Hoe energiezuinig ventileren?

Sinds januari 2007 is ventileren verplicht in alle (ver)bouwprojecten. Waarom? Hoe kunnen we hier nu aan voldoen? Zijn we echt verplicht roosters in de ramen te steken? Hoeveel energie kunnen we uitsparen met een goed ventilatiesysteem?


Een goede ventilatie is niet alleen nodig om voldoende zuurstof in huis te brengen, het moet ook zorgen voor een evenwichtige en gezonde luchtsamenstelling.
In oudere of slecht gerenoveerde woningen zien we zeer vaak in de slaapkamer schimmelproblemen ontstaan door te weinig ventilatie: per gezin brengen we op één dag meer dan 12 liter vocht in de lucht, waarvan minstens 1 liter per persoon tijdens de nachtrust in de slaapkamer vrijkomt! Dat moeten we tijdig buiten ventileren als we geen vochtproblemen willen krijgen. Koken, wassen, schilderen, … al onze dagdagelijkse activiteiten brengen in meer of mindere mate geurende en/of schadelijke stoffen in de lucht, dit alles moeten we ook tijdig weg ventileren.

4 systemen
Om volgens de norm te ventileren, hebben we keuze tussen 4 verschillende systemen. De wetgever nummerde ze van A tot D, afhankelijk van het mechanisch afzuigen en/of aanvoeren van de lucht. Van elk systeem zijn er ook mogelijkheden om deze energiezuiniger te maken door de ventilatiehoeveelheid te sturen en/of met warmterecuperatie te werken.
Het basisprincipe van de verplichte ventilatie is dat er in elke ‘droge’ ruimte (slaapkamer, woonkamer, bureau,…) verse buitenlucht binnenkomt, dat deze door de gang kan circuleren om dan in de ‘natte’ ruimtes (zoals toilet, badkamer, keuken, wasplaats,…) te worden afgevoerd naar buiten. Zo zijn we zeker dat het vocht en de geur uit deze vervuilende ruimtes rechtstreeks naar buiten worden afgevoerd.

Praktijkvoorbeeld
Hieronder een toelichting per systeem, waarbij we voor een reële vrijstaande woning met isolatiegraad K34 ook telkens het E-peil en de totale stookkost vergelijken.

Systeem A betreft een volledige natuurlijke ventilatie: boven de ramen van de leefruimtes en slaapkamers worden ventilatieroosters voorzien en in het plafond van de keuken, badkamer, toilet, wasplaats, … worden roosters voorzien die telkens met een afvoerbuis vertikaal door het dak gaan. Voordeel van dit systeem is de geringe installatiekost - gemiddeld ongeveer 1 500 euro per woning - en de eenvoudige werking. Nadeel is echter dat door de ventilatie samen met de vervuilde lucht ook de kostbare warmte mee naar buiten verdwijnt, en bij veel wind er een tocht in de woning ontstaat, met nog meer warmteverlies tot gevolg. De voorbeeldwoning zou met dit systeem E78 behalen, en een ‘karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik’ van 91 120 MegaJoule.

Systeem B omvat een mechanische aanvoer in de slaapkamers en leefruimtes door het plaatsen van ventilatoren die - bijvoorbeeld achter elke radiator - mechanisch verse buitenlucht aanzuigen. De afvoer gebeurt op een natuurlijke manier met roosters in het plafond van de keuken, badkamer, toilet, wasplaats, … die telkens met een ventilatiekoker door het dak gaan. Dit systeem wordt in België praktisch niet toegepast, omdat ons klimaat minder geschikt is om met een systeem van “overdruk” te werken. De voorbeeldwoning zou met dit systeem E80 behalen, en een ‘karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik’ van 93 328 MegaJoule. Dit betekent een meerverbruik van 2% ten opzichte van natuurlijke ventilatie wat zuiver te wijten is aan het elektrische verbruik van de ventilatoren.

Systeem C betreft een mechanische afvoer van de vervuilde lucht via afvoerroosters in de ‘natte’ ruimtes - zoals toilet, badkamer, keuken, wasplaats,… - die verbonden zijn met één of meerdere ventilatoren. De aanvoer van verse lucht in de slaapkamers en leefruimtes gebeurt op een natuurlijke manier door het plaatsen van ventilatieroosters boven de ramen.
Hierdoor ben je zeker dat ook bij windstilstand of bij heel felle wind telkens eenzelfde noodzakelijke hoeveelheid wordt geventileerd - niet te veel en niet te weinig. Maar we hebben nog steeds het nadeel dat samen met de vervuilde lucht ook de kostbare warmte mee naar buiten verdwijnt. De installatiekost van een dergelijk systeem bedraagt om en bij de 2 000 à 3 000 euro. De voorbeeldwoning zou ook met dit systeem E80 behalen, en een ‘karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik’ van 93 328 MegaJoule. Dit betekent net zoals bij systeem B een meerverbruik van 2% ten opzichte van natuurlijke ventilatie wat zuiver te wijten is aan het elektrische verbruik van de ventilatoren. Je hebt wel de zekerheid dat er permanent een juiste hoeveelheid wordt geventileerd.

Systeem “C+” is een variante op dit systeem: hierbij worden de afvoerbuizen van de natte ruimtes allemaal verbonden met één intelligente ventilator. Bij afwezigheid zal de sturing de ventilator minder laten werken, waardoor je minder elektriciteit verbruikt én ook minder van je kostbare warme lucht naar buiten stuurt. De meerkost van deze intelligente sturing bedraagt om en bij de 1 000 euro, maar hierdoor kunnen we wel het energieverlies van de voorbeeldwoning met 10% verminderen tot E-peil 71 met een ‘karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik’ van 83 638 MegaJoule voor de gehele woning.

Systeem D zal zowel de afvoer als de aanvoer op een mechanische wijze verzorgen. Indien je dit doet door in alle ‘natte’ ruimtes - zoals toilet, badkamer, keuken, wasplaats,… - een afvoerventilator te plaatsen en in alle “droge” ruimte - slaapkamer, woonkamer, bureau,… - een aanvoerventilator te plaatsen, zal je niet alleen een hoge installatiekost hebben, maar ook een hoog verbruik aan stroom voor de aparte afvoerventilatoren die je kostbare warme lucht uit huis blazen en de aparte aanvoerventilatoren die koude buitenlucht naar binnen sturen.
Zonder warmterecuperatie zou onze voorbeeldwoning met dit systeem E-peil 85 en een ‘karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik’ van 99 399 MegaJoule behalen, wat nog 5% meer energieverlies betekent dan een woning met systeem C, of zelfs 7% meer energieverlies dan een woning met totaal natuurlijke ventilatie.

Systeem D mét warmterecuperatie is ook een volledig mechanisch systeem waarbij echter alle ventielen voor aanvoer en afvoer verbonden zijn met één centraal toestel. In dit toestel zitten naast de 2 ventilatoren (één voor de aanvoer en één voor de afvoer van lucht) ook een warmtewisselaar: hierdoor wordt de warmte van de binnenlucht overgedragen aan de verse koude buitenlucht, zodat bijna alle warmte binnen in de woning blijft. De lucht die in de ‘droge’ ruimtes wordt ingeblazen is dus verse lucht aan kamertemperatuur, waardoor we geen tocht kunnen ervaren. De installatiekost van een dergelijk systeem bedraagt om en bij de 5 000 à 6 000 euro.
Indien we een warmtewisselaar met 90% rendement toepassen, zal de voorbeeldwoning E 64 behalen, en een ‘karakteristiek jaarlijks primair energieverbruik’ van 74 556 MegaJoule. Dit betekent in de totale verwarmingskost van de woning een besparing van 14% ten opzichte van natuurlijke ventilatie!
Eventuele optie voor een beter zomercomfort zijn een bypass en/of aardwarmtewisselaar: deze maken het mogelijk om in de zomer de woningen intensief de ventileren met koelere lucht.

Zo zien we dat het duurste systeem ook de grootste besparing op de verwarmingskost kan opleveren, met als bijkomend voordeel dat de circulerende ventilatielucht een aangename kamertemperatuur heeft, wat de kans op tochtgevoel zeer klein maakt.

Meer info vind je in het hoofdstuk ventilatie

Architect Christophe Debrabander – september 2007 – voor Habitos.be

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in