Duurzaam bouwen - maatschappij

Onze woonbehoeften veranderen voortdurend tijdens ons leven. Kinderen komen en gaan de deur uit, ouders trekken in of we worden zelf minder goed te been. Een woning moet aanpasbaar zijn aan die veranderende behoeften.

De keuzes bij de aankoop van een woning of een planontwerp worden heel sterk bepaald door de actuele gezinssituatie. Kinderen kunnen voor een jong koppel bijvoorbeeld het verschil maken tussen de aankoop van een appartement of een woning met tuin.
Toch moeten we vooruit denken. Kinderen verlaten immers ooit de woning. Gemiddeld zijn kinderen 20 jaar bij je op een tijdsspanne van 50 à 60 jaar dat je zelf in de woning verblijft. Hoe ga je met die vrijgekomen ruimte om?
Hou ook rekening met je eigen fysieke toestand. Blijf je goed te been?

Ontwerp flexibel
Houd rekening met die openstaande vragen. Je kan de toekomst incalculeren in je woning door flexibel te bouwen. Een flexibele woning is klaar voor Life Long Living.
Dat begint al bij de keuze van je woning of bouwgrond. Kies een terrein of woning dichtbij of in de dorps- of stadskern. Zo ben je verzekerd van een goede bereikbaarheid via het openbaar vervoer en woon je vaak op wandelafstand van belangrijke openbare functies – gemeentehuis, bibliotheek, ontmoetingscentrum, sporthal… - winkels en horeca.
Werk vervolgens naar een flexibel grondplan. Organiseer ruimtes zo dat ze later bijvoorbeeld samengevoegd kunnen worden of een nieuwe functie kunnen krijgen. Een bureau of berging kan een slaapkamer worden. Een berging naast een keuken kan vrij eenvoudig worden omgebouwd tot badkamer wanneer je hier tijdens de bouw al op vooruit denkt.

Denk ‘out of the box’
Flexibel bouwen betekent voor een deel ook dat je moet durven afstappen van de gangbare woonconcepten en ideeën. Zorg er voor dat alle belangrijke functies - keuken, badkamer, leefruimte en één slaapkamer - op één niveau liggen.
Of ga nog een stap verder. Wanneer je later eventueel je ouders wilt opvangen, compartimenteer dan de woning. Zorg dat ieder compartiment – dit kan een verdieping zijn – een eigen ingang, badkamer en leefruimte heeft.
Een ander voorbeeld. Je kan de kinderen een aparte zone in de woning geven met de nodige slaapkamers, een badkamer en een speelruimte die later flexibel heringericht kan worden. Wanneer de kinderen het huis uit zijn kan deze zone verhuurd worden of plaats bieden voor ouders die intrekken.

Stap ook af van de traditionele gebruik van materialen om de flexibiliteit te vergroten. Denk er bijvoorbeeld over om de welfsels of vloerplaten over de volledige breedte of lengte van de woning te laten lopen. Door die grote overspanning kunnen de interne muren later gemakkelijk worden weggenomen of verplaatst.
Dit impliceert natuurlijk wel dat je voor een lichte muuropbouw in gipskarton of een lichte bouwblok kiest en dat er ook geen leidingen in deze wanden zitten.

Oog voor details
Niet alleen het plan en de structuur moeten grondig doordacht worden. Besteed ook aandacht aan de details. Zorg ervoor dat de deuren (90 cm) en gangen (120 cm) breed genoeg zijn zodat een rolstoel door kan. Zelfs bij een beenbreuk kan je tijdelijk in een rolstoel belanden én waar een rolstoel doorkan, kan een kinderwagen ook eenvoudig binnen.
Laat ruimte voor een lift. Dit is niet noodzakelijk verloren ruimte. Plaats bijvoorbeeld een kleine berging op het gelijkvloers en de verdieping boven elkaar en maak een vloer in hout. Op die manier heb je al de nodige liftschacht.
Denk ook aan een flexibele technische installatie zodat het integreren van domotica, lichtsensoren, stopcontacten op een aangepaste hoogte, een videofoon,… later eenvoudig kan gebeuren.
Vermijd verder drempels en zorg voor voldoende beweegruimte bij de inkomdeur, in de badkamer aan de wastafel, aan het bed… zodat je je ook met een rolstoel vrij kan bewegen.

Deel je woning…
Een woning delen met anderen kan tal van voordelen hebben: de bouwkosten worden gedeeld, de medebewoners kunnen elkaar verder helpen, er kunnen zelfs speciale zorgsystemen opgezet worden.
Er zijn vandaag al verschillende formules om je woning met anderen te delen:

- Duplex wonen. In deze formule komt iemand in wonen bij een gezin. De woonomgeving van deze inwonende persoon is gescheiden van deze van het gezin. Dit kan één enkele kamer zijn of een kleine aangebouwde woning. Idealiter heeft deze woonst een eigen toegang.
- Kangoeroewonen. In de ideale situatie woont een ouder koppel – vaak de ouders – op het gelijkvloers van een woning, terwijl een jonger gezin de verdieping inneemt. Zo kan het jonge gezin goedkoper wonen, het oudere gezin helpen in geval van nood of kan het oudere gezin zorgen voor kinderopvang.
- Groepswonen. Dit betekent dat iedere oudere ervoor kan kiezen samen een huis te betrekken en één of meerdere kamers in huis te delen: keuken, woonkamer,… Zo kunnen de bewoners elkaar wederzijdse hulp en steun bieden. In sommige gevallen is er ook professionele hulpverlening mogelijk.

… verwarming of tuin
Naast de woning kan je bijvoorbeeld ook de tuin of een technische installatie met elkaar delen. Dit laatste is bijvoorbeeld het ideale uitgangspunt voor een warmtekrachtkoppeling. Een dergelijk systeem verzorgt de gecombineerde en gelijktijdige productie van warmte en elektriciteit, maar is alleen rendabel wanneer het voor meerdere woningen wordt opgezet.

Een gemeenschappelijke tuin kan bijvoorbeeld in onderhoud besparen.
Wanneer je kiest voor dergelijke gemeenschappelijke woonvormen of toepassingen, hou dan wel rekening met de aard van het beestje. Verschillende meningen of visies laten zich soms moeilijk verzoenen. Kijk daarom niet alleen naar de theoretische zijde van het verhaal, maar heb ook oog voor de praktische problemen.


Lees ook
     - Economie
     - Energie
     - Milieu

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in