Beschermende huid rond een fragiel interieur
‘Ik vind dat je niet mag blijven stilstaan in het verleden, je koopt ook geen verouderd televisietoestel. Daarom wilde ik nooit een pastoriewoning uittekenen’
‘licht, functionaliteit en detaillering duiken in elk van Pascals ontwerpen op, maar dan telkens aangepast aan de omgeving en de wensen van zijn cliënteel’
‘Het interieur moet het exterieur dicteren. Eens het verhaal binnen klopt, kan je het doortrekken naar buiten’
De Aalsterse architect Pascal François veroorloofde zich van in het begin van zijn carrière – intussen zo’n achttien jaar geleden - een ongelooflijke luxe: hij doet enkel zijn eigen ding, namelijk hedendaagse architectuur die hem een persoonlijke meerwaarde biedt. Dat liep in het begin niet meteen van een leien dakje, maar net omdat hij niet afweek van zijn visie, kan hij zich vandaag nog steeds terugvinden in zijn eerste projecten.
“Het was in het begin niet gemakkelijk, omdat de mensen niet wisten waarvoor ik stond”, vertelt Pascal. “Mijn eerste project was het huis van mijn oom. Hij wilde aanvankelijk een landelijke woning, maar ik kon hem overtuigen van mijn principes en hij keurde mijn eerste voorstel – een moderne woning - meteen goed. Net als de technologische vooruitgang in bijvoorbeeld televisietoestellen, gaat ook architectuur er op vooruit. Ik vind dat je niet mag blijven stilstaan in het verleden, je koopt ook geen verouderde televisie. Daarom wilde ik nooit een pastoriewoning uittekenen.”
Hedendaags maar tijdloos
Pascal François is dus een man met een duidelijk afgelijnde visie op architectuur, maar toch vond hij zichzelf als dertiger nog te jong voor het ontwerp van zijn eigen woning. “Dit huis moest ons visitekaartje worden”, legt hij uit. Uiteraard zijn Pascals projecten ook een parameter van zijn visie op architectuur, maar in een eigen woning met kantoor had hij de kans om zijn eigen ding te doen. “En net daar schuilt het gevaar”, lacht hij. “Veel jonge architecten maken de fout al hun kunnen in dat ene project te bundelen, omdat ze daar niet altijd de kans toe krijgen bij hun cliënteel. Dat resulteert vaak in een onsamenhangend geheel en dat wilde ik vermijden. Ik wilde een sober en ingetogen project uittekenen dat binnen twintig jaar nog steeds voldoet aan mijn normen. Uiteraard zijn er dan weer nieuwe technieken, maar ik ben ervan overtuigd dat als je ontwerp goed zit, je woning een tijdloos gehalte kan blijven houden.”
Een trein op drie sporen
Dat ultieme plan om een woning tijdloos te maken, is volgens Pascal ‘een trein die op drie sporen rijdt’: licht, functionaliteit en detaillering. Deze elementen duiken in elk van zijn ontwerpen op, maar dan telkens iets anders, aangepast aan de omgeving en de wensen van zijn cliënteel. De drie peilers maken Pascals projecten bovendien tot duurzame woningen. “Als je deze sporen volgt, kan je de woning makkelijk plooien naar een andere vraag”, legt de architect uit. “De basis zit immers goed.” Ook in zijn eigen woning spelen deze elementen een prominente rol. Hij gebruikte de doorsnede van de woning bijvoorbeeld als instrument om licht binnen te trekken. “In het dak en de gevels werd een lichtspleet aangebracht die doorheen het hele huis loopt”, legt hij uit. Daardoor wordt de hele woning doorkruist door een lichtbaan en kan je van de voorgevel in één rechte lijn de tuin in kijken. Ook de lichtbaan in het dak volgt diezelfde as. “En ook al zit er in de noordgevel maar één raam – waardoor je een donker huis verwacht – toch zorgen de lichtas, verschillende vides en de enorme glaspartijen aan de zuidkant voor een helder geheel”, gaat Pascal verder.
Een beschermende huid
“Verder wilde ik bij het ontwerp van mijn eigen huis terugkeren naar de essentie: bescherming”, vertelt hij. “Mensen bouwen namelijk een woning om zich te wapenen tegen klimatologische omstandigheden. Zo werd de ontwerpfase een zoektocht naar het realiseren van een beschermende huid.” Hiervoor vond de architect inspiratie in de bolster van een kastanje. “Een ruwe buitenkant die een fragiele binnenkant herbergt, zo werd ook de woning opgevat.” De buitenschil werd opgetrokken in een handvormsteen die verlijmd werd om het ruwe karakter van de gevel te benadrukken. Maar tegelijkertijd geeft ook de fragiele binnenkant zich een stukje bloot. Waar de gevel inspringt, werd die bezet met pleister die het witte interieur weerspiegelt. Omgekeerd is langs de binnenzijde van het huis niets te zien van de ruwe gevel. “Dit hebben we verwezenlijkt door de witte bepleistering zowel binnen als buiten tot tegen de vaste beglazing door te trekken”, legt Pascal uit. “De ramen die we kunnen openen, werden in een zwaar houten kader geplaatst, waardoor je ook hier niets van de gevel ziet.”
Interieur als uitgangspunt
Deze uitgekiende wisselwerking tussen interieur en gevel, bewijst dat de architect zijn woning ontwierp vanuit de binnenkant. “In al onze projecten gebruiken we het interieur als uitgangspunt”, vertelt Pascal. “Het interieur moet het exterieur dicteren. Eens het verhaal binnen klopt, kan je het doortrekken naar buiten. Voor ik begon te tekenen, had ik een uitgesproken beeld van hoe ik wilde wonen: een wit interieur met witte meubels. Dat is namelijk de perfecte basis voor kleine trendy veranderingen die je in de loop der tijd wil aanbrengen.” Deze zorgvuldige voorbereiding van het interieur is een perfect voorbeeld van de peiler ‘detaillering’ in Pascals werk. De architect tekent steeds de vaste meubels voor elk project zelf uit, waardoor elke woning van zijn hand voldoet aan zijn hoge afwerkingstandaard. “Ik geef ook les aan Sint Lucas in Gent en daar werk ik graag rond detaillering”, vertelt hij. “Ik geef mijn studenten steeds de opdracht om vanuit een detail te vertrekken om zo een volledig gebouw te tekenen.”
Werken met de omgeving
“Uiteraard speelt ook de omgeving een grote rol bij het ontwerp van een woning”, vertelt Pascal. “Dat vertaalt zich zowel in oriëntatie als in de materiaalkeuze.” Zijn eigen woning werd zo ingeplant, dat er enkel een vrij gesloten gevel zichtbaar is langs de straatkant, terwijl de woning achteraan erg open is. Deze zijde geniet dan ook van het mooiste uitzicht en de beste lichtinval. “Meestal proberen we de omliggende natuur optimaal te benutten en het mooiste uit de omgeving naar binnen te halen, maar dat lukt niet altijd”, vertelt hij verder. “Zo kreeg ik ooit de opdracht een woning te ontwerpen midden in een zielloze verkaveling. In plaats van het zicht open te trekken, hebben we er toen voor gekozen om het hele huis af te schermen door middel van een muur en haag.”
Special Bouwen – Leen Verstraelen – april 2008
‘licht, functionaliteit en detaillering duiken in elk van Pascals ontwerpen op, maar dan telkens aangepast aan de omgeving en de wensen van zijn cliënteel’
‘Het interieur moet het exterieur dicteren. Eens het verhaal binnen klopt, kan je het doortrekken naar buiten’
De Aalsterse architect Pascal François veroorloofde zich van in het begin van zijn carrière – intussen zo’n achttien jaar geleden - een ongelooflijke luxe: hij doet enkel zijn eigen ding, namelijk hedendaagse architectuur die hem een persoonlijke meerwaarde biedt. Dat liep in het begin niet meteen van een leien dakje, maar net omdat hij niet afweek van zijn visie, kan hij zich vandaag nog steeds terugvinden in zijn eerste projecten.
“Het was in het begin niet gemakkelijk, omdat de mensen niet wisten waarvoor ik stond”, vertelt Pascal. “Mijn eerste project was het huis van mijn oom. Hij wilde aanvankelijk een landelijke woning, maar ik kon hem overtuigen van mijn principes en hij keurde mijn eerste voorstel – een moderne woning - meteen goed. Net als de technologische vooruitgang in bijvoorbeeld televisietoestellen, gaat ook architectuur er op vooruit. Ik vind dat je niet mag blijven stilstaan in het verleden, je koopt ook geen verouderde televisie. Daarom wilde ik nooit een pastoriewoning uittekenen.”
Hedendaags maar tijdloos
Pascal François is dus een man met een duidelijk afgelijnde visie op architectuur, maar toch vond hij zichzelf als dertiger nog te jong voor het ontwerp van zijn eigen woning. “Dit huis moest ons visitekaartje worden”, legt hij uit. Uiteraard zijn Pascals projecten ook een parameter van zijn visie op architectuur, maar in een eigen woning met kantoor had hij de kans om zijn eigen ding te doen. “En net daar schuilt het gevaar”, lacht hij. “Veel jonge architecten maken de fout al hun kunnen in dat ene project te bundelen, omdat ze daar niet altijd de kans toe krijgen bij hun cliënteel. Dat resulteert vaak in een onsamenhangend geheel en dat wilde ik vermijden. Ik wilde een sober en ingetogen project uittekenen dat binnen twintig jaar nog steeds voldoet aan mijn normen. Uiteraard zijn er dan weer nieuwe technieken, maar ik ben ervan overtuigd dat als je ontwerp goed zit, je woning een tijdloos gehalte kan blijven houden.”
Een trein op drie sporen
Dat ultieme plan om een woning tijdloos te maken, is volgens Pascal ‘een trein die op drie sporen rijdt’: licht, functionaliteit en detaillering. Deze elementen duiken in elk van zijn ontwerpen op, maar dan telkens iets anders, aangepast aan de omgeving en de wensen van zijn cliënteel. De drie peilers maken Pascals projecten bovendien tot duurzame woningen. “Als je deze sporen volgt, kan je de woning makkelijk plooien naar een andere vraag”, legt de architect uit. “De basis zit immers goed.” Ook in zijn eigen woning spelen deze elementen een prominente rol. Hij gebruikte de doorsnede van de woning bijvoorbeeld als instrument om licht binnen te trekken. “In het dak en de gevels werd een lichtspleet aangebracht die doorheen het hele huis loopt”, legt hij uit. Daardoor wordt de hele woning doorkruist door een lichtbaan en kan je van de voorgevel in één rechte lijn de tuin in kijken. Ook de lichtbaan in het dak volgt diezelfde as. “En ook al zit er in de noordgevel maar één raam – waardoor je een donker huis verwacht – toch zorgen de lichtas, verschillende vides en de enorme glaspartijen aan de zuidkant voor een helder geheel”, gaat Pascal verder.
Een beschermende huid
“Verder wilde ik bij het ontwerp van mijn eigen huis terugkeren naar de essentie: bescherming”, vertelt hij. “Mensen bouwen namelijk een woning om zich te wapenen tegen klimatologische omstandigheden. Zo werd de ontwerpfase een zoektocht naar het realiseren van een beschermende huid.” Hiervoor vond de architect inspiratie in de bolster van een kastanje. “Een ruwe buitenkant die een fragiele binnenkant herbergt, zo werd ook de woning opgevat.” De buitenschil werd opgetrokken in een handvormsteen die verlijmd werd om het ruwe karakter van de gevel te benadrukken. Maar tegelijkertijd geeft ook de fragiele binnenkant zich een stukje bloot. Waar de gevel inspringt, werd die bezet met pleister die het witte interieur weerspiegelt. Omgekeerd is langs de binnenzijde van het huis niets te zien van de ruwe gevel. “Dit hebben we verwezenlijkt door de witte bepleistering zowel binnen als buiten tot tegen de vaste beglazing door te trekken”, legt Pascal uit. “De ramen die we kunnen openen, werden in een zwaar houten kader geplaatst, waardoor je ook hier niets van de gevel ziet.”
Interieur als uitgangspunt
Deze uitgekiende wisselwerking tussen interieur en gevel, bewijst dat de architect zijn woning ontwierp vanuit de binnenkant. “In al onze projecten gebruiken we het interieur als uitgangspunt”, vertelt Pascal. “Het interieur moet het exterieur dicteren. Eens het verhaal binnen klopt, kan je het doortrekken naar buiten. Voor ik begon te tekenen, had ik een uitgesproken beeld van hoe ik wilde wonen: een wit interieur met witte meubels. Dat is namelijk de perfecte basis voor kleine trendy veranderingen die je in de loop der tijd wil aanbrengen.” Deze zorgvuldige voorbereiding van het interieur is een perfect voorbeeld van de peiler ‘detaillering’ in Pascals werk. De architect tekent steeds de vaste meubels voor elk project zelf uit, waardoor elke woning van zijn hand voldoet aan zijn hoge afwerkingstandaard. “Ik geef ook les aan Sint Lucas in Gent en daar werk ik graag rond detaillering”, vertelt hij. “Ik geef mijn studenten steeds de opdracht om vanuit een detail te vertrekken om zo een volledig gebouw te tekenen.”
Werken met de omgeving
“Uiteraard speelt ook de omgeving een grote rol bij het ontwerp van een woning”, vertelt Pascal. “Dat vertaalt zich zowel in oriëntatie als in de materiaalkeuze.” Zijn eigen woning werd zo ingeplant, dat er enkel een vrij gesloten gevel zichtbaar is langs de straatkant, terwijl de woning achteraan erg open is. Deze zijde geniet dan ook van het mooiste uitzicht en de beste lichtinval. “Meestal proberen we de omliggende natuur optimaal te benutten en het mooiste uit de omgeving naar binnen te halen, maar dat lukt niet altijd”, vertelt hij verder. “Zo kreeg ik ooit de opdracht een woning te ontwerpen midden in een zielloze verkaveling. In plaats van het zicht open te trekken, hebben we er toen voor gekozen om het hele huis af te schermen door middel van een muur en haag.”
Special Bouwen – Leen Verstraelen – april 2008