Wat kost een tweede verblijf aan de kust?

Het kopen van een vakantiehuis als tweede verblijf klinkt vaak als muziek in de oren, maar houd ook rekening met de financiële kant. Hoe zit het met de belastingen en tegenover welke kosten sta je?

Belastingvoordeel

Aangezien er wordt gewerkt met het stelsel van langetermijnsparen, zal het belastingvoordeel dan ook lager uitvallen dan bij de aankoop of bouw van je eerste woning.

Onroerende voorheffing

 Net als op je woning betaal je voor een tweede verblijf in België ook jaarlijks onroerende voorheffing. Die wordt berekend op basis van het kadastraal inkomen. Dat verschilt naar gelang de gemeente. Gemeenten mogen deze ook aanpassen. Hier heb je geen recht op kortingen zoals bij een gezinswoning wanneer je kinderen ten laste hebt.

Lenen voor een tweede verblijf

Als je voor een eerste woning kunt lenen, lukt dat voor een tweede woning ook. Als je nog een hypotheek lopende hebt op je eerste woning, kun je die opnieuw aanwenden voor het tweede verblijf. Het is ook mogelijk een groepsverzekering aan te spreken. Een deel van het gespaarde geld kun je gebruiken voor de aankoop van het tweede verblijf. Je pensioen zal later wel lager liggen dan.

Effect vakantiewoning op lening

Het bezit van een tweede verblijf beïnvloedt de aftrekbaarheid van de aflossingen voor de gezinswoning. De leninglast en de premies van de schuldsaldoverzekering kun je aftrekken onder het stelsel van de woonbonus, zijnde maximaal 2.260 euro per persoon (aanslagjaar 2014 – inkomsten 2013). De eerste tien jaar wordt dat bedrag verhoogd met 750 euro per persoon. Koop je een tweede verblijf, dan vervalt het recht op die verhoging. Dateert de aankoop van de gezinswoning van voor 1 januari 2005, dan beïnvloedt het bezit van het tweede verblijf het fiscale voordeel van de lening niet.