Financiele aspecten

Belastingvoordeel voor ouders die lenen voor renovatie krotwoning

Ouders of familieleden die hun kinderen, neven of nichten een financieel duwtje in de rug geven bij de renovatie van hun woning, zullen daarmee een belastingvoordeel doen. Dat is een van de meest opvallende maatregelen uit een nieuw decreet dat wonen beter betaalbaar moet maken.


Mama- en papa-lening

De Vlaamse regering noemt het nieuwe belastingvoordeel een ‘mama- en papa-lening’, maar de fiscale aftrekbaarheid geldt niet enkel voor ouders die geld lenen aan hun kinderen. In feite komt iedereen voor de lening in aanmerking die geld leent aan familieleden of vrienden die bezig zijn met een renovatie. Het te renoveren pand moet daarbij wel gecategoriseerd zijn als een krotwoning. Ook gaat het alleen om leningen tot 25.000 euro. De personen die het geld lenen kunnen acht jaar lang tot 2,5 procent van dit bedrag, of 650 euro, van hun inkomsten aftrekken. Deze nieuwe mama- en papa-lening is gebaseerd op de Winwin-lening voor wie een startende ondernemer krediet verleent.
Ook voor de bouwheer zelf werd een fiscaal voordeel in het leven geroepen. Iedereen die een verkrotte woning opknapt, zal tot 4.500 euro fiscaal voordeel kunnen krijgen.


Kapitaalinjectie

Het gehele decreet van Open Vld-ministers Dirk Van Mechelen (Ruimtelijke Ordening) en Marino Keulen (Wonen) belooft dat tot 2025 zo’n 6,5 miljard euro gepompt zal worden in het verruimen van het woningaanbod. Die kapitaalinjectie moet de hefboom zijn voor een investeringsvolume van 15 miljard euro. Enerzijds komen er maatregelen om verkrotting, leegstand en grondspeculatie tegen te gaan, anderzijds zullen 65.000 nieuwe sociale woningen worden gebouwd. Ook is het de bedoeling om meer rechtszekerheid te scheppen bij bouwovertredingen.


Panden activeren

  • Een batterij maatregelen moet leegstaande, verkrotte en vervallen woningen bewoonbaar maken. Per jaar ligt 15 miljoen euro aan subsidies voor renovatieprojecten klaar. De registratierechten op leegstaande/verkrotte woningen worden verlaagd.

  • De heffing op onbebouwde percelen in woonzones blijft optioneel, tenzij het woonaanbod in de gemeente tekortschiet. Dan kan de overheid zo'n heffing verplichten. Er zijn wel vrijstellingen. Zo mag je, zonder kopzorgen, één onbebouwd perceel bezitten. Wie kinderen heeft, mag voor elk van hen grond bezitten.

  • Het al dan niet innen van een heffing op leegstaande gebouwen en woningen wordt helemaal overgelaten aan de gemeenten. Als de leegstand in een gemeente de spuigaten uitloopt, wordt die heffing verplicht.


Meer sociale woningen

  • De komende tien jaar moet het aantal sociale huurwoningen stijgen van 143.000 naar 186.000.

  • Het sociaal woonaanbod wordt beter gespreid. Nu zijn er gemeenten met erg veel en andere met erg weinig sociale woningen. Dat kan niet langer. Er komen streefcijfers per gemeente.

  • Het monopolie van de huisvestingsmaatschappijen voor de bouw van het sociaal woonaanbod is voorbij. Ook private maatschappijen mogen sociale woningen bouwen. Voor de privésector gelden dezelfde voordelen als voor de openbare sector, zoals 1,5 procent registratierechten op de gronden, 6 procent btw bij de bouw van een woning en infrastructuursubsidies.

  • Voor de realisatie van het sociaal woonaanbod moet de publieke sector (OCMW's, gemeenten, kerkfabrieken, enz.) zijn gronden aansnijden. Bij grote nieuwe verkavelingen in woonzones zal 20 tot 30 procent voor betaalbare woningen voorbehouden moeten worden. Voor de privésector ligt de verplichting in zo'n geval op 10 à 20 procent. Maar die vereiste betaalbare, kleine woningen hoeven niet per se in de verkaveling te komen. Het mag ook elders en in 'het uiterste geval' mag een maatschappij die verplichting 'afkopen' voor 50.000 euro.

  • Het aantal sociale koopwoningen wordt het komende decennium bijna verdrievoudigd van 12.000 naar 33.000 en het aantal sociale kavels wordt verdubbeld van 750 naar 1.500. Die extra inspanningen worden over de provincies verdeeld.


Meer rechtszekerheid

  • Een bouwmisdrijf verjaart strafrechtelijk vijf jaar na het plegen van het misdrijf, met uitzondering van bouwovertredingen in kwetsbare gebieden. Daar geldt een nultolerantie.

  • De overheid heeft, vanaf het plegen van de overtreding, vijf jaar tijd voor een herstelvordering voor overtredingen in woonzones en tien jaar voor overtredingen in openruimtegebieden.

  • Bewoners van weekendhuisjes, die er ten minste één jaar officieel verblijven, kunnen er blijven wonen zolang de provincie een planologische oplossing zoekt. Is die er niet, dan dooft het woonrecht begin 2030 uit.

  • De aanvraag van bouw- en milieuvergunningen zullen - eindelijk - via één loket kunnen.


Bron: De Tijd, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen

Mis de laatste bouwnieuwtjes niet!

Ontvang onze wekelijkse updates vol nuttige tips over bouwen en verbouwen.

Wens je deze folder te lezen? Vul dan eenmalig je email adres in