Types klimplanten
Soorten klimplanten
Directe begroeiing
De directe gevelbegroeiing wordt gevormd door zelfhechtende soorten. Met behulp van hechtorganen klimmen ze tegen de gevel op. Klimop en Wilde wingerd zijn hier mooie voorbeelden van.
Indirecte begroeiing
De soorten die onder de indirecte begroeiing vallen – zoals slingerplanten, steunklimmers en rankvormende soorten – hebben klimhulp nodig om hun weg naar boven te vinden. Vandaar ook de naam afstandsbegroeiing, aangezien de klimhulp zich op enkele centimeters van de gevel bevindt.
Façadebegroeiing
Wanneer er geen mogelijkheid is om de planten op de grond te plaatsen, kunnen ze eventueel in bakken op het dak worden geplaatst. Deze hangende façadebegroeiing hangt dan over de gevel heen.
© Afdeling Bos & Groen
Groepen klimplanten
De planten binnen deze verschillende types worden ook nog eens in verschillende groepen opgedeeld. Het is belangrijk ze te kennen om een goede plantenkeuze voor jouw concrete situatie te kunnen maken.
-
Zelfhechtende planten
verankeren zich met hun hechtwortels aan de gevel. Dit gebeurt door de wortelhaartjes die zich in de fijnste poriën of oneffenheden in de muur kunnen vastzetten. Deze haartjes dringen niet dieper dan enkele millimeters in de muur. Ze hebben dus geen beschadigend effect. Anders is het wanneer dergelijke planten onachtzaam worden verwijderd. Dan kan er voegwerk of gevelbepleistering losgetrokken worden.
-
Slingerplanten
vormen de grootste groep onder de klimplanten. In hun zoektocht naar licht slingeren ze zich met hun hoofd- en nevenscheuten langs de klimhulp omhoog. Bekende leden uit deze familie zijn Kamperfoelie, Japanse blauweregen of Bruidssluier
-
Rankers
klimmen met behulp van omgebouwde, draadvormige en vertakte organen (ranken). Deze ranken bewegen zich al draaiend tot ze door een aanrakingsprikkel worden gestimuleerd om de klimhulp vast te grijpen en te omwikkelen. Voorbeelden hier zijn de Wijnstok en de Bosrank. -
Steunklimmers of enteraars
maken gebruik van doornen, stekels of borstelharen om zich aan een klimhulp vast te haken en zo hun weg omhoog te banen. Winterjasmijn en Klimrozen zijn bij een breed publiek gekende voorbeelden van deze groep.
© Afdeling Bos & Groen
Kies doordacht
Om nu de juiste plant voor de juiste situatie te kunnen kiezen, moet je een antwoord formuleren met betrekking tot enkele criteria. Onderstaande tabel helpt je hierin op weg.
Afstemmen van de plant op het gebouw |
|
Groeihoogte |
|
Groeisterkte |
|
Groeivorm |
|
Manier van klimmen |
|
Licht- en warmte-eisen van de plant |
|
Onderhoud |
|
Schaderisico |
|
Onderhoudsmogelijkheid |
|
Bladval |
|
Plantenkenmerken |
|
Winterhardheid |
|
Groenblijvend | |
Geur of bloemdragend |
|
(Bron: Brochure Gevelbegroening – Afdeling Natuur & Bos)
Klimhulp
Deze leiders van de planten zijn in verschillende materialen beschikbaar: hout, kunststof en metaal. Je kan ze kant-en-klaar kopen in de tuinspeciaalzaken of zelf in elkaar steken.
De meest gebruikte klimhulpen zijn nog altijd de houten varianten. Ze zijn niet duur en makkelijk te plaatsen. Nadeel is dat hout een natuurlijk materiaal is en na verloop van tijd afbreekt.
Materialen zoals inox, metaal, ijzer of koolstof zijn wat dat betreft duurzamer, maar ook duurder.