Aanbevolen partners

kommerling logo
Wat is duurzaam bouwen

Renoveren tot een passiefhuis

Passiefhuizen worden vooralsnog alleen in verband gebracht met nieuwbouwprojecten, maar nieuwe oplossingen leren dat de passiefhuisstandaard ook in renovaties behaald kan worden. In een voorbeeld over een renovatie van een stadswoning legt de vzw Passiefhuis Platform uit hoe zo’n renovatie uiterst energiezuinig aangepakt kan worden.


Energiezuinig bouwen

De aandacht voor energiezuinig bouwen groeit elke dag. In 2006 werd de EPB-regelgeving van kracht, E100 was voortaan het plafond. Vanaf 1 januari 2010 wordt dit strenger gemaakt tot E80, en verder in 2010 zal ook het warmteverlies door koudebrugwerking in rekening worden gebracht. De bouwwereld zelf is dan ook al enkele jaren in overgang, wat ook weerspiegeld wordt in het gemiddelde E-peil vandaag, dat al rond de E80 ligt.

Om deze overgang in nieuwbouw mogelijk te maken, is er op de markt een bijzonder breed gamma van maatregelen en technologieën aanwezig. Enerzijds heb je een waaier van nieuwe technieken zoals zonnepanelen, een zonneboiler, een warmtepomp, ja zelfs een huis-en-tuin windmolen. Anderzijds worden ook de standaard componenten energievriendelijker, door dikker te isoleren, luchtdicht te bouwen, bewuster te ventileren of door beter presterend schrijnwerk en beglazing te plaatsen. En voor elk van de uiteenlopende maatregelen zijn er argumenten pro en argumenten contra. De vraag die zich dan ook stelt is: welke maatregelen neem ik eerst als ik efficiënt wil werken?


Trias energetica

In de zoektocht naar een antwoord op deze vraag, werd in Nederland een strategie ontwikkeld door Novem en de TUDelft: de trias energetica. Deze deelt bovenstaande maatregelen op in drie groepen, en legt daarbij ook de nadruk op de volgorde:

Stap 1: beperk het energieverbruik door beperking van de vraag (goed geïsoleerd en luchtdicht bouwen).
Stap 2: gebruik duurzame energiebronnen (bodemwarmte, zonne-energie, wind, etc.)
Stap 3: gebruik eindige energiebronnen efficiënt (hoog rendement).

Als we dit doorgedreven toepassen in nieuwbouw, komen we al snel uit bij het passief concept. Daar wordt immers sterk gefocust op het verminderen van het energieverbruik door op de eerste plaats de gebouwschil aan te pakken. En gezien de componenten in de gebouwschil vaak een erg lange levensduur hebben, wordt het belang om hier eerst te investeren en ambitieus genoeg te zijn nog groter.


Ook voor renovatie

Bij nieuwbouw kan je altijd van nul beginnen. De implementatie van de trias energetica gebeurt dan ook tijdens het hele ontwerpproces. Bij renovatie echter bestaat er al een gebouw, en zijn heel wat ontwerpbeslissingen al genomen. Het lijkt dan ook minder evident om bij renovatie de principes van de trias energetica toe te passen. Maar net omdat het minder evident is, wordt het principe nog belangrijker. Elke maatregel die je neemt heeft immers een impact op alle volgende maatregelen, en dat gedurende zijn hele levensduur. En niet enkel de volgorde van de stappen is belangrijk, ook het ambitieniveau van de uitgevoerde maatregelen is bepalend voor alle volgende renovatiewerken.


Beglazing

Een goed voorbeeld is het vervangen van de ramen. Op zich een goede keuze, want het behoort tot de eerste stap (reductie van het warmteverlies door beter schrijnwerk en betere beglazing) en tot de tweede stap (gebruik van passieve zonnewinsten in de winter als gratis verwarming). Maar belangrijk is ook om ambitieus genoeg te zijn, en te kiezen voor hoog performant schrijnwerk en beglazing. Eens geplaatst, zal het venster maar zelden korte tijd later weer vervangen worden door een beter alternatief. Waarschijnlijk zal de keuze vandaag de komende dertig jaar (of meer) vastleggen.

En de impact beperkt zich niet tot de component zelf. Omdat in een gebouw alle onderdelen met elkaar verbonden zijn, zullen ook toekomstige beslissingen voor andere componenten worden beïnvloed.


Luchtdichtheid

De plaatsing van het schrijnwerk kan toekomstige isolatiewerken vergemakkelijken of net bemoeilijken. Het niveau van de luchtdichtheid van het schrijnwerk zal een impact hebben op de maatregelen die je in de toekomst nog zal nemen om de algemene luchtdichtheid van de woning te verbeteren. Gezien dit nauw samenhangt met het effectieve rendement van de warmteterugwinning van een mechanisch ventilatietoestel, zal dat zelfs de beslissing beïnvloeden om al dan niet voor systeem D met warmterecuperatie te kiezen.

En vergeten we ook de keuze van het glas zelf niet. Het plaatsen van vierseizoensglas bijvoorbeeld om het zomercomfort te verbeteren, zal een desastreus effect hebben op het wintercomfort. De gratis zonnewinsten in de winter worden nu immers onherroepelijk buiten gehouden, waardoor in de woning het stookseizoen vroeger zal beginnen dan in een standaard woning. Enige optie nadien om dit te corrigeren, is het vervangen van deze beglazing door hoog rendementsglas of beter, een keuze die maar weinig mensen al na tien jaar zullen maken.

Een ander typevoorbeeld is het isoleren van een gebouwonderdeel. Niemand die een muur of een dak tien jaar na een eerste renovatie opnieuw openbreekt om er nog eens vijf à tien centimeter extra isolatie aan toe te voegen.


Renovatie van stadswoning

De foto’s die deze tekst begeleiden, tonen een voorbeeld uit de praktijk: de renovatie van een stadswoning. Deze woning uit het interbellum heeft een uitstekende oriëntatie en een kleine tuin achteraan. Samen met zijn unieke uitstraling waren dat ook de belangrijkste redenen voor de huidige eigenaar om de woning aan te kopen.

Al vrij snel werd beslist om deze woning te renoveren, en om dit in stappen te doen. In een eerste fase, toen de woning nog niet bewoond was, werd de binnenruimte van de woning volledig aangepakt en gemoderniseerd, waarbij ook een mechanisch ventilatietoestel met warmterecuperatie werd geïnstalleerd. In een tweede fase werden dan het dak en de achtergevel aangepakt. Gezien de veranderingen aan de achtergevel vrij groot zijn, werden deze werken nog uitgevoerd vooraleer het gezin naar deze woning zou verhuizen.


Isolatie

Nu de eigenaar en zijn familie in het huis wonen, zal in de volgende fases de voorgevel worden geïsoleerd zonder het karakter van de woning te sterk te verliezen, en zal ook de garage worden aangepakt. Dat dit laatste nog niet gebeurd is, heeft veel te maken met de flexibiliteit die voorlopig nog aanwezig is voor deze ruimte.

De achtergevel werd geïsoleerd met 11cm resolplaten, waarboven nog 4cm eps werd aangebracht. Deze resolplaten, in België een relatief nieuw product, hebben een bijzonder lage warmtegeleidbaarheid. Ze isoleren zelfs nog iets beter dan de welbekende PUR-platen. Bovendien is hun impact op het milieu relatief beperkt, in tegenstelling tot de tradtionele PUR-platen. Ook op het dak werden deze platen gebruikt, samen met een afschotisolatie uit minerale wol. Met een U-waarde van 0,12W/m²K respectievelijk 0,097 W/m²K halen deze onderdelen waarden die je anders enkel in passiefhuizen ziet. Ook alle ramen werden, samen met het aanpassen van de raamindeling, vervangen door thermisch isolerend schrijnwerk en drievoudige beglazing.

Aan de voorgevel werd bij alle genomen maatregelen binnen, zoals het installeren van de nieuwe keuken, altijd voldoende plaats voorzien voor binnengevelisolatie. Gezien het karakter van de woning, zou het isoleren van de woning aan de buitenzijde niet alleen esthetisch een grote impact hebben, maar waarschijnlijk ook technisch gezien alles behalve eenvoudig zijn.


Energiebesparing

Hoewel voorlopig enkel de achtergevel en het dak zijn geïsoleerd, is het opgemeten resultaat van de voorlopige renovatie al zeer goed. Gebaseerd op het effectieve verbruik van de eigenaar in zijn oude woning, een vergelijkbaar rijhuis met dezelfde oriëntatie, is het gemeten energieverbruik voor verwarming gedaald van ongeveer 100kWh/m².a naar 56kWh/m².a. Dit ondanks het feit dat de voorgevel niet is geïsoleerd, de beglazing hier uit glas-in-lood bestaat en de luchtdichtheid van dit schrijnwerk ook alles behalve performant is.

De gefaseerde aanpak zorgt er bovendien voor dat deze woning op het einde van de rit waarschijnlijk passief zal zijn of misschien zelfs een eerste voorbeeld van een renovatie naar nul energie.


Project ZenRen

De markt voor zeer energiezuinige renovaties is vele malen groter dan deze voor nieuwbouw, terwijl ook het besparingspotentieel hier heel groot is. De eerste projecten worden vandaag gerealiseerd, waardoor de markt langzaamaan openbreekt. Maar er is nog een zeer grote nood aan concrete kennis, en aan bedrijven die oplossingen op maat leveren.

Om bedrijven te ondersteunen hierop in te spelen, startte Passiefhuis Platform het TIS-project ZenRen op (Thematische Innovatie Stimulering project Zeer Energiezuinige Renovaties). Dit TIS project wordt gesubsidieerd door het Vlaamse gewest en stelt zich tot doel door onderzoek en analyse van voorbeeldprojecten het renovatieproces van bestaande gebouwen te optimaliseren en beter af te stemmen op de stijgende vraag naar (zeer) energiezuinige woningen.

Bron en meer info: Passiefhuisplatform

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in