Licht in de veranda
Een veranda breidt niet alleen je woning uit, tegelijk verlengt het je dagen doordat je er langer van de zon kunt genieten, zonder hinder van wind of insecten. Vergeet echter niet dat je voor de bouw van zo’n veranda een stedenbouwkundige vergunning nodig hebt. Onze stedenbouwkundige expert licht toe hoe dit in zijn werk gaat.
Vergunning
Om een veranda te mogen oprichten, moet je voorafgaandelijk een stedenbouwkundige vergunning verkrijgen. Deze aanvraag moet je indienen bij het gemeentebestuur van de gemeente waar je de veranda wil bouwen, zo bepaalt het decreet van 18 mei 1999. Dat decreet stelt dat niemand zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning een vaste inrichting mag plaatsen.
Onder het bouwen en plaatsen van een vaste inrichting verstaat de wetgever ‘het oprichten van een gebouw of een constructie of het plaatsen van een inrichting, zelfs uit niet-duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan, ook al kan het ook uit elkaar worden genomen, verplaatst of is het volledig ondergronds.’
Bouwinbreuk
Een veranda wordt beschouwd als vaste inrichting, en is dus vergunningsplichtig. Wie toch zijn droomveranda wenst te bouwen zonder voorafgaandelijk een definitieve en uitvoerbare stedenbouwkundige vergunning te verkrijgen, loopt de volgende risico’s:
- door een bevoegde ambtenaar (de politie, de bevoegde gemeentelijke ambtenaar, de stedenbouwkundige inspecteur,…) kan vastgesteld worden dat deze veranda zonder de vereiste stedenbouwkundige vergunning werd opgericht;
- van deze vaststelling zal een proces-verbaal van bouwinbreuk opgesteld worden, waarna dit pv onder meer zal overgemaakt worden aan het bevoegde parket van de procureur des Konings;
- op basis van dit opgestelde proces-verbaal kan het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeente of de bevoegde gewestelijke stedenbouwkundige inspecteur van de Vlaamse overheid een herstelvordering, na voorafgaand eensluidend advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid, inleiden bij het parket van de procureur des Konings;
- het bevoegde parket kan de overtreder dagvaarden om voor de correctionele rechtbank te verschijnen;
- de correctionele rechtbank kan, naast een straf (gevangenisstraf en/of een geldboete), aan de overtreder een herstelmaatregel opleggen;
- deze herstelmaatregel kan erin bestaan dat de illegale veranda dient afgebroken te worden of dat er een geldsom (de zogenoemde meerwaarde) zal moeten betaald worden die gelijk is aan de meerwaarde die het kwestieuze onroerend goed door de bouw van de veranda heeft bekomen;
- als het parket het bouwmisdrijf zou seponeren, kan men nog altijd naar de burgerlijke rechtbank stappen om daar de overtreder te horen veroordelen tot het uitvoeren van een herstelmaatregel (herstel van de plaats in de oorspronkelijke staat, uitvoeren van aanpassingswerken of betalen van een meerwaarde).
Regularisatie
De pijn kan evenwel nog verzacht worden als de overtreder alsnog een regularisatievergunning aanvraagt bij de betrokken gemeente. Concreet betekent dit dat de overtreder een plannetje maakt of laat opmaken van de illegale veranda en dat hij alsnog aan de betrokken vergunningverlenende overheid (= de betrokken gemeente) een aanvraag indient om een stedenbouwkundige vergunning (= regularisatievergunning) te bekomen voor de al opgerichte constructie.
Vroeger diende men nog een zogenaamde transactiesom (een geldsom) te betalen als een regularisatievergunning afgeleverd werd. Dit wordt vandaag niet meer toegepast.
Als de regularisatievergunning bekomen wordt op een moment dat er nog een gerechtelijke procedure lopende is, moet de overtreder dit onmiddellijk signaleren aan de rechter, zodat die daar rekening mee kan houden.
De bevoegde rechter zal dan geen herstelmaatregel meer bevelen, maar de rechter kan wel nog een straf (meestal een geldboete) opleggen omdat de overtreder zich destijds heeft schuldig gemaakt aan een bouwinbreuk.
Bouwvoorschriften
Algemeen geldende bouwvoorschriften voor (aanbouw)veranda’s zijn er niet.
Wel kunnen onder meer verkavelingsvoorschriften regels bevatten omtrent bijvoorbeeld de toegelaten bouwhoogte van de veranda, de te gebruiken materialen, de kleur van de materialen, de hellingsgraad van het dak, de toegelaten bouwdiepte, enz.
Een constructie volledig in steen zal veelal niet vergund worden als veranda. Men kan zich hierbij trouwens afvragen of er dan nog wel sprake is van een veranda. Van Dale omschrijft een veranda immers als: ‘een open of met glas gesloten uitbouw aan een woning’.
Maar zoals gezegd, veel zal afhangen van de specifieke regels die van toepassing zijn en de overeenstemming van de constructie met de goede plaatselijke ruimtelijke ordening.
Andere regels
Wie een veranda bouwt, hoeft geen beroep te doen op een architect als de veranda aan al de volgende voorwaarden voldoet:
- de oppervlakte van de veranda is maximaal 30 vierkante meter;
- de veranda heeft een kroonlijsthoogte van maximaal 3 meter;
- de nokhoogte van de veranda is beperkt tot maximaal 4,5 meter.
Als de veranda aan een bestaand gebouw wordt aangebouwd, dan mogen de bouwwerken noch de oplossing van een constructieprobleem met zich meebrengen, noch de stabiliteit van de aanpalende gebouwen wijzigen.
Als er binnen de 5 jaar na de voltooiing van de bouwwerken aan de illegaal gebouwde veranda geen PV is opgesteld lastens de oprichter, dan is deze bouwinbreuk verjaard en zal de gepleegde bouwovertreding gedoogd worden (tenminste als de veranda werd opgericht in een zogenaamd niet-ruimtelijk kwetsbaar gebied). Voorbeelden van niet-ruimtelijke kwetsbare gebieden zijn onder meer woongebieden, woongebieden met landelijk karakter, landbouwgebieden (agrarische gebieden), enz.