Voorwoord minister van Leefmilieu
Klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen van de 21ste eeuw. Al lijkt het voor velen een probleem voor overmorgen, of een ver-van-hun-bed-show. Ook wij zullen last krijgen van een wisselend weerpatroon waar droogte en overstromingen frequenter kunnen worden.
Maar een Belg wordt nog steeds met een baksteen in de maag geboren en dus hebben wij meestal huizen die ons kunnen beschermen tegen dit veranderend weerpatroon. Jammer genoeg biedt een huis niet enkel beschutting, onze woning is daarnaast ook één van de belangrijkste oorzaken van het probleem van de klimaatsverandering.
Klimaatverandering wordt veroorzaakt door een stijging van het broeikasgaseffect in onze atmosfeer en dit komt omdat we steeds meer broeikasgassen uitstoten. Het belangrijkste broeikasgas dat we uitstoten is koolstofdioxide (CO2) en dit wordt vooral uitgestoten telkens we een fossiele brandstof verbranden zoals steenkool, aardgas of aardolie. Telkens we het huis verwarmen, warm water gebruiken, een elektriciteitsknop aanzetten, stoot ons huis dus broeikasgassen uit.
Dat die bron absoluut niet te verwaarlozen is bewijzen de cijfers. In België zijn we erin geslaagd onze emissies ten opzichte van 1990 min of meer te stabiliseren met een lichte stijging van 1,4 procent in 2003. In de meeste sectoren dalen de emissies, met uitzondering van twee sectoren waar we daar duidelijk niet in slagen: de transportsector en de verwarming van gebouwen. Daar zijn stijgingen vastgesteld van respectievelijk 29 % en 14,3 %. Als we er in geslaagd zouden zijn de emissies in deze sectoren simpelweg constant te houden dan waren de Belgische emissies in 2003 met 5,5 % gedaald ten opzichte van 1990. Dit is niet ver weg van de Belgische doelstelling onder het Kyotoprotocol, namelijk een vermindering van 7,5 %.
Willen we dus iets doen aan het klimaat dan zullen we de komende jaren moeten bewijzen dat we ook in de woningsector de emissies kunnen laten dalen. De opdracht lijkt simpel: onze verwarming, toestellen en ons verbruik moeten een stuk zuiniger. De praktijk leert dat het heel wat moeilijker is. De stijgende welvaart zorgt ervoor dat steeds minder familieleden onder één dak leven en dat we onze woning van steeds meer comfort voorzien. Enkele voorbeelden daarvan zijn de veralgemening van de centrale verwarming, airconditioning en meerdere badkamers per woning. We hebben dus meer woningen te verwarmen en te verlichten waarin meer comfortdiensten worden gebruikt. Bovendien zijn onze woningen slecht geïsoleerd waardoor er heel wat energie gewoon door het dak verdwijnt. Zuiniger verwarmen en verbruiken komt neer op het wijzigen van een mentaliteit. Een echt goede isolatie tussen de muren, onder de vloer en het dak, moet even evident worden als cement tussen de bakstenen.
Als federaal minister van Leefmilieu heb ik eind 2005 de resultaten bekendgemaakt van een klimaatsenquête. Daarin hebben we de burger expliciet gevraagd hoe we hem best een duw in de rug konden geven voor het energiezuiniger maken van zijn woning. Bovendien heeft de federale overheid de belastingvermindering voor energie-efficiënte investeringen opgetrokken tot 1000 euro voor investeringen in 2006.
Geïndexeerd is dit gelijk aan 1240 euro (inkomstenjaar 2006, aanslagjaar 2007). Dit moet het beleid van de gewesten ondersteunen die bijvoorbeeld de vereisten voor het energetisch rendement van de gebouwen gevoelig verhogen.
Maar niet enkel de overheid promoot energie-efficiënt bouwen. Ook op BATIBOUW trok het Milieuparcours vorig jaar veel volk en op de stand Duurzaam bouwen en verbouwen werd permanent duurzaam bouwadvies gegeven. En dit jaar staat de Energiebesparing centraal op de beurs. Niet anders dan het Milieuparcours of het Innovatieparcours werd er een Energiebesparingparcours gecreëerd. En dat is maar goed ook, want energiebesparing moet eigenlijk geïntegreerd zitten in alles wat hier op de beurs staat. In plaats van een groene lamp die het Milieuparcours uitstippelt, of een blauwe lamp die het Innovatieparcours aangeeft moet Energiebesparing een spaarlamp zijn die ondertussen in de stand van elke bouwpromotor, architect of aannemer brandt. Toch blijkt vaak daar het schoentje te knellen en worden alternatieve bouw- of isoleermaterialen niet vermeld door de architect, aannemer, bouwpromotor. Onbekend is onbemind, het is dus aan de overheid om de architecten, bouwpromotors, aannemers die duurzame en milieuvriendelijke technieken naar voren schuiven, te belonen. Ze verdienen een label, een plus, want zij bieden de consument immers een meerwaarde.
De stijging van de olieprijzen maakt nogmaals duidelijk dat onze portemonnee in grote mate ons gedrag bepaalt. We zien terug een opleving van de vraag naar energie-efficiënte technieken. Dit moet beantwoord worden met een stijging van het aanbod en een stijging van informatie over energiezuiniger wonen. Zowel de industrie, de architecten als de overheid moeten daarom de burger informeren over welk verschil een degelijke dakisolatie maakt. En dan bedoel ik niet het eenmalige kostprijsverschil, maar vooral de lagere maandelijkse energiefactuur en het extra comfort dat je er zowel in de winter als in de zomer voor terugkrijgt. Ook in huurwoningen geldt ondertussen de fiscale aftrek, bijvoorbeeld als een huurder een condensatieketel installeert. Ook mensen met een laag inkomen blijven niet in de kou. Het OCMW zal een energie-audit kunnen laten uitvoeren in minder fortuinlijke woningen en het Energiebesparingsfonds kan dan zorgen voor de financiering van de renderende energiezuinige investering in die woning. Bovendien worden ook de openbare gebouwen niet ongemoeid gelaten. Fedesco is een NV die via het systeem van derde partij financiering instaat voor de uitbouw van energiezuinige investeringen in openbare gebouwen. De energiezuinige alternatieven zijn er, de structuren en premies staan op poten, nu komt het erop aan om via energiedeskundigen, energie-audits en brochures iedereen aan te zetten die spaarlamp in zijn eigen woning te laten branden.
Belgen hebben niet enkel een baksteen in de maag, maar ze zijn ook een zeer spaarzaam volk. Laten we die beide voortaan combineren en energiebesparing tot volkssport verheffen, onder het motto: please, try this at home.
Bruno Tobback