Aanbevolen partners

Logo Unilin - Isolatie, dakbedekking
Saint-Gobain Isover Benelux - Isolatie
Logo Sto NV
logo Xella
Isoleren

Hoe beter een woning is geïsoleerd, hoe problematischer de koudebruggen

Tot vorig jaar werd bij de EPB-berekening geen rekening gehouden met extra warmteverliezen via koudebruggen, enkel met transmissieverlies via de schildelen van een gebouw. Nochtans zijn koudebruggen niet alleen vochttechnisch maar ook energetisch een groot probleem. Bij de zeer goed geïsoleerde woningen van tegenwoordig kunnen de extra warmteverliezen tengevolge van koudebruggen oplopen tot 30% en zelfs meer.


Op initiatief van de drie Gewesten werd daarom verplicht dat bij de berekening van het K-peil en E-peil van een gebouw ook de warmteverliezen via ‘bouwknopen’ moesten worden ingerekend. Maar wat zijn bouwknopen? Wat is het verschil met koudebruggen? En hoe kunnen ze gemakkelijk worden berekend.

Elk gebouw heeft minstens een dertigtal bouwknopen. Niet elke bouwknoop is noodzakelijk problematisch. De Vlaamse overheid definieert een bouwknoop als ‘een plaats in de gebouwenschil met bijkomend warmteverlies en mogelijk condensatie- en schimmelproblemen tot gevolg’. De definitie verwijst dus enkel naar de mogelijke locatie van een bouwknoop.

Ze geeft geen bouwfysisch oordeel over de gevolgen van de aanwezigheid van de bouwknoop. Een koudebrug is een bouwknoop die thermisch slecht presteert. Dat kan een gevolg zijn van een gebrek aan aandacht bij het ontwerp van een gebouw en/of de plaatsing van de isolatie. Denk bijvoorbeeld aan doorverbindingen in staal of beton die worden gebruikt om raamopeningen te overspannen of balkons te dragen. Als deze materialen niet of onvoldoende worden geïsoleerd, wordt de isolatieschil onderbroken, en vormen ze een koudebrug: een rechtstreekse verbinding van de warme binnenzijde naar de koude buitenzijde van het gebouw.


Beter voorkomen dan genezen

Koudebruggen zijn verantwoordelijk voor warmteverlies. In de huidige evolutie naar lage-energiewoningen en de toekomstige evolutie naar bijna-nulenergiewoningen is dat natuurlijk nefast. Koudebruggen hebben ook gevolgen voor ons wooncomfort en onze gezondheid. Aangezien op koudebruggen de oppervlaktetemperatuur lager is, kan de vochtige, warme binnenlucht hierop condenseren. Dat kan aanleiding geven tot vocht- en schimmelproblemen, geurhinder en een ongezond binnenklimaat.

Extra ventileren biedt geen oplossing, vochtplekken en schimmel zullen niet verdwijnen. Door hun specifieke plaats - in hoeken, langs de vloer of het plafond - zijn veel koudebruggen slecht bereikbaar voor ventilatiestromen. Het is dus van groot belang dat zo koudebrugarm mogelijk wordt gebouwd of gerenoveerd. Achteraf bestaande koudebruggen verhelpen is heel moeilijk.


3 mogelijke berekeningen

EPB-verslaggevers zijn sinds vorig jaar verplicht om het extra warmteverlies doorheen bouwknopen in te rekenen in de EPB-bepaling voor gebouwen met eisen voor nieuwbouw.

Zo worden ontwerpers en uitvoerders genoodzaakt om extra aandacht te besteden aan een correcte detaillering en uitvoering van bouwknopen.

De EPB-software biedt verslaggevers drie mogelijkheden. Bij optie A moeten heel exact de Ψ-waarde (de psi-waarde, het warmteverlies via lijnvormige bouwknopen) en de χ- waarde (de chi-waarde, het warmteverlies via zogenaamde puntbouwknopen) van elke bouwknoop ingerekend worden. Ook moet voor elke lineaire bouwknoop de lengte, en voor elke puntbouwknoop het aantal worden ingevoerd. Dit is de meest correcte berekening van het K-peil, maar ze is complex en zeer tijdrovend.

Bij optie C mag de berekening achterwege gelaten worden in ruil voor een forfaitaire verhoging van het K-peil (het globale warmte-isolatiepeil van een gebouw) met circa 10 punten. Deze optie heeft het grote nadeel dat het K-peil dan heel fel stijgt, waardoor extra geïsoleerd zal moeten worden om aan de opgelegde K-peileis te kunnen voldoen. Maar door extra te isoleren wordt het effect van de koudebrug nog versterkt.


EPB -aanvaarde bouwknopen

Bij nieuwbouwhuizen wordt volgens het Vlaams Energieagentschap het best gewerkt met optie B, ook de methode van de EPB-aanvaarde bouwknopen genoemd. Bij deze optie worden alle bouwknopen van een gebouw opgedeeld in twee categorieën: EPB-aanvaarde en niet-EPB aanvaarde bouwknopen.

EPB-aanvaarde bouwknopen zijn ofwel ontworpen volgens drie welbepaalde basisregels, ofwel is de berekende psiwaarde beter dan de psi-limietwaarde die voor deze bouwknoop werd vastgelegd. Bij optie B hoeven EPB-aanvaarde bouwknopen niet ingerekend te worden. Ze krijgen forfaitair circa 3 K-peil-strafpunten op de totale isolatiewaarde van een gebouw. Bouwknopen die niet volgens de basisregels uitgevoerd kunnen worden, moeten nog individueel worden ingerekend volgens een gedetailleerde berekening of, naargelang het type bouwknoop, via het gebruik van een vastgelegde waarde bij ontstentenis. Bij bouwknopen met een betere berekende psi-waarde dan de
psi-limietwaarde kan de forfaitaire toeslag verminderd en zelfs nul worden.


Bron: De Standaard

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in