Meer isoleren, meer verbruiken?
Het lijkt een contradictie, maar meer isoleren leidt niet automatisch tot een lager verbruik van energie. De praktijk leert dat bewoners van een goed geïsoleerd huis vaak lakser worden in hun energiezuinig gedrag. Architect Flip Blockx, gespecialiseerd in duurzaam bouwen, legt uit hoe dit rebound-effect tot stand komt.
Woongedrag
Meer isoleren, betekent niet altijd minder energie verbruiken. Het klinkt tegenstrijdig maar soms is het toch zo. We worden momenteel overdonderd door informatie over energiezuinig bouwen en verbouwen. Over isolatie, over luchtdichting, exotische ventilatiesystemen en fotovoltaïsche panelen. Helaas wordt meestal het belangrijkste onderdeel van energiezuinig bouwen vergeten en dat is het gedrag van de bewoner. Je hoeft geen ingenieur te zijn om te begrijpen dat wanneer het buiten 10°C is en je binnen de thermostaat op 22°C zet, je 20% meer zal verbruiken dan met een thermostaat op 20°C. Om nog te zwijgen over ramen die een hele dag lang op kipstand blijven staan.
Het rebound-effect
Energiezuinig kun je iemand die zijn verwarming graag op 22°C heeft staan niet noemen. Wel kun je denken dat die persoon door te isoleren altijd energie zal besparen, omdat hij die temperatuur van 22°C gemakkelijker bereikt en vasthoudt.
Ervaring uit de praktijk leert echter dat dit wel eens kan tegenvallen. Energiebesparing lokt namelijk een gedragswijziging uit die leidt tot een lagere besparing dan theoretisch verwacht. “Mijn huis is toch goed geïsoleerd, dus wat maakt het uit dat het raam wat langer openstaat.” Dit is wat men het economisch terugneemeffect of reboundeffect noemt.
Ook onrechtstreeks kan er een negatieve invloed op je totale energieverbruik ontstaan. Door het grondig isoleren daalt je energieverbruik waardoor er extra financiële ruimte ontstaat. Als trouwe consument wil je de economische crisis wat bestrijden en zo’n kamerbrede tv is toch net wat je tv-hoek mist.
Schaduwkost van comfort
De gebruiker zal in zijn goed geïsoleerde woning snel geneigd zijn om het comfort te verhogen. Een voorbeeld: J. uit G verwarmt de slaapkamers niet of nauwelijks in de niet geïsoleerde woning. Na het verhogen van het isolatiepeil zal hij dit wel doen, omdat de kostprijs om dit extra comfort te verkrijgen (de zogenaamde schaduwkost) sterk gedaald is. Een deel van de potentiële besparing wordt dus omgezet in een comfortverhoging.
Meestal is er wel een aanzienlijke besparing bij een verbetering van het isolatiepeil (of K-peil), maar dat is niet noodzakelijk zo. Onderstaand voorbeeld toont dit aan.
De zwarte lijn is het berekend verbruik via de EPB-software (gestandaardiseerde software om het energieverbruik benaderend te voorspellen). In de huidige situatie (A1) verbruikt deze woning volgens de berekening 2 200 euro per jaar aan energie en heeft ze een K150. De isolatie wordt sterk aangepast en we zien dat bij K25 het verbruik daalt tot 500 euro per jaar (A2), een besparing van 1 700 euro per jaar. De software gaat wel uit van een hoog comfort. Zo gaat de software ervan uit dat ook de slaapkamers verwarmd worden.
Reële situatie
Maar in de reële situatie leefde de bewoner heel wat energiezuiniger. Hij verwarmde enkel de leefruimte en de badkamer, waardoor de startsituatie niet 2 200 euro aan energie per jaar is, maar slechts 1 200 euro per jaar (B1). Een verschil van 1 000 euro per jaar, dus. De groene lijn toont de potentiële besparing wanneer we de isolatie verbeteren en hetzelfde, lage comfortniveau behouden. We zien dan dat bij K25 (B2) het prijsverschil tussen hoog en laag comfort nog slecht honderd euro per jaar is. De gebruiker zal zijn gedrag dan ook snel aanpassen en zijn comfort verhogen.
Het verbeteren van een K150 tot een K25 rijwoning is wel zeer ingrijpend. Als we een oude rijwoning met kleine ramen grondig gaan verbouwen, vergroten we bijna altijd de ramen (de blauwe lijn). Zeker aan de tuinzijde zullen we grote glaspartijen voorzien. Ramen scoren zeer slecht als het op isolatie aankomt, waardoor de inspanningen om tot een lager energiegebruik te komen, gecombineerd met een hoger comfortniveau nog groter worden. De bestudeerde woning verbruikt met een K-peil verbetering van 100 (C1) nog altijd evenveel energie als voor de verbouwing. De woning is dan wel volledig verwarmd en baadt in het daglicht.
Bron: Flip Blockx – Architect - Specialist Duurzaam Bouwen
Inspiratiebron: KVIV, Hogere cursus Energietechniek, Energieprestatie en Ontwerp, professor Griet Verbeeck