Hoe denken we over de woning van morgen?

Volgens architecten zullen duurzaamheid, herbestemming van bestaande gebouwen, renovaties, verstedelijking en de economische onzekerheid de bouwsector sterk beïnvloeden. 80% van de Belgische architecten is van mening dat houtskeletbouw nog flink zal toenemen en 52% ziet ook prefab zich verder ontwikkelen. Ze geven ook aan dat duurzaam gebouwde woningen (93%) de komende 10 jaar steeds couranter zullen worden, gevolgd door renovaties (89%), serviceflats (76%) en kangoeroewoningen (73%).

Energiefactuur als stimulator van duurzaam bouwen

Als prioritaire criteria voor de aankoop of de bouw van een woning in het komende decennium citeren architecten in de eerste plaats het energieverbruik (35%), de duurzaamheid (21%) en de ligging (14%). Die rangschikking stemt helemaal niet overeen met de huidige prioriteiten van kandidaat-eigenaars. Energieverbruik kreeg amper 5% van de stemmen. Veel belangrijker vinden zij de ligging van het pand (34%), gevolgd door de kostprijs (25%) en de kwaliteit van de woning (13%). 55% van de bouwers informeert volgens architecten tegenwoordig wel zelf naar energiezuinig (ver)bouwen.

Volgens hoofdredacteur Eric Cloes is het niet onlogisch dat mensen momenteel amper rekening houden met het energieverbruik van een woning. “De schuld ligt bij de overheid. Deze voerde het energieprestatiecertificaat in, maar momenteel is dat enkel een verloren document zonder nuttige info. Het geeft de consument geen informatie over de extra kosten die bij een bepaalde score hoort. Mensen weten dus niet waaraan ze toe zijn.”

Problemen bij stedenbouwkundige voorschriften

Over de belangrijkste problemen waaraan het hoofd moet worden geboden, lopen de meningen uiteen. Onder de architecten citeert 84% de prijs van de bouwgrond en 38% het nijpende tekort aan geschikte terreinen. Voor particulieren lijken die problemen met respectievelijk 29% en 18% een stuk minder aan de orde. Dat aanzienlijke verschil is des te opmerkelijker omdat precies die problematiek in principe meer een bekommernis van particulieren dan van architecten zou moeten zijn.

Particulieren maken zich dan weer duidelijk zorgen over het gebrek aan continuïteit in de uitvoering van de werken door verschillende vakmensen (36%). De complexiteit van stedenbouwkundige voorschriften – die in beide groepen de top 5 haalt – irriteert architecten (50%) méér dan particulieren (20%).

Zo lang mogelijk zelfstandig wonen

68% van de architecten bevestigt dat (ver)bouwers méér aan de leefomstandigheden op hun oude dag denken dan tien jaar geleden. In dat verband zijn de drie belangrijkste criteria: flexibele interieurinrichting (79%), toegankelijkheid van en naar buiten (47%) en de inrichting van multifunctionele ruimtes (36%). Mensen die niet langer zelfstandig kunnen wonen, zijn voor meer dan 80% van de respondenten het best aangewezen op begeleid wonen en serviceflats. Deze woonvorm koppelt maximale zelfstandigheid aan de mogelijkheid om hulp te vragen.

De enquête over wonen in de toekomst kwam er naar aanleiding van de 40ste verjaardag van Ik ga Bouwen & Renoveren. 7456 consumenten en 427 architecten over heel België namen in mei en juni van dit jaar eraan deel.