Electrabel verlaagt prijzen fors

Electrabel, dat elektriciteit en gas levert aan zowat 55 tot 60 procent van alle gezinnen in ons land, aanvaardt de blokkering van de energieprijzen vanaf 1 april. Concreet houdt het in dat het grootste Belgische energiebedrijf terugkomt op zijn plan om op de valreep de gasprijs nog met 3 procent te verhogen. Dat is te horen in regeringskringen. Electrabel zelf hield de lippen gisteren op elkaar. Het heeft zich voorgenomen om vandaag zijn nieuw commercieel beleid uit de doeken te doen.


Het werd gisteren al duidelijk dat Electrabel een heel stuk verder gaat dan het louter instemmen met het regeringsplan om de energieprijzen te blokkeren. Het heeft besloten de bevriezing te combineren met een verlaging van de energieprijzen. Hoe fors het in de tarieven zal snijden, wordt vanmorgen bekendgemaakt. ‘Een vrij spectaculaire verlaging', zo wordt het in regeringskringen omschreven.

Politieke druk

Electrabel zou trouwens niet zozeer bezweken zijn voor de politieke druk om in te stemmen met de prijsbevriezing. Dat tegelijk de prijzen worden verlaagd, wijst erop dat de heisa van de voorbije weken over de verhoging van de gasprijs de concurrentiepositie van Electrabel geen goed heeft gedaan. Het gerucht deed gisteren de ronde dat het bedrijf geconfronteerd wordt met een aanzienlijk klantenverlies, a rato van minimum 1.000 per dag.

Voorts ziet het ernaar uit dat de top van Electrabel vandaag de zwartepiet voor de verhoging van de gasprijs zal doorschuiven naar de Belgische energieregulator, de Creg. De regulator heeft de energieleveranciers enkele dagen voor de prijsbevriezing van kracht zou gaan, op het verkeerde been gezet, luidt de kritiek. Uit briefwisseling zou blijken dat de Belgische energieregulator de leveranciers, en Electrabel in het bijzonder, op 30 maart groen licht heeft gegeven om in extremis de gasprijs nog te verhogen.

Electrabel was overigens de allerlaatste die nog vasthield aan de verhoging van de gasprijs. Luminus bond woensdag al in, gisteren volgden Nuon en Essent.


Bron: De Standaard