Woonbesprekingen

Binnenkijken bij: Architectenbureau L’Escaut

Op L’Escaut valt niet zo snel een stempel te drukken. Een architectenbureau, zoveel is duidelijk. Maar wel multidisciplinair, waar kunstenaars en architecten elkaar weten te vinden. Hun projecten zijn vooral gericht op de culturele wereld. Hun werkwijze, met een minimum aan middelen een maximaal effect bereiken, weet ook de particuliere bouwheer te verleiden.

Niet ver van Tour & Taxis, verscholen achter een poort die typisch is voor de vele industriële gebouwen uit deze wijk, bevindt zich het flatgebouw waarin L’Escaut zich heeft gevestigd. Het brute interieur dat het verleden van dit gebouw weigert te maskeren is het decor voor ons interview. Florence Hoffmann, de jonge architecte die ons te woord staat, beschrijft hoe het collectief nog steeds de tijd neemt om onderzoek te verrichten, te discussiëren, te dromen en te experimenteren met hedendaagse architectuur.

Jullie portfolio bestaat vooral uit projecten voor de culturele sector, maar blijkbaar ontwerpen jullie ook wel eens voor een particuliere bouwheer?
Florence Hoffmann: “We doen eigenlijk weinig projecten voor particulieren, maar van tijd tot tijd waait ons een leuke uitdaging tegemoet. Meestal zijn het vrienden, of mensen die we tijdens culturele projecten leerden kennen, die met heel specifieke vragen komen. En dan is het voor ons een interessante uitdaging.”

Hoe kunt je de werkwijze van L’Escaut omschrijven?
Florence: “We laten ons meestal leiden door de context. Deze bepaalt immers onze opvattingen over een gebouw. En daar weven we dan de grote lijnen van ons ontwerp doorheen. Omdat elk project zijn eigen identiteit heeft, kunnen we niet echt spreken van een stempel die onze ontwerpen typeert. Maar uiteraard zijn er wel aanknopingspunten in elk van onze ontwerpen terug te vinden; vaak zijn het budgetvriendelijke materialen als industrieel glas. Omdat onze opdrachtgevers vaak openbare instanties zijn, moeten we meestal rekening houden met een laag budget. We proberen dan ook telkens een maximaal effect te bereiken met een minimum aan middelen. Dit vertaalt zich ook naar onze projecten voor particulieren. Ook zij zitten meestal met een beperkt budget. Wat we uiteraard wél belangrijk vinden, is dat deze brute en budgetvriendelijke materialen gecombineerd worden met meer luxueuze technieken en materialen. We creëren telkens een contrast.”

Tussen jullie laatste ontwerpen zit dit huis in Ukkel. Ook een uitdaging voor jullie bureau?
Florence: “Toen Nathalie en Laurence ons contacteerden, hadden ze deze grond te midden van een woonwijk al gekocht. Een situatie die steeds het nodige denkwerk vereist; er duiken steeds problemen en vragen op. Hoe kan je de privacy bewaren bijvoorbeeld? Hoe situeren de woningen zich tegenover elkaar? Toen de bewoners de grond kochten, was één betonnen vloerplaat al gegoten en de vergunning was dus al door de vorige eigenaars aangevraagd. We waren gebonden aan het oude ontwerp en de oude vergunning, en we hebben de afmetingen van het oorspronkelijke ontwerp dan ook behouden. Eigenlijk was het de bedoeling om een passiefhuis te bouwen, maar dat idee hebben we door budgettaire redenen moeten opbergen. Door de beperkte toegankelijkheid konden we geen gebruik maken van geprefabriceerde passiefhuismodules. We zouden de montage ter plaatse moeten uitvoeren, waardoor de voordelen van zulke modules verloren gaan. Het idee van de houten gevelbekleding is daarentegen wel bewaard gebleven.”

Hoe staan jullie eigenlijk tegenover duurzame architectuur?
Florence: “Ons bureau heeft niet het label van duurzame architect, maar we houden er waar mogelijk wel rekening mee. We hebben bijvoorbeeld al lage-energiekantoren ontworpen. Toch is het niet ons expertisegebied.”

Hoe werd het ontwerp opgevat?
Florence: “Eigenlijk heeft deze woning een heel eenvoudig concept: we wilden op elk van de twee 75 m2 grote woonlagen een zo groot mogelijk ruimtegevoel teweegbrengen. De trap die in het midden van de ruimte werd opgehangen, zorgt op de benedenverdieping voor openheid. Op de eerste verdieping deelt hij de ruimtes op. De bewoners vroegen ons ook om van de tuin een soort aanvullende leefruimte te maken. Zo kwamen we op het idee van een beglaasde gevel die door middel van gevelhoge panelen in lariks kan worden afgesloten. De panelen doen dienst als een soort gordijn. Ze zijn gesitueerd langs de zuidoostelijke gevel en de bewoners kunnen ze sluiten naargelang de stand van de zon. We hebben ze bewust niet geautomatiseerd. De bewoners kunnen ze manueel sluiten om de ruimte indien gewenst heel open of net heel intiem te maken.”

Beton speelt duidelijk een hoofdrol. Is dit één van jullie stokpaardjes?
Florence: “Ongetwijfeld. We hebben het materiaal trouwens niet enkel toegepast als vloerbekleding, maar ook voor de uitvoering van de trap en zelfs voor het keukenwerkblad. Maar in dit project vind je ook een luxueuzer materiaal: de badkamer is uitgevoerd in mortex, een product op basis van kalk en gekleurde hars. Het is een duurder materiaal dat vooral voor de realisatie van zwembaden wordt gebruikt. Na behandeling wordt het waterdicht terwijl het wel zijn mooie beton-achtige uiterlijk behoudt. Bovendien heeft mortex niet het gewicht van beton, wat ook een belangrijk voordeel is.”

Wat maakt een project geslaagd?
Florence: “Een project dat goed gebruikt wordt. Voor het cultureel centrum in Soignies hebben we bijvoorbeeld geprobeerd om een link te leggen tussen de cultuur binnenshuis en de populaire cultuur die zich buiten het gebouw bevindt. De wedstrijd schreef eigenlijk voor om het cultureel centrum te gebruiken als afsluiting van een wijk. Toch hebben wij ervoor gekozen om dit net niet te doen, om het uitzicht niet te belemmeren en uiteraard ook om te voorkomen dat het cultureel centrum wordt opgevat als een op zichzelf staand instituut. We werkten met niveauverschillen rond het centrum en wilden zo verwezenlijken dat het publiek zich deze buitenruimte ook eigen maakt, in plaats van zich er als een indringer te voelen. De tribune buiten is een tegenhanger van het spektakel dat zich binnen afspeelt, een nieuwe publieke ruimte die naar we vernemen ook al volop in gebruik is genomen door de buurtbewoners. De jongeren eten er blijkbaar ’s middags hun broodje. Dat ons ontwerp een stimulans is om elkaar te ontmoeten, dát is voor ons een geslaagd project.”

 

Praktisch

Architect: L’Escaut Architecture - Florence Hoffmann, Michaël Bianchi
Bouwjaar: 2008
Bewoonbare oppervlakte: 180 m2
Perceeloppervlakte: 557 m2

Materialen

- vloer: gepolierd beton
- trap: beton
- keukenwerkblad: gepolierd beton
- badkamer: mortex
- gevelbekleding: larix 

Indeling

- gelijkvloers: inkom, leefruimte, keuken, berging, toilet
- 1e verdieping: slaapkamer, badkamer, bureau, dressing

Budget: ±150.000 euro
 

Bron: Bouwen & Interieur - Tekst: Isabelle Masson-Loodts - Vertaling: Leen Verstraelen - Fotografie: Sarah Van Hove

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in