Verwarming: Milieuvriendelijk verwarmen is voordelig verwarmen

Voor een leek is het moeilijk om door de bomen het bos nog te zien. Samen met drie specialisten ter zake: Tom Walravens (Elco), Jef Smits (Viessmann), Alec Jervis (Atag Verwarming) maken we een stand van zaken op: waar staat de verwarmingstechniek vandaag? En waarheen evolueren we? Het zal dus niet aan Innovatief Plus gelegen hebben als je ongeïnformeerd naar je verwarmingsspecialist stapt.

HR-Top-label

Vrijwel iedereen weet dat-ie voor een zuinige en milieuvriendelijke ketel op zoek moet naar een ketel met een OPTIMAZ-label wanneer hij met stookolie verwarmt, of met een HR-TOP-label in geval van aardgas. De condenserende ketels halen hierbij een hoger rendement om dat ze ook de warmte uit de waterdamp in de verbrandingsgassen recupereren.

“Het gebruik van condenserende ketels is een trend die al enkele jaren bezig is, maar zich dit jaar versterkt doorzet,” weet Jef Smits. “Daar hangen de systemen die het mogelijk maken met een lagere temperatuur te werken nauw mee samen. Deze technieken maken het mogelijk om met lagere watertemperaturen toch de gevraagde warmte af te geven. Dit kan bijvoorbeeld met vloerverwarming, door het overdimensioneren van de radiatoren of het invoeren van een weersafhankelijke regeling.”

En de condensatietechniek zit zeker nog niet aan het eind van z’n Latijn. Bij Viessmann ziet men nog enkele optimaliseringen voor de techniek. “Een automatische herkenning van de gassoort moet de verbranding geruisloos houden, ongeacht de gassoort of de kwaliteit van gas die geleverd wordt.

Jef Smits: “De techniek zal ook vervolledigd worden met koppelingen naar alternatieve energiebronnen zoals bijvoorbeeld een zonneboiler. Deze maakt het mogelijk tot 60 % van de energie voor de warmwater productie uit de zon te halen. Als je dan weet dat bijvoorbeeld in appartementen meer dan 40 % van het totale gasverbruik te wijten is aan het warmwaterverbruik, betekent dit een enorme besparing.”

Over moduleren…

Los van of in combinatie met de condensatietechniek kunnen er nog tal van andere maatregelen genomen worden om het energieverbruik te beperken. “Bijvoorbeeld een modulering. Hierdoor regelen de verwarmingsketels zelf hun vermogen bij op basis van de vraag. Bij een lage vraag naar warmte of warm water is er dus ook een aangepast en lager energieverbruik. Die modulerende eigenschap kan overigens ook worden toegepast op de circulatiepomp, waardoor deze een aan de vraag aangepast toerental heeft en zo energie bespaart,” aldus Tom Walravens.

In de toekomst zullen de modulatieverhoudingen van de toestellen nog verder vergroten en zo het energieverbruik nog meer beperken.

“De adaptieve toestellen spelen hier ook op in door te werken met tijdsblokken die afgestemd zijn op de behoeften van de verbruikers en een aangepaste nachtverlaging,” weet Alec Jervis.

… en op afstand bedienen

“Een andere innovatie die zich nu al aankondigt, is het op afstand beheren – remote control - van de verwarmingsketel. Via een internetverbinding kan je de verwarmingsketel van op een andere locatie monitoren. Dit kan ook gebeuren door een verwarmingsspecialist. Zo kunnen de prestaties van het verwarmingstoestel te allen tijde geoptimaliseerd worden.”

Jef Smits van zijn zijde ziet de cv-installaties binnen enkele jaren ook een deel van de elektrische energie leveren. De heetste vlamtemperatuur wordt gebruikt om elektrische energie op te wekken en de restenergie wordt aan het verwarmingssysteem afgegeven. De energie die in een elektriciteitscentrale bijvoorbeeld door de koeltorens afgevoerd wordt, wordt dan in deze installaties voor woningverwarming gebruikt! Deze ketels zijn momenteel in volle ontwikkelingsfase en zullen binnen enkele jaren op de markt geïntroduceerd worden. De som van de gas- en de elektriciteitsfactuur bij deze techniek zal een besparing opleveren van ongeveer 10%!”

Alternatieve energiebronnen

Ook al worden de verwarmingsketels almaar verder verfijnd. De fossiele brandstoffen zijn eindig. Logisch dus dat alternatieven op basis van onuitputtelijke energiebronnen om de hoek komen loeren. Tom Walravens: “De meeste verwarmingsproducenten hebben dan ook al lang zonnecollectoren in hun gamma. Ze worden doorgaans aangeboden in combinatie met een verwarmingsketel. De laatste innovaties stappen hier wel al van af. Zo heeft Elco Duitsland op de ISH-beurs in Frankfurt een warmtepomp in combinatie met gebalanceerde ventilatie voorgesteld. De alternatieve zullen dus sowieso een groter deel van de koek gaan opeisen.

Alec Jervis en Jef Smits beamen dat de klassieke verwarmingstoestellen voor een deel veld zullen moeten ruimen. “Ze zullen plaats maken voor gecombineerde installaties. De mogelijkheden van de alternatieven zijn momenteel nog te beperkt om volledig de verwarmingstoestellen zoals we ze nu kennen te vervangen. In de winter is er nu eenmaal te weinig instraling van de zon om voldoende energie te putten voor het verwarmen van een woning. Bovendien zijn er nog geen mogelijkheden om zonne-energie die we in de zomer te veel hebben te bewaren tot in de winterperiode. Een combinatie van zonne-energie met een klassieke installatie biedt echter wel veel mogelijkheden.

Warmtepompen bieden ook meer en meer mogelijkheden. Dankzij doorgedreven isolatie daalt het gevraagde vermogen per woning en wordt toepassing van een warmtepomp mogelijk,” zegt Jef Smits.

Compacter design

Los van het verbruik liggen we als consument ook wakker van de andere eigenschappen van een verwarmingsketel. Wat mogen we op dit vlak vandaag verwachten? “De uitstoot van schadelijke stoffen is drastisch beperkt. Mee ook onder druk van de wetgeving. De Kyoto-norm legde bijvoorbeeld een verlaging van het NOX-gehalte op. Ook het gebruiksgemak en het design van de toestellen gaat er op vooruit,” aldus Alec Jervis.

“Samen met het design worden de toestellen almaar compacter. Een vierkante meter woonoppervlakte wordt duurder en wordt dan ook liever besteed aan iets anders dan een verwarmingsinstallatie. Meer comfort moet geleverd worden door een kleinere (=compactere) installatie ...,” besluit Jef Smits.


Bron: Innovatief Plus - september 2005