Aanbevolen partners

Logo DRU
Kachels en haarden

Kun je haarden inbouwen in maatmeubels?

In de trendy interieurfoto’s zie je de haard steevast ingebouwd in een maatwerkmeubel. In theorie is dat geen probleem, maar wat zegt de praktijk? Waren hout en vuur geen vijanden? Hoe voorkom je dan dat je maatmeubel het niet begeeft onder de warmte van de haard?

Eén van de belangrijkste interieurtrends is het inbouwen van de haard in een wand of maatmeubel, vaak met daarin ook de tv, bar en bibliotheek verwerkt. Zo krijg je een strak geheel. Los van die trend is er opnieuw meer vraag naar haarden. Dat signaleren interieurarchitecten Pascal Segers (PAS Interieurconcepten) en Raf Lijn (Studio Lijnen & Partners). “Dit vooral omwille van de sfeer. Het idee om de haard in het maatmeubel te integreren komt nog vooral uit de hoek van de ontwerper. Nu je het idee vaker in de magazines ziet opduiken, zullen klanten die vraag ook gaan stellen.”

Haardtype is bepalend

Maar hoe zijn haard en maatmeubel met elkaar verzoenbaar? Alles ligt in de plaatsing van een brandwerende afkasting rond de haard. In de toepassing van die omkasting geldt het gebruik van het gezond verstand, want de Belgische wetgever legt hier geen bepalingen op. Dat in tegenstelling tot andere Europese landen. In de praktijk zie je dan ook dat allerhande materialen worden toegepast, die niet altijd de nodige veiligheid bieden of die op esthetisch vlak problemen geven zoals scheurvorming of verkleuring. Een correcte bekleding begint volgens Katrien Van Compenolle van gipsplatenproducent Siniat bij het type haard en de gebruikte brandstof. “Die elementen zijn bepalend voor hoe warm het haardoppervlak wordt en hoe goed de haard geïsoleerd moet worden.”
Yvan Van Gucht van haardenfabrikant Dovre maakt het onderscheid tussen de verschillende haardtypes concreter. “Enerzijds heb je inbouwcassettes en anderzijds inbouwhaarden. Het grote verschil tussen beide types zit in de uitvoering en de inbouwmogelijkheden. Cassettes zijn in principe inschuifbaar in een opening. Haarden zijn dit niet. Cassettes hebben een convectiemantel en ventilatoren om de warme lucht in de ruimte te verspreiden. Bij haarden is dit niet altijd het geval.” Hij heeft ook een aantal tips voor het inbouwen:
 

  • Bewaar de nodige afstand tot brandbaar materiaal. Afhankelijk van het feit of de haard een convectiemantel heeft, is de afstand tot brandbaar materiaal door de fabrikant bepaald. Wanneer extra brandwerend materiaal wordt geplaatst, kan deze afstand kleiner worden.
  • Bij een cassette wordt de convectie – afvoer van warme lucht – geregeld in de behuizing van de cassette. Bij een haard is dat niet het geval en dient de nodige ruimte voor deze warme luchtafvoer voorzien te worden in het maatmeubel. Daartoe voorzie je op de juiste plaatsen openingen in de mantel en plaats je isolatiemateriaal op die plekken waar je warmte wilt weren.
  • Respecteer aan de voorzijde van de haard of cassette de nodige afstand tot brandbare materialen. Dit om ontbranding door de stralingswarmte te voorkomen.
  • Het al dan niet gebruiken van afwerkkaders bepaalt in sterke mate hoe de aanwerking en afwerking van de ombouw rond de haard kan gebeuren.
  • Houd tot slot ook rekening met de mogelijke uitzetting van de gebruikte materialen ten gevolge van de warmte.

Brandwerend materiaal

Verder wijst Yvan Van Gucht erop dat de haard zomaar bekleden met een brandwerend materiaal weinig zin heeft. “Het brandwerend materiaal heeft immers geen isolerende werking. Het kan zelfs zijn dat de convectiehuishouding rond de haard wordt verstoord door ze te bekleden met een brandwerend materiaal. Hierdoor loopt de interne warmte op. Het is beter om convectie te voorzien en de haardmantel te isoleren met een daarvoor geschikt isolatiemateriaal.” Soms verzorgt de haardleverancier die bekleding met isolatie en de afkasting, in andere gevallen dien je – of de interieurbouwer – die zelf te plaatsen.
Om volgens de regels van de kunst te werken, dient de haard aan iedere zijde - die in de buurt van hout komt - bekleed te worden met een brandvertragende bekleding. Concreet gebruik je een isolerend plaatmateriaal aan iedere zijde van de haard die op een houtachtig materiaal aansluit. In deze richtingen wil je immers geen warmteverliezen. Dezelfde aanpak geldt voor de haardvlakken waar je geen warmtetransmissie naar aangrenzende ruimtes wenst. De andere wanden kun je omkasten met een warmtedoorlatende plaat. Tenzij je een aansluiting maakt met een houten kast of wanneer je een flatscreen boven de haard wil hangen. Die plaatsen kun je bijvoorbeeld isoleren met een lage densiteitplaat met daarop vervolgens een plaatmateriaal of een pleisterafwerking om een esthetisch eindresultaat te krijgen.”
Bij het ontwerp van het maatmeubel dient de interieurontwerper ook rekening te houden met voorzieningen zoals lucht aan- en afvoer. “De aanvoer van verbrandingslucht kan op twee manieren: ofwel uit de ruimte, ofwel via een buis uit een andere ruimte of van buiten,” licht Yvan Van Gucht toe. “Om de warme luchtafvoer te verwezenlijken, moet er ook aanvoer van frisse lucht zijn. Die moet wel uit dezelfde ruimte komen, en liefst gescheiden van de verbrandingslucht.”

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in