Wie niet kan kopen, kan niet huren
Gezinnen voor wie een eigen woning onbetaalbaar is, hebben ook te weinig financiële middelen om te huren. Dat stelt Philippe Janssens, gedelegeerd bestuurder van Stadim.
Een huis huren of kopen? Om die afweging te maken, moeten we bekijken hoe de afbetalingslasten van een aankoop zich verhouden tot de huurkosten. Bij een hoge inflatie wordt dat verschil groter omdat de rente van de hypotheeklening hoger ligt.
Bij lage inflatie, zoals we die kennen sinds 1993-1994, is er zo goed als geen verschil. Logisch gevolg is dat het eigenaarspercentage sindsdien sterk toegenomen is: van 65 tot 75 procent in Vlaanderen, van 65 tot 72 procent in Wallonië en van 35 tot 50 procent in Brussel.
Hoeveel een gezin op tafel kan leggen om een woning te kopen, blijkt op de volgende manier gecorreleerd met het gezinsinkomen:
9 x (inkomen – 14.000)
Anders gesteld moet het gedeelte van het inkomen dat 14.000 euro overtreft met negen vermenigvuldigd om tot de prijs van een woning te komen.. die 14.000 euro komt. Die 14.000 euro komt overeen met de jaarlijkse consumptie-uitgevan.
Bij een inkomen van 42.000 euro komt de bankierswaarheid bovendrijven: een derde voor de directe behoeften, een derde voor de afbetaling of huur en een derde voor de overige kosten en belastingen.
In Vlaanderen leeft 15 procent van de gezinnen onder de armoededrempel van 15.000 euro, terwijl het aandeel van de sociale woningen op 6,5 procent ligt. De problemen stapelen zich dus op bij de financieel zwakkeren.
De conclusie ligt dus voor de hand: wie niet kan kopen kan niet huren.”
© De Tijd