Ramen en deuren
Vacuum (vacuüm) glas
Vacuum glas bestaat uit twee glasbladen met een spouw die vacuüm gezogen is. Holle ruimtes zonder lucht (dus vacuüm) isoleren beter dan holle ruimtes waar nog lucht of gas in zit. Het vacuüm verhindert stroming en geleiding. Warmtetransport kan enkel via straling.
Eigenschappen van vacuum glas
- Voor vacuum glas is een isolatiewaarde (U-waarde) van Ug 0,4 W/m²K haalbaar.
- Vacuüm glas isoleert tot 4 maal beter dan enkel glas, waardoor het ideaal is als glas voor raamkaders die niet vervangen mogen worden (bv. bij beschermde gebouwen of beschermde gevels, dorpsgezichten, …).
- Vacuüm glas bestaat uit twee glasplaten (elk zo’n 3 tot 4 mm dik), die door glazen steuntjes of noppen (0,2 mm dik) op een constante afstand van mekaar worden gehouden om zo een vacuüm spouw te creëren. De steuntjes zijn nodig omdat de glasplaten door de atmosferische druk anders zouden imploderen.
- Een van de twee glasplaten bestaat uit Low-E-glas. Low-E glas is eigenlijk ‘low emissivity glass’, of glas met een laag stralingsvermogen. Op de glasplaat is een coating aangebracht dat warmte- en koudestraling tegen gaat.
- De glasranden zijn afgedicht met soldeerglas.
Voordelen vacuüm glas
- Dunnere glasdikten dan dubbel of drievoudig glas
- Isolatiewaarde die overeen komt met recent dubbel glas
- Geluidsisolerend
- Thermisch isolerend
- U-waarde van vacuum glas: Ug = 1,2 W/m²K tot 1,4 W/m²K
Nadelen van vacuüm glas
- Duur
- Beperkte efficiëntie