Energie
Energieprestatieregelgeving almaar beter nageleefd
Het procentueel aantal EPB-aangiftes waarvoor een boete wordt gerapporteerd is de laatste jaren sterk afgenomen. Voor vergunningen aangevraagd in 2006 bedroeg dit aantal nog 9 procent. De laatste jaren stabiliseert zich dit rond 3,5 procent. Met deze cijfers corrigeert VEA de foutieve berichtgeving van de afgelopen dagen in de media.
Sinds 2006 moeten Vlaamse nieuwbouwwoningen aan de EPB-regelgeving voldoen. Uit de cijfers van VEA blijkt dat deze verplichtingen al van meet af aan goed worden nageleefd. “Slechts zelden moeten we een boete opleggen voor het niet behalen van het opgelegde E-peil,” geeft woordvoerder Jan Vereecke van VEA aan. “Boetes worden doorgaans uitgereikt voor het niet correct naleven van de ventilatieverplichtingen. Meestal is dit omdat enkele ventilatiecomponenten ontbreken. Het is uitzonderlijk dat er totaal geen ventilatiesysteem in de woning aanwezig is.”
Boetes sinds 2008
Het VEA startte in 2008 met het opleggen van administratieve boetes voor gebouwen die niet voldoen aan de EPB-eisen. Dit gebeurt op basis van de ingediende EPB-aangifte na ingebruikname van het gebouw. Er zit dus meestal een doorlooptijd van een aantal jaren tussen de initiële bouwaanvraag en de EPB-aangifte, die de as-built toestand van het gebouw weergeeft. Sinds 2011 zet het VEA extra personeel in om de dossiers inhoudelijk te behandelen.Het vestigen van de boetes kende daardoor een tijdelijke opstoot in 2012 die vermoedelijk nog doorgezet zal worden in 2013. Er wordt verwacht dat daarna ook het aantal op te leggen boetes zal stabiliseren, net zoals het aantal ingediende EPB-aangiftes waarbij een overtreding wordt vastgesteld.