Tuinberegening
Bevloeiingstypes voor tuinberegening
Voor tuinbesproeiing moet je weten dat er drie verschillende bevloeiingstechnieken bestaan, die elk hun functie in de tuin hebben.
Bedruppeling
- Gebeurt via een leiding met gaatjes of met een zweetslang. Dit type slang is poreus en verdeelt het water in kleine hoeveelheden.
- Een andere optie zijn druppelaars die op de gewenste plaatsen in de tuin worden gezet. Ze zijn onderling verbonden met een slang die zorgt voor watertoevoer.
- Dit type bevloeiing wordt toegepast bij beplanting die niet houdt van neerslaand water – bijvoorbeeld bloeiend goed - of tussen hagen. De darm blijft zichtbaar liggen of kan worden weggestopt met boomschors.
Verneveling
- Wordt toegepast in vaste plantborders, smalle stroken langs het huis, zwembad of tuinhuis.
- Bij verneveling heb je een lagere neerslagdensiteit in vergelijking met sproeiers.
- De vernevelaars zijn doorgaans telescopisch en komen enkel aan de oppervlakte wanneer ze werken.
Sproeiers
- Worden ingezet voor grote beplante oppervlaktes of gazons.
- De sproeiers zijn telescopisch. Ze verdwijnen dus ondergronds uit het zicht wanneer ze niet werken.
- De 3 systemen hebben een individuele looptijd en capaciteit. Dit wil dus zeggen dat ze op verschillende circuits dienen te werken.