Isolatie: De sleutel tot energiezuinig wonen
Vorige maand verduidelijkte architect Christophe Debrabander al dat isolatie, luchtdichting en ventilatie dé 3 sleutelbegrippen zijn om comfortabel en energiezuinig te bouwen. Deze maand gaat Christophe dieper in op de voornaamste aandachtspunten van het correct isoleren.
Om het verlies van warmte door de buitenschil (de vloer, de muren, het plafond, de ramen,…) tegen te gaan, dienen we deze zo goed mogelijk te isoleren. In een energiezuinige woning hanteren we een minimum dikte van 10 cm in de vloer, 15 cm in de muur en 20 of 25 cm in het dak. Hiermee is het bij een compact ontwerp mogelijk om een “K30” of “LEW” (laagenergiewoning) te realiseren. Laten we wat dieper in gaan op de verschillende aspecten:
Vloerisolatie
Zoals gesteld heeft een goede vloerisolatie een dikte van 10 cm of meer. Afhankelijk van de vloeropbouw kiezen we voor een drukvaste plaat (bijvoorbeeld EPS, piepschuim,…) onder de dekvloer (chape) of voor papiervlokken tussen een houten roostering.
Om de isolatie ononderbroken in een egale dikte te kunnen aanbrengen, worden waterafvoeren, elektrische leidingen én koudwater in een egalisatielaag onder de isolatie verwerkt.
Warmwaterleidingen en verwarmingsleidingen worden ‘in’ de isolatielaag aangebracht, zodat de warmte goed behouden blijft in de leidingen. Dit kan door bijvoorbeeld als onderlaag 4cm piepschuim te nemen, daarop de warmwaterleidingen in een laag van 3cm isolatie uitgesneden en daarop een isolatielaag van 3cm dik
Muurisolatie
Om de circulatie van warme lucht achter de isolatie tegen te gaan, dient deze goed aansluitend tegen de binnenmuur te worden geplaatst. Hiervoor werken we bij voorkeur met rotswol van hoge densiteit: door de hoge materiaaldichtheid is deze plaat redelijk stijf en kan deze niet zakken, maar ze blijft licht flexibel zodat ze goed aansluitend tegen de binnenmuur kan worden geplaatst. Ook de voegen tussen de platen sluiten goed aan.
Door in twee lagen te werken en de platen te schranken, worden eventuele kieren en plaatsingsfouten in de eerste laag opgevangen door de overlappende plaat in de tweede laag. Bij volle spouwvulling moet men oppassen dat de juiste materialen worden gebruikt om geen vochtinfiltratie in de muur noch bakelietvorming op de gevelsteen te krijgen.
Een goede muurisolatie heeft een dikte van 12 tot 15cm of meer.
Bij houtskelet worden de muren buiten bekleed met een winddichte houtvezel isolatieplaat van 2 à 6 cm dik; in het houtskelet wordt rotswol geplaatst of worden papiervlokken naadloos ingeblazen, met een dikte van 14 tot 23 cm.
Dakisolatie
Een goede dakisolatie heeft een dikte van 20cm of meer. Ook hier wordt bij voorkeur met licht vervormbare materialen (zoals rotswol) of met ingespoten isolatie (zoals papiervlokken) gewerkt om een volledig kierdichte aansluiting te verkrijgen. Isolerende houtvezelplaten voorzien van tand en groef zorgen voor een naadloos winddicht onderdak, beschermen de houten kepers tegen condensvocht en zorgen voor een betere bescherming tegen zomerhitte.
Beglazing
Na het toepassen van een goede isolatie in vloeren, muren en daken is het belangrijk dat ook de beglazing een aangepaste isolatiewaarde heeft. Bij voorkeur wordt in een beglazing met een U-waarde van 1,1 W/m²K of beter voorzien. Om ook de warmteverliezen aan de rand van het glas te beperken kan in een warmte-edge worden voorzien: dit is een isolerend materiaal in plaats van de standaard aluminium afstandshouder tussen de twee glasbladen.
In de winter kunnen we een maximale warmtewinst door instraling van de zon bekomen door zoveel mogelijk glas op het zuiden te nemen en een minimale hoeveelheid glas op het noorden.
Om ook in de zomer geen last te hebben van oververhitting, kan je dakoversteken gebruiken boven de beglazing die op het zuiden is gericht. Het is ook best het aandeel glas op oost en west te beperken tenzij je screens of rolluiken kan aanbrengen.
Koudebrug vrij bouwen
In een goed geïsoleerde woning is het belangrijk ook de laatste details te verzorgen zodat er geen koudebruggen kunnen ontstaan. Belangrijk is:
- te werken met een isolerende steen onderaan de muren voor een aansluiting van vloerisolatie op muurisolatie
- te zorgen dat er geen contact is tussen venstertablet en arduin
- Strekken boven de ramen op te vangen met L-ijzers of murfor lateien, maar ‘niet’ aangieten
- Isolatie te plaatsen tussen het onderdak en de binnenmuren, dus de binnenmuren ‘niet’ opmetselen tot tegen het onderdak
Passiefhuis isolatie
Indien we zeer doorgedreven gaan isoleren (en ook in een goede luchtdichting en ventilatie voorzien) kunnen we zelfs woningen realiseren die geen centrale verwarming meer nodig hebben, dit noemen we passiefhuizen.
Hiervoor wordt er gemiddeld 30 cm isolatie in de vloer aangebracht, 35 cm in de muur, 40 cm in het dak en een beglazing met een U-waarde 0,6 W/m²K.