Bouwen en de wet

Meldingsplicht voor kleine bouwwerken

Voortaan bestaat er een nieuwe categorie van bouwwerken en handelingen die enkel bij de betrokken gemeente of stad moeten gemeld worden. Er is dus - vanaf 1 december 2010 - geen vergunning voor nodig. Deze nieuwe maatregel maakt de administratie rond bouwvergunningen een stuk eenvoudiger en sneller. Een woordje uitleg.

Deze nieuwe categorie met bouwwerken en handelingen die gemeld moeten worden valt onder het besluit van 16 juli 2010 in het kader van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Vanaf 1 december 2010 treedt de regeling in werking. Ondertussen blijft de bestaande regelgeving nog van toepassing.

Door dit besluit wordt de regelgeving rond stedenbouwkundige vergunningen ingrijpend vereenvoudigd. Als je een kleine ingreep aan je woning wil doorvoeren, kan dat vanaf 1 december 2010 sneller en met minder administratieve verplichtingen. Sommige werken zijn zelfs vrijgesteld van een bouwvergunning. Lees er meer over in Wanneer heb je geen bouwvergunning nodig?

Wie bepaalt wat er in aanmerking komt voor de meldingsplicht?

De Vlaamse Regering bepaalt de gevallen waarin de stedenbouwkundige vergunningsplicht vervangen wordt door een verplichte melding van de handelingen aan het college van burgemeester en schepenen. Maar ook omgekeerd kan de Vlaamse Regering de van de vergunningsplicht vrijgestelde werken aan de nieuwe meldingsplicht onderwerpen.

Wat is de meldingsplicht?

  • De meldingsplicht is eigenlijk een nieuwe categorie die zich situeert tussen de werken en handelingen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning vereist is en de werken en handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning (meer) vereist is.
  • Tot op heden wordt er nog gewerkt met twee soorten bouwaanvragen, namelijk de bouwaanvragen voor bouwwerken van geringe omvang (nodig = een eenvoudige dossiersamenstelling) en de bouwwerken waarvoor een uitgebreide dossiersamenstelling nodig is.
  • Met de meldingsplicht kan je met een eenvoudig meldingsdossier jouw bouwplannen te kennen geven aan de betrokken gemeente of stad.

Hoe moet deze melding gebeuren?

De melding is mogelijk voor bepaalde eenvoudige werken aan de woning of aan andere gebouwen.

  • De bouwheer “meldt” deze werken aan de gemeente. Dit moet aan de hand van een vast formulier, samen met een (beperkt) dossier.
  • Het volledige meldingsdossier moet per beveiligde zending gebeuren (per aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs bij de gemeentelijke of stedelijke bouwdienst).
  • Als de gemeente bezwaren zou hebben tegen deze gemelde bouwwerken, dan zal zij dit binnen een erg korte termijn moeten laten weten aan de melder, en dan kunnen de geplande en gemelde werken niet doorgaan.
  • Als de gemeente geen bezwaren heeft, dan mag je na 20 dagen beginnen met de werken.

Welke werken en handelingen vallen onder deze meldingsplicht?

1) Handelingen met stabiliteitswerken die binnen in hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een interne dragende muur verwijderen), op twee voorwaarden:

  • De werken mogen niet gepaard gaan met het doorvoeren van een stedenbouwkundige vergunningsplichtige functiewijziging
  • Ook het aantal woongelegenheden mag niet gewijzigd worden;
     

2) Handelingen met stabiliteitswerken buiten die uitgevoerd worden aan zijgevels, achtergevels en daken van hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte gebouwen, op voorwaarde dat naast de hierboven vermelde twee voorwaarden ook het fysieke bouwvolume en de bouwoppervlakte ongewijzigd blijven;
 

3) De oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, op bepaalde voorwaarden:

  • De werken mogen niet gepaard gaan met het doorvoeren van een stedenbouwkundige vergunningsplichtige functiewijziging
  • Ook het aantal woongelegenheden mag niet gewijzigd worden;
  • De totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen mag maximaal 40m² bedragen
  • De gebouwen in de zijtuin mogen tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen gebouwd worden
  • De hoogte van deze bijgebouwen bedraagt maximum 4 meter.

Als het bestaande hoofdgebouw reeds werd opgetrokken op of tegen de perceelsgrens, dan mag het nog op te richten bijgebouw ook aangebouwd worden op of tegen deze perceelsgrens tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt;
 

4) De verbouwing of uitbreiding van een bestaand, hoofdzakelijk vergund industrieel of ambtelijk bedrijf dat gelegen is in een industriegebied in de ruime zin van het woord. Wel rekening houden met een hele reeks voorwaarden (zoals geen wijziging van de bestaande industriële of ambachtelijke functie, geen ontbossing of aantasting van de bufferzones, het respecteren van de afstanden tot de perceelsgrenzen, beperking van de bouwhoogte tot 10 meter, enz.)

Waarmee moet je nog rekening houden?

  • Je mag geen gebruik maken van dit systeem van de melding als de werken of het gebouw waar je aan wilt werken strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg of verkavelingsvergunningen. Zo zullen lokale beperkingen die via een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (gemeentelijk RUP) of via verkavelingsvoorschriften bestaan, onverkort van toepassing blijven.
  • Bovendien geldt het systeem van de meldingsplicht niet voor bouwwerken en handelingen aan constructies of gebouwen die gelegen zijn in een ruimtelijk kwetsbaar gebied (voorbeeld: natuur- en bosgebieden).
  • Als je niet 100% zeker bent of dergelijke beperkingen van kracht zijn op het perceel waarvoor je bepaalde bouwplannen hebt, dan kan je daarover alle nodige en nuttige informatie krijgen op de bouwdienst van je gemeente.

Hoe lang kun je wachten na de melding om met de gemelde handelingen en bouwwerken te beginnen?

De aangemelde bouwwerken of handelingen kunnen niet meer rechtsgeldig worden aangevat indien er twee jaar na de datum van de melding verstreken zijn. Deze bepaling is analoog met de bepaling die voorzien is in de Vlaamse Codex die bepaalt dat een stedenbouwkundige vergunning voor onbepaalde duur o.a. van rechtswege vervalt als met de verwezenlijking van de stedenbouwkundige vergunning niet binnen twee jaar na de afgifte van deze vergunning in laatste administratieve aanleg gestart is.

Wat is de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening?

De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is een coördinatie van het decreet ruimtelijke ordening die o.a. vernieuwingen op het vlak van de stedenbouwkundige vergunningen en de vergunningsplicht heeft ingevoerd. Die vernieuwingen hebben onder meer tot doel om vereenvoudigde en transparantere procedures in het leven te roepen. Deze Codex is vanaf 1 september 2009 in werking getreden.


Auteur:
Gretel Kerkhofs - augustus 2010

    Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

    Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

    Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in