Stilstaande lucht als isolator
Een aloude stelling luidt: “lucht is de beste isolator”. Maar klopt ze ook? Stilstaande lucht geleidt inderdaad geen warmte en is dus een zeer goede isolator, maar de lucht moet dan ook echt stil blijven staan! Zodra de lucht kan gaan circuleren zal ook de warmte mee weg kunnen circuleren.
Het basisprincipe van isolatie is gebaseerd op deze stelling. Isolatiemateriaal is niets anders dan een ‘structuur’ die de luchtcirculatie verhindert en/of kleine compartimenten die stilstaande lucht bevatten. Hoe fijner de structuur en hoe beter de cellen gesloten zijn, des te hoger de isolatiewaarde van het product.
Vermijd kieren
Een spouwmuur zonder isolatie bevat ook veel lucht, maar her en der in de buitengevel zijn er verluchtingsgaatjes zodat de lucht kan circuleren door de spouw. Met deze luchtcirculatie wordt de warmte uit je snelbouwsteen meegenomen en koelt de binnenruimte dus af. Deze lucht heeft hierdoor (bijna) geen isolerende waarde.
Bij geïsoleerde spouwmuren is het ook zeer belangrijk dat je spouwisolatie goed aansluit tegen de binnenmuur, zodat er geen luchtcirculatie tussen isolatie en snelbouw kan plaatsvinden. Indien de isolatie niet aansluit tegen de binnenmuur én er plaatselijk kieren tussen de isolatieplaten onderling zijn, dan ontstaat er een ‘schoorsteeneffect’ (dit kan al ontstaan bij zeer kleine kieren tussen 2 isolatieplaten). Door de kier kan er koude buitenlucht tot tegen de binnenmuur komen. Deze zal door de warmte van de binnenmuur opwarmen en achter de isolatie door stijgen tot aan de volgende kier. Daar kan die warme lucht naar buiten ontsnappen. Zo wordt er permanent achter de isolatie door warmte van binnen onttrokken. Studies van het WTCB tonen aan dat een slecht geplaatste isolatie van 8cm een isolerende waarde heeft van slechts 2cm! Slechts 25% van je investering in isolatie zal kunnen renderen.
Bepaal de juist isolatiedikte
Koude buitenlucht die in een geïsoleerde constructie kan binnendringen zal de werking van het isolatiemateriaal gedeeltelijk teniet doen. Een goede winddichtheid is dus van belang om de lucht in je isolatie stil te houden en zo je isolatie optimaal te laten renderen.
Enkele mogelijke manieren om een goede winddichtheid te bekomen, zijn onder andere een onderdak met tand en groef, een gevelisolatie met volle spouwvulling, bouwfolie tussen isolatie en gevelbeplanking, …
Nu we zeker zijn dat onze isolatie door een goede winddichtheid ook goed zal isoleren kunnen we de nodige isolatiedikte gaan bepalen.
Een vuistregel: Om een woning met een K-waarde van 30 te halen, isoleer je 10 à 12 cm in de vloer, 15 à 18 cm in de muur en 20 à 25 cm in het dak. Deze diktes zijn berekend met materialen met een lambda-waarde van ongeveer 0,04 W/mK: vlas, papiervlokken, glaswol of rotswol, ...
Christophe Debrabander – Februari 2008 – voor habitos.be
Het basisprincipe van isolatie is gebaseerd op deze stelling. Isolatiemateriaal is niets anders dan een ‘structuur’ die de luchtcirculatie verhindert en/of kleine compartimenten die stilstaande lucht bevatten. Hoe fijner de structuur en hoe beter de cellen gesloten zijn, des te hoger de isolatiewaarde van het product.
Vermijd kieren
Een spouwmuur zonder isolatie bevat ook veel lucht, maar her en der in de buitengevel zijn er verluchtingsgaatjes zodat de lucht kan circuleren door de spouw. Met deze luchtcirculatie wordt de warmte uit je snelbouwsteen meegenomen en koelt de binnenruimte dus af. Deze lucht heeft hierdoor (bijna) geen isolerende waarde.
Bij geïsoleerde spouwmuren is het ook zeer belangrijk dat je spouwisolatie goed aansluit tegen de binnenmuur, zodat er geen luchtcirculatie tussen isolatie en snelbouw kan plaatsvinden. Indien de isolatie niet aansluit tegen de binnenmuur én er plaatselijk kieren tussen de isolatieplaten onderling zijn, dan ontstaat er een ‘schoorsteeneffect’ (dit kan al ontstaan bij zeer kleine kieren tussen 2 isolatieplaten). Door de kier kan er koude buitenlucht tot tegen de binnenmuur komen. Deze zal door de warmte van de binnenmuur opwarmen en achter de isolatie door stijgen tot aan de volgende kier. Daar kan die warme lucht naar buiten ontsnappen. Zo wordt er permanent achter de isolatie door warmte van binnen onttrokken. Studies van het WTCB tonen aan dat een slecht geplaatste isolatie van 8cm een isolerende waarde heeft van slechts 2cm! Slechts 25% van je investering in isolatie zal kunnen renderen.
Bepaal de juist isolatiedikte
Koude buitenlucht die in een geïsoleerde constructie kan binnendringen zal de werking van het isolatiemateriaal gedeeltelijk teniet doen. Een goede winddichtheid is dus van belang om de lucht in je isolatie stil te houden en zo je isolatie optimaal te laten renderen.
Enkele mogelijke manieren om een goede winddichtheid te bekomen, zijn onder andere een onderdak met tand en groef, een gevelisolatie met volle spouwvulling, bouwfolie tussen isolatie en gevelbeplanking, …
Nu we zeker zijn dat onze isolatie door een goede winddichtheid ook goed zal isoleren kunnen we de nodige isolatiedikte gaan bepalen.
Een vuistregel: Om een woning met een K-waarde van 30 te halen, isoleer je 10 à 12 cm in de vloer, 15 à 18 cm in de muur en 20 à 25 cm in het dak. Deze diktes zijn berekend met materialen met een lambda-waarde van ongeveer 0,04 W/mK: vlas, papiervlokken, glaswol of rotswol, ...
Christophe Debrabander – Februari 2008 – voor habitos.be