Studie ijvert voor doordachte keuze in energievraagstuk
Het energievraagstuk draait vandaag vooral rond de vraag welke brandstof ons in de toekomst energie zal leveren: aardgas, kernenergie, duurzame bronnen,… Maar elk van die keuzes brengt ook een enorme investering aan het elektriciteitsnet met zich mee. Roland Berger Strategy Consultants becijferde welke keuze op dat vlak het meest voordelig is.
Grote investeringen
Welke vorm van energievoorziening ook de bovenhand zal halen in de toekomst, alleszins zullen grote investeringen nodig zijn in het elektriciteitsnet. Toch wordt daar momenteel niet of nauwelijks over gesproken. De financiële gevolgen van een specifieke keuze voor kolen, gas, duurzame stroom of een gebrek aan keuze zijn echter enorm. Dit blijkt uit een studie van Roland Berger Strategy Consultants.
"Een keuze maken voor een specifieke vorm van energievoorziening en daarvoor overhaast investeringen doen in het netwerk, is zeer onverstandig als later blijkt dat voor een ander alternatief wordt gekozen”, zegt Didier Tshidimba, senior partner van Roland Berger België. Hij pleit ervoor dat eerst goed bestudeerd wordt welke oplossingen voor handen zijn voor een duurzame opwekking van stroom en transport daarvan, om vervolgens gefundeerd tot een goede oplossing te komen. Hierdoor kunnen overbodige investeringen voorkomen worden.
Vier scenario's
Roland Berger heeft vier scenario's uitgewerkt voor de wijze waarop in België en Europa de komende decennia elektriciteit kan worden opgewekt en gedistribueerd. De totale investeringen in productie en netwerkcapaciteit in Europa variëren van 1 500 miljard tot bijna 4 000 miljard euro.
-
Schone kolen en kernenergie
In het eerste scenario ligt de nadruk op schone kolen en kernenergie. In dit scenario wordt elektriciteit grotendeels opgewekt met kolen- en kerncentrales. Het voordeel hiervan is dat het elektriciteitsnet nauwelijks aangepast hoeft te worden. Nadelen zijn de blijvende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en de noodzaak van afvang en opslag van CO2 om aan de emissiedoelstellingen te kunnen voldoen. Afvang en opslag vinden op dit moment nog slechts in demonstratieprojecten plaats en het is dan ook de vraag of deze techniek tijdig beschikbaar is om voor 2020 de emissiedoelstellingen te behalen. De totale investeringen zijn het laagst, maar door de variabele kosten van brandstof en opslag die dit scenario meebrengt, zijn de totale kosten hoogst onzeker.
- Wind- en zonneparken
In het tweede scenario leveren grote wind- en zonneparken het grootste deel van de elektriciteit. Deze grootschalige duurzame elektriciteitsparken worden in dit scenario geplaatst op de locaties waar ze het meest opleveren: windparken op zee en zonneparken in Zuid-Europa. Voor het elektriciteitsnet betekent dit dat er grotere investeringen moeten worden gedaan om stroom te kunnen transporteren tussen de Europese landen en om de piekcapaciteit van de windparken aan te kunnen. Omdat de wind niet altijd waait en de zon niet altijd schijnt, zal reservecapaciteit noodzakelijk zijn. Significante vorderingen in de ontwikkeling van de techniek van (tijdelijke) opslagcapaciteit lijkt hierbij een mogelijkheid, maar is een even kostbaar alternatief.
- Kleinschalige centrales
Een derde optie is dat elektriciteit decentraal wordt opgewekt, door kleinschalige wind-, zon- en warmtekrachtoplossingen. Dat wil zeggen dat lokaal veel in kleine installaties moet worden geïnvesteerd, maar ook dat het distributienet geschikt moet worden gemaakt voor energietransport in beide richtingen (slimme netten). Dit scenario leidt tot significante investeringen in het distributienet. Er zijn veel alternatieve oplossingen, zoals met elektrische auto's, maar de benodigde technologieën zijn nog niet marktrijp.
- Geen keuze
Tot slot is er een scenario mogelijk waarin de verschillende bronnen naast elkaar worden gebruikt en er geen duidelijke keuze voor elektriciteitsproductie wordt gemaakt. Tshidimba: "Dit is de meest kostbare variant, maar wel de variant die zijn opwachting dreigt te maken. Zo zijn er plannen voor windparken op zee, worden er grote gas- en kolencentrales gebouwd en worden voorbereidingen getroffen voor een slim distributienet. Iedere optie vraagt echter zijn eigen specificaties als het om het transport- en distributienetwerk gaat. Met als gevolg dat de totale investeringen sterk oplopen."
Conclusie: tijd voor actie
Volgens Didier Tshidimba moeten de betrokken partijen voldoende tijd nemen om over oplossingen na te denken. Ook is een toekomstvisie van ruim tien jaar tot 2020 veel te eng. Een horizon van ten minste dertig jaar is nodig. De huidige financiële crisis helpt de energiesector om de nodige tijd te kunnen nemen. "Door de financiële crisis worden investeringen uitgesteld. Partijen moeten de ruimte die hierdoor ontstaat gebruiken om serieus na te denken over alle mogelijke alternatieven. We zullen nu in actie moeten schieten om de gevolgen van de financiële crisis en de druk op grondstofprijzen zoals gas en olie te overwinnen en tegelijkertijd te voldoen aan de eisen van duurzame energieopwekking, zonder de bakstenen van de toekomst te ondergraven."