Bijna elke woning in België moet tegen 2050 worden aangepakt
Isolatiebarometer van Recticel Insulation kleurt bijlange nog niet groen.
Om tegen 2050 de Europese energiedoelstellingen te halen, moeten bijna alle Belgische woningen onder handen worden genomen, zo blijkt uit de Isolatiebarometer 2020 van Recticel Insulation, een belangrijke marktspeler in thermische en akoestische isolatie. Concreet gaat het om meer dan 3,5 miljoen huizen en appartementsgebouwen die hetzij gesloopt en herbouwd zouden moeten worden, hetzij energetisch verbeterd om binnen 30 jaar een berekend energieverbruik van minder dan 100 kWh /m²/jaar (voor Vlaanderen en Brussel) of 85 kWh/m²/jaar (voor Wallonië) te halen. “We staan dus voor grote uitdagingen”, geeft Pieter Bailleul, Technical Manager Belux van Recticel Insulation aan. “Maar onoverkomelijk zijn die niet. Zolang we met z’n allen maar anders over onze woning gaan denken. Vooruitdenken vooral. En, als we renoveren, dat we dan voorrang geven aan isolatie of na-isolatie van daken, muren en vloeren. Want met die ingrepen kan op de meest efficiënte en de financieel meest interessante manier richting de energieambities 2050 worden gegaan”.
Gewestelijke vertaling van de Europese ambities 2050
In het kader van de Europese Green Deal en de Overeenkomst van Parijs heeft ook België zich ertoe verbonden een strategie te ontwikkelen om zijn broeikasgassen tegen 2050 met ten minste 80 tot 95 % te verminderen ten opzichte van 1990, om zo de stijging van de globale gemiddelde temperatuur ruim onder 2 °C te houden. Vermits de huishoudens verantwoordelijk zijn voor 13,2% van de totale Belgische uitstoot - en dus meer broeikasgassen uitstoten dan de landbouw- en afvalsector samen - , spelen de langetermijnstrategieën die betrekking hebben op de aanpak van het Belgische residentiële gebouwenpark een belangrijke rol. Deze langetermijnrenovatiestrategieën komen erop neer dat elke Belgische woning tegen 2050 veel betere energieprestaties moet kunnen voorleggen. Deze ambities worden in de 3 gewesten op een verschillende manier concreet vertaald. Zo streven Vlaanderen en Brussel voor elke woning een gemiddelde berekende energiescore van 100 kWh/m²/jaar of minder na, wat in Vlaanderen neerkomt op een label A of A+, en in Brussel overeenstemt met een label C+ of beter. Wallonië ambieert net als Vlaanderen een label A of beter, maar daar wordt een A-label pas toegekend vanaf een Espec van maximum 85 kWh/m²/jaar.
Enorme uitdagingen voor de residentiële sector
Hoe verschillend de concrete formuleringen van de renovatieambities 2050 ook mogen zijn, de uitdagingen op het vlak van de verbetering van de energieprestaties van ons woningbestand zijn voor alle 3 de gewesten enorm te noemen. Zo blijkt uit de Isolatiebarometer 2020 van Recticel Insulation, die de energieprestaties van het huidige Vlaamse, Brusselse en Waalse woonbestand naast elkaar legde.
- Eind 2019 lag in Vlaanderen de gemiddelde energiescore voor een huis op 481 kWh/m²/jaar (E-label) en voor een appartement op 290 kWh/m²/jaar (C-label). Slechts 1% van de huizen en 4% van de appartementen haalde het tegen 2050 beoogde A- label (gemiddelde energiescore van 100 kWh/m²/jaar of beter).
- In Wallonië bedroeg in 2019 de gemiddelde energiescore van een woning – huizen en appartementen samen – , 459 kWh/m²/jaar oftewel een F-label. Slechts 1,1% van alle Waalse woningen (0,2% van de huizen en 2,3% van de appartementen) behaalde een PEB-score van 85 kWh/m²/jaar en draagt dus nu al het geambieerde A-label.
- Slechts 1,74% van de huizen en 8,91% van de appartementen van de 259.875 Brusselse wooneenheden waarvoor tussen mei 2011 en januari 2020 een EPB- certificaat werd opgesteld, scoorde een label C + of beter, wat de Brusselse vertaling is voor een maximale gemiddelde energiescore van 100 kWh/m²/jaar.
Samen komt het erop neer, dat in België 99% van alle huizen en 95% van alle appartementen nog niet voldoen aan de energieambities 2050. Dat is bijna het volledige Belgische woongebouwenbestand.
“Voor een bepaald deel van deze woningen – deze die echt structurele gebreken vertonen, waarin de woonkwaliteit echt ontoereikend is of waar de energienormen echt niet haalbaar zijn door bijvoorbeeld het rooilijndecreet – moet je je afvragen of sloop en heropbouw economisch niet zinvoller zou zijn. In Vlaanderen kan je hiervoor trouwens een sloop- en heropbouwpremie van 7.500 euro krijgen”, geeft Pieter Bailleul, Technical Manager Belux van Recticel Insulation, mee. “Maar bij het merendeel van de woningen kunnen de energieprestaties alsnog worden opgekrikt door middel van energetische renovatie.”
Isolatie: absolute prioriteit
“Wie denkt aan energetisch renoveren, moet steeds het basisprincipe van de Trias Energetica in gedachten houden”, stelt Pieter Bailleul. “Dit principe komt erop neer dat, om op een maatschappelijk verantwoorde manier energie te besparen, je eerst en vooral energieverspilling moet tegengaan door goed te isoleren. De meest koolstofarme energie is immers de energie die je niet verbruikt. In tweede instantie maak je maximaal gebruik van energie uit duurzame bronnen: zon, wind, grond, water. En ten slotte gebruik je de fossiele brandstoffen die je toch nog nodig zou hebben zo efficiënt mogelijk, bijvoorbeeld door middel van een warmtepomp of een condensatieketel.”
“Wie dit Trias Energetica-principe huldigt en begint met te investeren in isolatie, gaat niet alleen het verstandigst te werk bij zijn renovatie. Hij zal er ook veel sneller en efficiënter in slagen om de energieprestaties van zijn woning te verbeteren en veel sneller sprongen vooruit maken in de energieklasse van zijn woning”, gaat Pieter Bailleul verder. “Veel sneller dan wie investeert in energiezuinige technieken voor verwarming, sanitair warm water, ventilatie of stoomproductie.”
Grootste potentieel schuilt in de bouwschil
In isolatie schuilt het grootste potentieel, zo blijkt uit de Isolatiebarometer 2020 van Recticel Insulation.
Hoewel bij het merendeel van de Belgische wooneenheden het dak volledig of gedeeltelijk geïsoleerd is, met name 87% van de Vlaamse daken, 88% van de Brusselse daken en 64% van de Waalse daken, heeft nog steeds meer dan 20% van de Belgische woningen (meer dan 750.000 woongebouwen in totaal) een dak dat helemaal niet geïsoleerd is.
Muurisolatie is in nog veel minder woningen aanwezig: slechts 58% van de Vlaamse woningen, 34% van de Brusselse woningen en amper 16% van de Waalse woningen hebben volledig of gedeeltelijk geïsoleerde buitenmuren. Samen heeft dus bijna 60% van de Belgische woningen (meer dan 2,25 miljoen woongebouwen in totaal) buitenmuren die niet geïsoleerd zijn.
Ook inzake vloerisolatie is nog heel wat werk aan de winkel: in slechts 39% van de Vlaamse woningen, 35% van de Brusselse woningen en 15% van de Waalse woningen is de vloer op het gelijkvloers of de (kruip)kelder gedeeltelijk of volledig van isolatie voorzien. In 70% van de Belgische woningen (meer dan 2,5 miljoen woongebouwen in totaal) is de vloer of kelder helemaal niet geïsoleerd.
Denk ook aan na-isoleren!
“De situatie is zelfs nog dramatischer dan het lijkt”, waarschuwt Pieter Bailleul. “Want zelfs de woningen die volgens deze statistieken voorzien zijn van dak-, muur- of vloerisolatie, zijn dat vaak maar gedeeltelijk. Of ze zijn onvoldoende geïsoleerd in die zin dat ze zouden moeten worden nageïsoleerd om aan de energetische ambities 2050 te voldoen.”
“Kortom,” besluit Pieter Bailleul, “hoe je het ook draait of keert, je krijgt wellicht maar één keer de kans om goed te isoleren. Als je het doet, doe het dan meteen goed. Met het oog op de energiedoelstellingen 2050 is isoleren de meest verstandige investering in je woning. Niet alleen omwille van het comfort en de energiebesparing op korte termijn, maar ook omwille van de meerwaarde die je op lange termijn genereert. Afgaand op het huidige renovatietempo moeten we ons stilaan afvragen of de overheidsmaatregelen wel voldoende toereikend zijn om mensen in beweging te brengen.”