Energiezuinig bouwen is energiezuinig ontwerpen

De torenhoge energieprijzen, de energieprestatieregelgeving, … zetten energievriendelijk bouwen almaar hoger op het prioriteitenlijstje van de Belgische (ver)bouwer.
Energiezuinig bouwen is op termijn niet alleen financieel interessant. Het maakt het leven in de woning ook een stuk comfortabeler én gezonder. De enige voorwaarde om energiezuinig en gezond te bouwen is de nodige aandacht hiervoor bij het ontwerp en de keuze van materialen, installaties en technieken.

Die aandacht moet naar een zevental punten gaan: compact bouwen, thermisch isoleren, luchtdicht bouwen, ventileren, zonnewarmte benutten en een verwarmingsinstallatie en een warmwater productie met een hoog rendement gebruiken.
De zorg voor deze zeven punten heeft een directe invloed op het energieverbruik van de woning. Hoeveel te beter de inspanningen, des te lager het energieverbruik.

Compact bouwen
Bouw zo compact mogelijk. Dit kan door er in het ontwerp naar te streven dat het bewoonbare volume omsloten wordt door een zo klein mogelijke buitenoppervlakte. Langs deze contactoppervlakte gaat immers heel wat warmte verloren.
Rijwoningen zijn wat dit betreft compacter dan een open bebouwing, ook al hebben ze hetzelfde bewoonbare volume. De vrijstaande woning heeft echter vier muren waarlangs warmte kan verdwijnen, de rijwoning slechts twee.
Een kubuswoning is ook weer compacter dan een langgerekte woning met een zelfde woonvolume en isolatiepeil.

Thermisch isoleren
Een tweede en vrij gemakkelijk te realiseren stap op weg naar een energiezuinige woning is het thermisch isoleren. Hierbij is van belang dat de volledige buitenschil wordt geïsoleerd, dus niet alleen de wanden of het dak, maar ook de vloeren en de beglazing. Kies bij voorkeur voor hoogrendementsbeglazing.
Goed isoleren gaat niet alleen om de materiaalkeuze, maar ook om een correcte plaatsing ervan. Vermijd bij de bouwwerken alleszins koudebruggen – een plaats waar de isolatie tussen de binnen- en buitenwand onderbroken is - hier gaat veel warmte verloren en dringt koude binnen.
Isolatie verhoogt bovendien het comfort in de woning. Dankzij de isolatie zal de temperatuur van de binnenwanden stijgen en krijg je een aangenamer gevoel.

Luchtdicht bouwen
Niet alleen goed isoleren, ook luchtdicht bouwen is belangrijk om warmteverliezen via de wanden maximaal te beperken. Ieder gat of kier is niet alleen een lucht- maar ook een warmtelek.
Luchtdicht bouwen vraagt niet noodzakelijk om extra inspanningen. Wanneer je de muren metselt, volstaat het al de binnenzijde te bepleisteren. Het pleisterwerk zorgt ervoor dat de muren luchtdicht zijn.
Voor houtskeletbouw en daken daarentegen wordt best een aparte luchtdichte folie geplaatst. Deze folie kan dan ook de rol van dampscherm of –rem vervullen. Dit scherm voorkomt dat woonvocht in de isolatie terechtkomt waardoor de isolatiewaarde afneemt.
Besteed tot slot aandacht aan de aansluitingen van vensters en deuren in de buitenmuren en van het dak op de buitenmuren.

Ventileren
Minimaal en voldoende ventileren is noodzakelijk voor de gezondheid en het leefcomfort. Daarom mag in een goed geïsoleerde en luchtdichte woning een minimale en gecontroleerde ventilatie niet ontbreken. Dit houdt meer in dan enkele vensters een paar uur per dag openzetten. Op die manier gaat er immers teveel energie verloren.
Het principe van een goede basisventilatie is gebaseerd op de toevoer van verse lucht, de doorstroming van lucht en de afvoer van vervuilde lucht. De toevoer van verse lucht gebeurt via de droge ruimtes – woonkamer, slaapkamers, … Van hieruit moet de lucht via de tussenruimtes – gang, traphal, … - naar natte ruimtes - keuken, badkamer, … - doorstromen. Hier wordt de lucht tot slot afgevoerd.
Ventileren kan op een natuurlijke manier, een mechanische manier of een combinatie van deze twee methodes gebeuren. Bij natuurlijke ventilatie gebeurt de aan- en afvoer van lucht op een ongedwongen manier. De lucht wordt aangevoerd via roosters in ramen of muren. De vervuilde lucht wordt afgevoerd via verticale afvoerkanalen – bijvoorbeeld een schoorsteen – met regelbare roosters.
Voor de mechanische ventilatie wordt gebruik gemaakt van elektrische ventilatoren om de aan- en afvoer van de lucht te beheersen.
Bij de combinatie van beide principes, kan de lucht op een natuurlijke manier worden aangevoerd en met behulp van een ventilator worden afgevoerd of vice versa.

Zonnewarmte
Profiteer maximaal van de zon door een goede oriëntatie en indeling van de woning. Een goede opvatting laat toe in de winter en tussenseizoenen maximaal zonnewarmte binnen te halen. In principe wordt best 40 à 60 % van de totale vensteroppervlakte georiënteerd tussen zuidoost en zuidwest.
Te sterke opwarming van de ruimten tijdens de zomermaanden kan vermeden worden in het architecturale ontwerp – oversteek, overkraging, luiken, lamellen of zonnescreens, ook een aangepaste zonwerende beglazing is een optie.

De verwarmingsinstallatie
Kies voor een zuinige, goed afgestelde verwarmingsketel, bij voorkeur een van het hoogrendements of condenserende type. Condenserende ketels halen een beter rendement omdat ze een deel van de warmte in de waterdamp van de rookgassen terugwinnen door condensatie. Condenserende ketels zijn gelabeld met het Optimaz-elite label (stookolie) of het HR TOP –label (aardgas).
Hoogrendementsketels herken je aan het Optimazlabel in geval van stookolie of het HR + label bij aardgasketels.
Een alternatief voor de verwarmingsketel is de warmtepomp.
Goed om weten, hoe beter een woning geïsoleerd is, des te minder zwaar de installatie kan zijn. Zo bespaar je niet alleen op de stookkost, maar ook op de installatie.

Warm waterproductie
Voor de bereiding van het warm water kan je gebruik maken van hetzelfde toestel als voor de verwarming. Hiervoor kan je kiezen voor een doorstromer – warmt water op wanneer er vraag naar is – of een boiler – houdt een bepaalde hoeveelheid water op temperatuur.
Draag er zorg voor dat de leidingen tussen de warmwater productie en de tappunten zo kort mogelijk is. Isoleer de leidingen wanneer ze door niet-geïsoleerde ruimten lopen.
Alternatieven voor de aanmaak van warm water zijn de zonneboiler en de warmtepompboiler. Deze laatste warmt water in een voorraadvat op aan de hand van een warmtepomp. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de afvoerlucht van ventilatiesystemen voor woningen. Warmtepompboilers voorzien het hele jaar door in de totale warmwaterbehoefte van een gezin.
Een zonneboiler daarentegen benut zonne-energie om water op de gewenste temperatuur te brengen. Hiertoe wordt een zonnecollector op het dak geplaatst. Door deze collector stroomt een vloeistof die wordt verwarmd door het zonlicht. Die vloeistof geeft vervolgens zijn warmte af aan het koude (leiding)water in de boiler. ’s Zomers verwarmt een zonneboiler voldoende water om in de behoefte te voorzien. In de winter is bijverwarming nodig.

“Duurzaam Bouwen” - Patio BATIBOUW 2006

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in