pv-investeringen ‘kostenneutraal’ worden, doordat de productiekost van zonnestroom dezelfde wordt als de verkoopprijs van grijze stroom.

Voor België werd er enkele jaren geleden nog geprojecteerd naar 2020-2030, maar nieuwe statistieken tonen aan dat we mogelijks al in 2013 naar grid parity evolueren. Het allerbelangrijkste is echter dat op termijn andere factoren ervoor zullen zorgen dat dit schitterend product meer is dan een bevlieging binnen een tijdsgeest. Stilaan transformeert een zonnepaneel van een puur investeringsproduct naar een basisonderdeel binnen de constructie van een huis of industrieel pand.

Je kan je zelfs de vraag stellen waarom er voor zonnepanelen zo nodig een berekening van ‘return of investment’ dient gemaakt. Neem nu dakramen, vloertegels of een keukenkast, die hebben dat toch ook niet? Het is duidelijk dat we de eerste stappen aan het zetten zijn in een nieuwe wereld: na de industriële revolutie is het de beurt aan de energierevolutie’, nog steeds volgens Lennart van Walsum.

Hoe ziet de toekomst eruit?

Lennart van Walsum: ‘De technologie van hernieuwbare energie staat nog heel wat evoluties te wachten. Het opvoeren van het vermogen en de efficiëntie van zonnecellen, maar ook het flexibeler toepassen van de cellen binnen de algemene bouw, staan hoog op het verlanglijstje. Hier betreden we de wereld van BIPV (Building Integrated Photovoltaïcs).

Het lijkt misschien nog futuristisch, maar binnen enkele decennia zullen de meeste oppervlakten die ook maar enigszins met de zon in aanraking komen op een of andere manier als energiecel fungeren. Steden zullen de transformatie maken van ‘energieverbruiker’ naar ‘energieproducent’. Doordat onze elektriciteit steeds meer decentraal in plaats van centraal geproduceerd zal worden, staat het traditionele elektriciteitsnetwerk voor een enorme uitdaging. Voor een betere werking van die energiemarkt wordt er internationaal gewerkt aan een nieuwe architectuur van netwerken: de smart-grids. Binnen deze slimme netwerken zal er een tweerichtingsverkeer zijn tussen alle verbruikers en alle producenten. Daartoe zullen digitale meters en een nieuwe generatie van omvormers rekening gaan houden met actuele energieprijzen en lokale energiebehoeften, maar ook met bijvoorbeeld weersvoorspellingen en andere externe factoren die de productie kunnen beïnvloeden.

Ook de verdere ontwikkeling van performantere batterijen, met een groter vermogen en grotere opslagcapaciteit, zullen bijdragen tot een nieuwe organisatie van energie. Er staat zonne-energie dus nog een dynamische en ontzettend boeiende toekomst te wachten.’


Bron: De Standaard

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in