(H)outdoor

Wie kiest voor hout in en rond de woning maakt niet alleen een fraaie, maar ook een milieubewuste keuze.


Concreet: 1 m³ hout slorpt 1,1 ton CO2 op en houdt dit gedurende zijn volledige levensduur vast. In een woning of tuin waarin 20 m³ hout verwerkt of aanwezig is, zit 22 ton opgeslagen CO2.
Daarnaast speelt ook het zogenaamde substitutie-effect: kiezen voor hout in plaats van voor andere - meer energievergende - bouwmaterialen levert een extra winst van 0,9 ton CO2 per m³ hout op.
De CO2-fixatie in combinatie met het substitutie-effect maakt dat per m³ hout in een of andere toepassing het CO2-gehalte in de lucht met 2 ton slinkt.
Inzake positief milieu-effect steekt hout er met kop en schouders bovenuit. Daarmee verdient deze grondstof zijn vaste plaats in diverse bouwtoepassingen. Hout voor buitengebruik is er één van.

Natuurlijke duurzaamheid
In de hedendaagse architectuur vormen woning en tuin of terras één geheel. Hout leent zich uitstekend tot integratie in een dergelijke (tuin)architectuuropvatting, ongeacht of het gaat om een strakke tuin, een kleine stadstuin, een dakterras of een landelijke tuinomgeving.
Doordat hout voor buitentoepassingen blootstaat aan de meest extreme weersomstandigheden, grote temperatuurschommelingen en vocht moet het over de juiste eigenschappen beschikken om een leven lang in goede conditie te blijven.

Op basis van hun natuurlijke duurzaamheid worden de houtsoorten onderverdeeld in 5 klassen. Klasse I staat voor zeer duurzaam hout, klasse V voor niet duurzaam hout. Om vele jaren lang onbekommerd te kunnen genieten van hout in de tuin of op het terras, is het belangrijk dat u de juiste houtsoort kiest op basis van de duurzaamheidsklasse die nodig is voor de gewenste buitentoepassing.

Contact met grond
Bij buitentoepassingen waar het in contact komt met de grond (tuinscherm, carport, klimplantroosters, brievenbus, houten speeltuigen,…) wordt hout bedreigd door schimmels (houtrot).
Voor deze toepassingen genieten harde houtsoorten van duurzaamheidsklasse I of II de absolute voorkeur. Bekende en minder bekende houtsoorten zoals Afrikaans padoek (klasse I), bilinga (klasse I), cumaru (klasse I), ipé (klasse I), itauba (klasse I), jatoba (klasse II), jarrah (klasse I), massaranduba (klasse I), merbau (klasse I-II), moabi (klasse I), okan (klasse I), tali (klasse I), tamme kastanje (klasse II) en tatajuba (klasse I-II)… beschikken van nature over een hoge duurzaamheid. Dat maakt ze uitermate geschikt voor blootstelling aan weer en wind, vocht, extreme temperatuurverschillen en grondcontact.

Zacht naaldhout
Ook zachte naaldhoutsoorten zoals grenen (klasse IV-V), vuren (klasse V) of oregon (klasse III voor kernhout en klasse V voor spinthout) staan probleemloos hun mannetje in weer, wind, vocht en grondcontact mits ze eerst vakkundig werden verduurzaamd (procédé A4.1).

Wanneer het hout blootgesteld is aan weer en wind maar niet in contact komt met de grond (luiken, zonnewering, balustrades, gevelbekleding, terrassen zonder grondcontact …) komen houtsoorten van duurzaamheidsklasse I, II en III zoals balau yellow (correcte naam voor bangkirai, klasse II-III), purperhart (klasse II-III) en plantageteak (klasse I-III) of hittebehandeld hout in aanmerking.

Zonlicht
Door blootstelling aan zonlicht vergrijst hout buiten op een natuurlijke en gelijkmatige manier. Dit proces heeft geen enkele invloed op de levensduur van het hout. Wie de vergrijzing wil voorkomen, kan een kleurlaag aanbrengen die de uv-straling tegenhoudt. Omwille van het intense beloop is een dergelijke kleurlaag minder aangewezen voor terrashout.

Houten outdoortoepassingen vragen amper onderhoud. Wie last heeft van schoonmaakkriebels en absoluut aan de slag wil met een hogedrukreiniger, gebruikt best geen krachtige straal dicht op het hout om beschadiging van het houtoppervlak te voorkomen.

Meer info: www.woodforum.be

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in