Arbeiderstekort in Vlaamse bouwsector wordt groter

Begin 2006 lag het aantal openstaande vacatures van de bouwbedrijven 38% hoger in vergelijking met begin 2005. Tegelijk is het aantal werkzoekende bouwarbeiders met ongeveer 12% gedaald. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) dringt aan op een efficiëntere bemiddeling. Werkzoekenden die een bouwopleiding volgen, moeten effectief in de bouwsector terecht komen. Volgens recente cijfers is dit nu geenszins het geval: in Vlaanderen vindt slechts 44% na een bouwopleiding een job in de sector. De VCB wil dit percentage gevoelig opgedreven zien.


De stijging van het aantal bouwvacatures en de daling van het aantal werkzoekende bouwarbeiders doet zich voor in alle Vlaamse provincies. Een belangrijke uitschieter is de provincie Limburg waar het aantal vacatures met circa 60% toenam en het aantal werkzoekende bouwarbeiders met 18% verminderde. In West-Vlaanderen steeg het aantal bouwvacatures met circa 45% en daalde het aantal werkzoekende bouwarbeiders met 17%. Ook in West-Vlaanderen zijn de cijfers extremer dan gemiddeld.

Voor het ene beroep zijn de tekorten nog acuter dan voor het andere. In gans Vlaanderen geraakt amper 67% van de vacatures voor elektriciens ingevuld. Dit betekent dat bedrijven voor 33% van de vacatures voor dit beroep geen geschikte kandidaat vinden. De vacature blijft dan openstaan of wordt zonder resultaat weer ingetrokken. Voor betonneerders, loodgieters en bouwmachinisten wordt 28% van de vacatures niet ingevuld. Voor monteurs van centrale verwarming blijft 25% van de vacatures openstaan. Buitenlandse arbeidskrachten kunnen deze tekorten tijdelijk helpen invullen. Maar tegelijk blijft de eigen Vlaamse arbeidsreserve onontbeerlijk.

Gezien het nijpende tekort aan bouwarbeiders is het belangrijk dat de bemiddeling, opleiding en begeleiding door de VDAB maximaal tot instroom van nieuwe bouwarbeiders leiden. Gelukkig presteert het Vlaamse gewest op het vlak van doorstroming beter dan het Waalse. Bij de Waalse opleidingen voor werkzoekenden bedraagt de doorstroming naar de bouwsector amper 30%.

Maar ook in Vlaanderen kan het doorstroompercentage dat momenteel 44% bedraagt, nog heel wat beter. Een basisopleiding duurt vier tot zes maanden. Een werkzoekende die zo’n basisopleiding volgt, moet in de sector aan de slag kunnen. Daarvoor moet de VDAB de bemiddeling nog gerichter aanpakken. Zij moet beter op voorhand bekijken wie effectief voor een bouwjob in aanmerking komt en wie baat heeft bij een opleiding. Dan kan zij de werkzoekenden gerichter begeleiden. Zo kan zij verhinderen dat iemand met hoogtevrees toch nog een dakopleiding aanvat en nadien bij een dakdekkersbedrijf niet aan zijn trekken komt.

Een recente steekproef in de arrondissementen Sint-Niklaas en Dendermonde heeft aangetoond dat slechts 50 van de 500 werkzoekenden die in de lokale statistieken van de VDAB als ‘bouwarbeider’ waren opgenomen, onmiddellijk naar een bouwvacature konden worden verwezen. Ongeveer 160 van de werkzoekende ‘bouwarbeiders’ waren potentieel inzetbaar. Dat wil zeggen dat zij bijkomende opleiding nodig hebben. Deze opleiding moet dan wel vacaturegericht verlopen. Zoniet zijn ook deze mensen voor een reguliere job in de bouwsector verloren en bestaat het gevaar dat zij vanuit zwartwerk de bouwsector zelfs onfaire concurrentie gaan aandoen.

De VCB heeft intussen vernomen dat de VDAB van de screening van de werkzoekenden en hun gerichte opleiding een topprioriteit wil maken. De bouwbedrijven zullen hierdoor geen nepkandidaten meer krijgen maar werkzoekenden die gemotiveerd zijn om daadwerkelijk in de bouwsector te komen werken. De VCB van haar kant is bereid de werkgevers ertoe aan te sporen om hun vacatures bij de VDAB te melden. De kans op een positieve respons ligt nu immers hoger dan tot nu toe het geval was.

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in