BTW voor afbraak en heropbouw blijft 21 procent
De btw voor renovatie van woningen van minstens vijf jaar oud werd permanent verlaagd tot 6procent. Maar voor afbraak en heropbouw geldt dat gunsttarief niet.
Hoezeer we er ook op hameren bij onze kinderen om de dingen grondig aan te pakken, als het aankomt op de renovatie van ons woningbestand lijkt de Belgische wetgever dat principe niet te huldigen. Wie een gebouw volledig afbreekt en er een nieuwe woning voor in de plaats zet, valt niet onder het gunstregime van 6 procent btw maar moet de volle pot betalen. Tenzij de woning gelegen is in één van 32 welbepaalde steden. Enkel daar is het verlaagde tarief van 6 procent wel van toepassing bij afbraak en heropbouw.
In die bewuste 32 stadsgebieden geldt al sinds 2007 het verlaagde btw-tarief van 6 procent wanneer een gebouw wordt gesloopt en vervangen door een andere woning. Die regeling werd in het kader van het herstelbeleid in 2009 en 2010 tijdelijk veralgemeend tot het volledige grondgebied, maar sinds 1 januari van dit jaar is dat mooie liedje uit. De regering in lopende zaken verlengde wél de btw-verlaging voor de renovatie van woningen vanaf 5 jaar oud – die normaal ook verliep op 1 januari – maar niet die voor afbraak en heropbouw buiten de 32 bovenvermelde stadsgebieden. Daarop moet sinds 1 januari terug 21 procent worden aangerekend.
Voor de regering in lopende zaken was het onhaalbaar om de btw voor afbraak en heropbouw voor het hele grondgebied op 6 procent te houden. Dat wil niet zeggen dat die mogelijkheid definitief van de baan is. De Confederatie Bouw heeft al laten verstaan dat ze een algemene btw-verlaging voor afbraak en heropbouw als één van de eerste prioriteiten op de agenda zal zetten als er een nieuwe regering is. En naar verluidt liggen er ook bij enkele politieke partijen al wetsvoorstellen in die richting klaar. Toch is niet iedereen gewonnen voor die maatregel. Een aantal Franstalige partijen zou nog dwarsliggen, omdat dat te veel in de kaart zou spelen van projectontwikkelaars. Het laatste woord daarover is duidelijk nog niet gezegd.
De lijst van de 32 steden vindt u op de site van de Federale Overheidsdienst Financiën.
Bron: De Standaard
