Basiseigenschappen van isolatie
In je toekomstige of bestaand gebouw wil je gaan isoleren om in de winter de warmte binnen te houden en in de zomer de hitte zoveel mogelijk buiten te houden. De isolatie zorgt voor ons thermisch comfort. Je kan de isolatie beschouwen als een soort zeef waardoor warmte verloren gaat. Hoeveel warmte verloren gaat is afhankelijk van zijn eigenschappen.
Eén ding is duidelijk: hoe meer warmte je verliest, hoe meer je zult moeten stoken. Dit verhoogt dan jouw energiefactuur en zorgt voor meer vervuiling van ons leefmilieu. We sommen de belangrijkste eigenschappen van isolatie op.
Lambda waarde of warmtegeleidingscoëfficënt
Hoeveel warmte we verliezen door onze isolatie is afhankelijk van twee factoren: de dikte van de isolatie en hoe goed het materiaal de warmte tegenhoudt. Dit laatste noemen we de warmtegeleidingscoëfficiënt. Je vindt de coëfficiënt in technische informatie aangeduid onder de λ-waarde (lambda), uitgedrukt in W/mK (Watt per meter Kelvin). Dit getal geeft aan hoeveel warmte dat er bij een temperatuurverschil van 1 Kelvin stroomt door een isolatiestuk van 1 m dik. Hoe lager dit getal, hoe minder warmteverlies en dus hoe beter het materiaal isoleert. Van isolatiemateriaal wordt er gesproken als dit getal kleiner is dan 0.065 W/mK.
Warmteweerstand
Om nu de dikte van het materiaal in rekening te brengen werd het begrip warmteweerstand – de R-waarde – in leven geroepen. Deze R-waarde is de dikte in meter gedeeld door de warmtegeleidingscoëfficiënt. Die wordt uitgedrukt in m²K/W. Het is deze waarde die van belang is bij het bekijken of jouw isolatie-investering subsidieerbaar is of niet. Hoe groter de R-waarde, hoe beter de gekozen isolatie isoleert.
Je zal ook horen vertellen over de U-waarde. Dit is dan de totale warmtedoorgangscoëfficiënt van een wand. Je gaat hierbij alle R-waardes optellen en dan deel je 1 door deze som. Hoe kleiner de U-waarde, hoe beter de gehele wand isoleert. Deze U-waardes zijn opgenomen in de energieprestatieregelgeving. Momenteel geldt in Vlaanderen een maximale U-waarde voor een buitenwand van 0.4 W/m²K en in het dak 0.3 W/m²K.
Warmteopslagcapaciteit
Isolatiematerialen hebben ook de vaardigheid om warmte te bufferen in de massa van hun isolatie. Dit wordt uitgedrukt met de warmopslagcapaciteit c in Joule per kilogram Kelvin (J/kg K). De hoeveelheid warmte die kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de structuur en dichtheid van het materiaal. Hoe zwaarder een materiaal, hoe langer het duurt om het op te warmen. En hoe groter deze opslapcapaciteit, hoe meer warmte dit materiaal kan bufferen.
Deze waarde is van minder belang tenzij in lichte constructies zoals daken en houtskeletbouw. Deze lichte wandelementen hebben zelf weinig bufferend vermogen tegen warmte van buitenaf. Om in de zomer onder het dak of in een houtskelet het hoofd koel te houden is het dan ook belangrijk bij de keuze van isolatiematerialen rekening te houden met deze eigenschap.
Materiaal | Dichtheid (kg/m3) |
Warmtegeleidings |
Warmteopslag capaciteit c (J/kg K) |
Calciumsilikaatschuim | 115-300 | 0.045-0.065 | 1000 |
Cellenglas (schuimglas) | 115-220 | 0.040-0.060 | 800-1100 |
Cellulose (Papiervlokken) | 30-80 | 0.037-0.045 | 1700-2150 |
Fenolharsschuim | 40 | 0.022-0.040 | - |
Hennep | 20-68 | 0.040-0.050 | 1500-2200 |
Houtvezels | 30-50 | 0.040-0.045 | 1600 |
50-300 | 0.045-0.090 | 1600-2100 | |
Houtwolcementplaten | 350-600 | 0.090 | 2100 |
Kleikorrels, geëxpandeerd | 300-500 | 0.085 – 0.110 | 1100 |
Kokosvezels | 70-120 | 0.040-0.050 | 1300-1600 |
Kurk, geëxpandeerd | 100-220 | 0.041-0.060 | 1700-2100 |
Minerale wol | 20-200 | 0.032-0.045 | 600-1000 |
Polyethyleenschuim | 50-110 | 0.033 | - |
Polystyreen, geëxpandeerd EPS | 15-30 | 0.035-0.040 | 1500 |
Polystyreen, geëxtrudeerd XPS | 25-45 | 0.030-0.040 | 1300-1700 |
Polyuretaanschuim | 30-100 | 0.024-0.030 | 1400-1500 |
Resolschuim | 35-40 | 0.021-0.023 | - |
Vakuum-isolatiepaneel | 150-300 | 0.002-0.008 | - |
Vermiculiet, geëxpandeerd | 70-160 | 0.046-0.070 | 800-1000 |
Vlas | 20-80 | 0.037-0.045 | 1300-1640 |
Bronnen: Dämmstoffe, Detail Praxis, websites van verschillende leveranciers, Vibe
Auteur: Bruno Deraedt, ingenieur-architect - IADB – Ingenieurs & Architecten voor Duurzaam Bouwen - april 2010