Energiezuinig bouwen is luchtdicht bouwen
Na de isolatie is architect Christophe Debrabander toe aan een tweede sleutelbegrip dat aan de basis ligt van een energiezuinige woning: luchtdicht bouwen. Tot 25% van onze warmte vliegt via allerhande kieren en spleten vrij naar buiten. Daarom is het belangrijk er bij het (ver)bouwen voor te zorgen dat de woning goed luchtdicht wordt afgewerkt. Dit wil zeggen geen kieren en spleten meer waarlangs de koude lucht ongecontroleerd naar binnen kan komen. Alle kostbare warme lucht proberen we met een goede luchtdichting zo goed mogelijk binnen te houden - in een volgend artikel bekijken we dan hoe we toch verse zuurstof in de woning kunnen krijgen.
Blowerdoortest
In de nieuwe EnergiePrestatie en Binnenklimaatregelgeving - die verplicht in te vullen is bij (ver)bouwprojecten waarvan de bouwaanvraag na 1/1/2006 is ingediend - wordt ook rekening gehouden met de luchtdichting. Indien je de luchtdichtheid van je woning niet laat nameten krijg je een waarde bij onstentenis van 12 toegekend (dit getal wordt verder in dit artikel uitgelegd).
Indien je tijdens de bouw de luchtdichting wel goed verzorgt én deze laat meten door een Blowerdoortest - kostprijs vanaf 400 à 450 euro - kan je de gemeten waarde invullen (en bij een goede detaillering kan je vlot 1,5 halen). Voor de ingewijden: per 1 h-1 dat je beter scoort ten opzichte van de basiswaarde daalt ook je E-peil met ongeveer 1 punt.
Dus een goede luchtdichte woning kan een verschil van 10 à 11 punten maken (op de 100 die je maximaal mag behalen volgens de nieuwe wetgeving. In deze nieuwe wetgeving wordt dus duidelijk aangetoond dat een goede luchtdichting van groot belang is om een energiezuinige woning te creëren.
Noodzaak
Waarom moeten we dan luchtdicht bouwen? Bij de traditionele woningbouw blijven er zeer veel kieren waarlangs ongecontroleerd koude buitenlucht naar binnen kan waaien. Indien er maar één kier is in heel de woning blijft die koude lucht in die zone circuleren. Maar zodra er meerdere kieren zijn - bijvoorbeeld oude rolluikkasten, spleten onder buitendeuren,… - zal er tocht ontstaan. De koude buitenlucht trekt van de ene kier naar de andere door het huis: dit wordt door vele bewoners als zeer hinderlijke tocht ervaren én kan verantwoordelijk zijn voor 25% van de warmteverliezen van onze woning.
Luchtdichting aanbrengen
Om een goede luchtdichting te krijgen, moeten we ervoor zorgen dat in onze woning alle bouwelementen correct op elkaar worden aangesloten. Beton, glas, hout, pleisterwerk, dampscherm,… zijn allemaal luchtdichte materialen, het is van het uiterste belang om ook de overgang van het ene materiaal naar het andere goed luchtdicht te maken:
- Na plaatsing van welfsels dienen langs buiten de gaten en spleten van de welfsels zorgvuldig te worden dichtgesmeerd, dit zijn vaak grote luchtlekken
- Na plaatsing van de ramen dient er een profiel of tape te worden geplaatst zodat de raamkader luchtdicht aansluit op het pleisterwerk van de binnenmuren
- Het dampscherm van de dakisolatie dient luchtdicht te worden afgekleefd op de onderliggende muur of betonplaat
- Ook de overlappingen tussen het dampscherm of tussen 2 spijkerflensdekens dienen allemaal te worden afgekleefd met tape. Zo schrijven de meeste fabrikanten het ook voor, maar dit wordt zelden uitgevoerd. Alleen zo kan een echte luchtdichting worden verkregen
- Ook bij dakvensters dient een luchtdichte aansluiting van dakvenster en dampscherm te worden verzorgd
- In houtskelet dient op de overgang wand/betonvloer een luchtdichte folie te worden gekleefd
- Rolluikkasten zijn zeer moeilijk goed luchtdicht te krijgen. Een alternatief zijn geprefabriceerde rolluikkasten met elektrische sturing of de rolluikkasten langs buiten plaatsen
- Voor buitendeuren bestaat de mogelijkheid om deze onderaan van een tochtborstel of valdorpel te voorzien, nog beter is een (dubbele) rubberdichting die tegen een onderdorpel sluit
Luchtdichtheid meten
Luchtdichting wordt gemeten met een “blowerdoor” test. Hiertoe wordt in de opening van de voordeur een plastic zeil gespannen waarin een ventilator en een aantal meettoestellen zijn bevestigd. De ventilator zuigt eerst permanent lucht in de woning gezogen – overdruk. Hierbij wordt gemeten hoeveel lucht men in de woning moet pompen om een constante druk in de woning te houden. Zo weet je dus ook hoeveel lucht er via de resterende lekken naar buiten kan.
Vervolgens wordt de test in de omgekeerde richting herhaald: er wordt lucht uit de woning gezogen. Hierbij meet men dan hoeveel lucht er naar buiten kan worden gezogen om eenzelfde onderdruk te behouden. Zo meet men hoeveel lucht er langs kieren naar binnen komt.
Deze test dient in beide richtingen te worden uitgevoerd om een correct beeld te krijgen. Ramen sluiten bijvoorbeeld beter wanneer de woning in overdruk staat, maar vaak minder goed wanneer de woning in onderdruk wordt geplaatst.
Eenheid van luchtdichtheid
De eenheid van luchtdichtheid wordt uitgedrukt in n50 h-1, dit getal zegt hoeveel maal per uur de volledige luchtinhoud van het huis door de kieren verloren gaat bij een drukverschil van 50 pascal - dit is het drukverschil tussen binnen en buiten bij zeer zware wind.
Een gewone woning scoort een gemiddelde van 7 à 12 h-1. Een laagenergiewoning gaat naar een n50 van 1 à 1,5 h-1. Dit betekent dat bij zeer zware wind per uur 1 à 1,5 maal de volledige binnenlucht naar buiten wordt gezogen. Als je een passiefhuis wilt bouwen, moet je zo goed gaan luchtdichten dat deze waarde lager dan 0,6 maal blijft.
Om voldoende verse lucht in de woning te krijgen en de vervuilde lucht af te voeren wordt vaak gebruik gemaakt van verluchtingsroosters in de ramen, ventilatoren in badkamer en toilet, dampkap,… maar deze betekenen grote lekken in onze luchtdichte woning.
In de volgende aflevering gaan we bekijken hoe we toch op een efficiënte en energiezuinige manier kunnen ventileren zonder roosters.