De zoektocht naar vastgoed

Welke factoren zijn bepalend in de zoektocht naar een woning?

Wie een woning of appartement zoekt, zal zich in zijn zoektocht onder meer laten leiden door de buurt, het comfort van de woning en de isolatie. De economische crisis heeft ook het profiel van de immobiliënmarkt veranderd: verbouwen krijgt nu de voorkeur omdat het sterk wordt aangemoedigd met allerhande premies. Een en ander blijkt uit een studie van het Oivo.


Bij het bezoeken van het goed zal de consument de voorkeur geven aan een rustige wijk die hem/haar een veiliger gevoel geeft en in het bijzonder letten op het comfort van de woning, de aanwezigheid van een ingerichte keuken, de aanwezigheid van een badkamer en een apart toilet, de netheid van de woning en de isolatie. In Brussel hechten de consumenten meer belang aan de aanwezigheid van een garage omdat er zoveel parkeerproblemen zijn. Voor de leeftijdsgroep van 18-29 jaar en de bescheiden sociale groepen en de moeders die voor de kinderen moeten instaan, maakt een apart toilet deel uit van de inrichtingsvoorwaarden. Voor de 30- tot 39-jarigen zijn de woonoppervlakte en het aantal kamers een belangrijk keuzecriterium. De 40- tot 49-jarigen vinden de afstand van de woning naar hun werk belangrijker. De gezinnen met 4 personen zullen een woning kiezen in functie van de beschikbare openbare vervoermiddelen, terwijl de gezinnen met 5 personen hun aandacht meer toespitsen op de prijs. Voor 80% van de consumenten zijn de gevraagde prijs en de soort verwarming doorslaggevende elementen voor hun woningkeuze.


Iedereen zijn type van woning

We merken op dat een woning zoeken onder andere samenhangt met de periode in het leven van de consumenten. Zo vormen de 18- tot 29-jarigen de leeftijdsgroep die het meest naar een woning op zoek is. We zien ook dat zij talrijk een klein onroerend goed (kamer, studio,…) kopen, dat ze na enkele jaren weer doorverkopen om een iets groter appartement te verwerven. Die leeftijdsgroep is ook talrijker terug te vinden onder de samenhuurders (14%), maar dat fenomeen neemt af naarmate de respondenten ouder worden.
In Franstalig België bedraagt het percentage consumenten dat in een appartement woont 24%. Het zijn de vrijgezellen die het vaakst in een flat wonen en één op de twee consumenten kiest voor deze woonformule.
Eén op de twee Brusselaars zegt dat hij/zij in een appartement woont (50%). Ze zijn ook met 21%, d.i. 7% meer dan het gemiddelde, eigenaar van een woning die ze te huur stellen. De gezinnen met 4 à 5 personen en de leeftijdsgroep van 40-49 jaar en de gezinnen met een bescheiden inkomen zijn meer geneigd om voor een eengezinswoning te kiezen.


Is eigenaar worden een droom?

Een meerderheid deelt de mening dat eigendom beschermt tegen financiële moeilijkheden, in het bijzonder op het moment van het pensioen. In België merken we dat 81% van de eigenaars een eengezinswoning gekocht hebben, terwijl 12% de voorkeur gaven aan een appartement, en 20% van de eigenaars zijn ook houders van een ander onroerend goed dat ze verhuren. In Franstalig België zijn het de Walen die frequenter eigenaar zijn (met 76%) (lager prijs per m² dan in Brussel). De huurkampioenen zijn de eenoudergezinnen (52%), terwijl de tweeoudersgezinnen het vaakst eigenaar zijn (78%).
De studie toont aan dat 76% van de consumenten eigenaar zouden willen worden. De mensen die in sociale woningen wonen, willen minder talrijk eigenaar worden van hun huidige woning (57%). Maar 31% van de consumenten zouden in een sociale woning willen wonen en onder die consumenten zijn het de vrijgezellen die dat het meest willen (41%). In Wallonië en in Brussel zullen bepaalde categorieën van consumenten moeilijker toegang hebben tot eigendom: we denken aan de leeftijdsgroep van 18-29 jaar, de vrijgezellen en de sociale groepen met bescheiden inkomens. We stellen vast dat 66% van de consumenten in een eengezinswoning wonen en dat 86% van hen er eigenaar van zijn. En verder zijn er diegene die hun hele leven huurders zullen blijven: 36% motiveren die toestand door te stellen dat ze weigeren om zich voor jarenlang in de schulden te steken, 24% wijt het aan het feit dat ze hun toekomstige inkomens niet kunnen garanderen en volgens 17% zijn de rentepercentages te hoog.


Huurprijzen volgens locatie

Meer dan 85% van de huurders betalen een huur exclusief taksen die gemiddeld rond de 487,50 euro per maand bedraagt.
Achter die som gaan aanzienlijke verschillen schuil want de lasten kunnen soms oplopen tot 102,10 euro per maand. De uitgevoerde enquête toont ons dat 70% van de consumenten van mening zijn dat de huurprijs die ze betalen, correct is in verhouding tot de waarde van het onroerend goed. De huurprijs van een goed verschilt van gewest tot gewest en volgens locatie: in de centrale steden bedraagt de gemiddelde huur 407 euro per maand; de Waalse consumenten betalen 405 euro per maand. In Brussel loopt de gemiddelde huurprijs op tot 580,40 euro omdat de grote vraag en het beperkte aanbod de prijs van een te huren goed omhoog duwt. De hoge sociale groepen van hun kant zijn bereid om de som van 922,70 euro per maand aan huur op te hoesten. En de vrijgezellen betalen een huurprijs onder het gemiddelde: 399,90 euro per maand. En voor de consumenten die in een sociale woning wonen, bedraagt de maandelijkse huur exclusief lasten 350,80 euro.


De huurklassiekers

We stellen vast dat 71% van de consumenten al bij hun intrek in het goed een huurovereenkomst ondertekend hebben en dat slechts 46% van die contracten geregistreerd werden. De huurwaarborg behoort op vandaag tot de klassiekers: 66% van de consumenten hebben er bij hun intrek in hun huidige woning één moeten geven en 46% van hen hebben die waarborg op een geblokkeerde bankrekening op hun naam gestort.


Comfort gaat boven alles?

Almaar meer consumenten tonen sterke belangstelling voor de verbetering van hun woning en zijn van plan om hun comfort te verbeteren. We zien dat 83% van de consumenten tevreden zijn over hun huidige woning en dat bijna zeven op de tien van mening zijn dat de eigenaar de huurprijs met 3% mag verhogen in ruil voor de verbetering(en) aan de woning. De leeftijdsgroep van 30-39 jaar, de gezinnen met 5 personen en de gezinnen met kinderen zijn meer geneigd om hun interieur te willen veranderen. Dat is evenwel niet het geval voor de mensen die in sociale woningen wonen, voor de sociale groepen met bescheiden inkomens en voor de eenoudergezinnen waar de moeder de kinderen onder haar hoede heeft: die verzetten zich vaker dan het gemiddelde tegen een huurverhoging in ruil voor verbeteringswerken. Van de eigenaars gaan 77% akkoord met de uitvoering van werken om het goed dat ze te huur aanbieden te verbeteren in ruil voor een lichte verhoging van de huur.


Conclusie

Zeven op de tien geïnterviewde consumenten zijn eigenaar van de woning die ze bewonen. Eén op de vier consumenten is huurder en nauwelijks één op de tien huurt samen. De meerderheid van de consumenten is tevreden over de huidige woning, al zouden drie op de tien graag in een sociale woning wonen als ze die mogelijkheid hadden. We zien ook dat de economische crisis het profiel van de immobiliënmarkt veranderd heeft: de consumenten zijn afgestapt van een huis bouwen ten bate van verbouwen want dat laatste wordt fors aangemoedigd door de diverse gewestelijke en federale premies.


Bron: Oivo

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in